Een bijzonder verhaal dat verrast.
Het verhaal begint op een Moskous station waar de Poolse Olga aan boord stapt van de Trans-Siberië Express. Al direct kleeft er een donkere psychologische lading aan de bladzijden. Met reisgenoten Adam en Dirk kan ze het best vinden, ook bij hen is duidelijk dat ze iets (op hun kerfstok) hebben. Dan blijkt de trein naar het noorden te rijden i.p.v. het oosten, valt gsm-bereik weg en ontploft de trein. De drie ontsnappen, op zoek naar hulp.
Tussendoor zijn er andere historische verhaallijnen die zorgvuldig worden opgebouwd. De lezer weet steeds net niet genoeg om concrete verbanden te kunnen leggen. Allemaal datzelfde vleugje mysterie. Dat wordt tevens benadrukt door wisseling van verteller: eerst is het de Olga-ik, dan wordt er over haar gesproken.
Na lezing blijf je met giswerk achter. Dat vergt moed van de auteur denk ik. Keer je terug, en zo ja, hoe?
Fijn leesbaar lettertype en lekker papier; soms valt dat ook op.
Wolny is een Poolse journaliste en schrijfster en heeft in België een loopbaan opgebouwd als museumdirecteur, columnist en boekhandelaar. Ze was mij geheel onbekend en ik heb bewust van tevoren geen informatie opgezocht, om blanco aan het boek te beginnen. Daarom ook verraste het me en maakt het mij nieuwsgierig naar haar andere werk. Echt waar, lees dit.
Maja Wolny, Terugkeer uit het noorden, vertaling: Charlotte Pothuizen, Manteau, 2020, 256 blz., 9789022336861.