5 december 2025

Manon Uphoff – Laat me binnen

Drie verhalen die woorden als bevreemding, eenzaam, waarneming, ongrijpbaar, herinnering, overleven laten bovendrijven. Hoe langer je erover nadenkt hoe meer je ziet, bedenkt of ontdekt.

In ritmische zinnen, het is alleen al een feest om goed geschreven werk te lezen, wordt verhaald over een jonge vrouw met niet nader genoemde naam die ’s nachts buiten verblijft; over de Bosnische zwager Hebibovic die in de burgeroorlog van voormalig Joegoslavië heeft gediend, gewond is en gevangen zat, en de derde gaat over een vrouw die op een Kroatisch eiland woont aan de Adriatische zee. Een overeenkomst tussen de drie is een niet alledaags verleden en personages die niet ongeschonden uit de strijd zijn gekomen. Of dit nu geestelijk of lichamelijk is. Er is zorg voor de ander, een zichzelf en op bepaalde wijze vrij zijn.

De tweede is globaal gezegd een autobiografische reconstructie. Wie in die tijd het nieuws volgde (en nog) kan zich mogelijk beelden of feiten voor de geest halen.
Ik kan je niet vertellen hoe het was in Chocim, in dat verre Rusland. Niet omdat ik het me niet herinner, maar omdat ik het niet wil. (…) Beter om te vergeten. Laat de herinnering aan alles wat lelijk is sterven, zodat kinderen geen liedjes over wraak hoeven te zingen.
De beelden die je krijgt door wat is geschreven over de twee vrouwen die achterbleven laten je projecteren op hedendaagse gebeurtenissen. …omdat ze precies wisten hoe hun dagen destijds waren verstreken; de grijze uren in van leven verstoken kamers, waar ze als geestverschijningen voortgingen… Met enkele woorden wordt ook het verschil tussen bevolkingsgroepen of gebeurtenissen binnen het toenmalige Joegoslavië aangeduid. Een kort verhaal met een blijvend binnenkomend onderwerp.

De eerste is misschien het meest ongrijpbare, je krijgt weinig aan feiten te lezen en toch zie je het voor je hoe deze vrouw dwaalt, de flat met daarin ‘het kleine ding’ ziet, ontmoetingen heeft in het bos, buiten de maatschappij leeft. Zelf lezen dit kortste verhaal over hoe en wat. Je krijgt een vermoeden waardoor dit ‘gedrag’ is ontstaan, maar toch. Er is tijd nodig voor verwerking voordat er rust komt om binnen te gaan. En een engel ineens.

De derde ‘Harold en Linde’ betreft een broer en zus. Er wordt verteld vanuit de herinneringen van de vrouw. Ze is van de trap gevallen op weg naar haar atelier, ligt met letsel op de grond en laat met allerlei zijsprongen herinneringen en ervaringen uit het leven van haar en broer Harold aan zich voorbijtrekken. De gevonden blauwe perfecte engel is terugkerend, het shjjjh is van betekenis voor hun verdere leven. Het gezin van toen, later met stiefvader, een ‘oom’, de tijd dat ze op andere plaatsen woonden.
Ze zagen hem terug in andere verbindingen. Dezelfde noten in een ander muziekstuk, en hij was het, trok het tweede, derde vierde leven aan als maatpak. Vanbuiten leek zijn leven glad, glad was hij,….
De opsomming over wat vorige bewoners in het huis hadden achtergelaten lieten mij herkenbaar in de lach schieten; van lege yoghurtemmertjes met wasknijpers tot dekjes, porseleinen vaasjes, een bierkroes ergens vandaan en een fonduestel in de originele verpakking.
Schrijnend is als Linde de dan opgenomen Harold aan de telefoon heeft, een mot speelt een rol: Ze begon te huilen. ‘Harold’, fluisterde ze, ‘ben je eenzaam?’ Het duurde even voordat hij antwoord gaf. ‘Ja’, zei hij. ‘Ja, ik geloof het wel.

Gemeenschappelijke deler is ook dat er overal een vader, een mannenfiguur, een rol speelt met trauma als gevolg. Wie Vallen is als vliegen las, begrijpt of vermoedt welke rol dit kan zijn terwijl het nergens echt bij naam wordt genoemd.
Het gaat over veel. Ook over zien en gezien worden. Hoe weten u en ik of we hetzelfde zien als we naar een boom kijken? en Wie zijn we als niemand ons waarneemt?
Over mensen, randfiguren binnen een maatschappij zonder een groot sociaal netwerk – een gedachte die bovenkomt na het uitlezen van Laat me binnen waarvan de titel zowel letterlijk als figuurlijk kan worden uitgelegd.

Na het lezen en schrijven van bovenstaande de drie in het boek bewaarde krantenrecensies gelezen. Trouw 1 februari ’25, NRC 7 februari ’25, Parool 1 februari ’25. Ik kan niet anders dan meegaan in de positieve woorden. Wie meer wil weten over dit ook graag gelezen boek van Manon Uphoff zou één van deze recensies op het web kunnen opzoeken waarin meer over inhoud.
Of laat je verrassen, nadenken en meenemen in eigen tempo door de drie verhalen in Laat me binnen.

De mooiste, meest bijzondere of indrukwekkendste van de drie? Dit zal voor ieder anders zijn. Kortweg in volgorde: vervreemdend / nadenkende feiten / het leven zoals het kan lopen. Kán lopen, maar je hoopt toch echt een andere jeugd dan die zij allen als kind meemaakten. Laat me binnen noopt je tot langzamer lezen, woord voor woord, is intrigerend, beeldend en vooral echt goed. Of je complete romans leest. Je ruikt, je proeft, je ervaart. Sterke observaties, analytisch vermogen, kloppende metaforen én talent voor geweldig schrijven. Een Uphoff die je wéér even bezighoudt.

Stilstaand water, voelt zacht en glad. Neerdwarrelend in koude vlokken breekt het open in een ander gevoel.

Manon Uphoff, Laat me binnen, Querido, 2025, 208 blz., 9789021470627


Manon Uphoff – Vallen is als vliegen
Manon Uphoff – De ochtend valt

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *