Lezersgoud Extra – verzamelpost
Zomerlezen is ook tijd hebben voor ‘achterstallige’ boeken of juist vooruit lezen. Hoe je ook je best doet er blijven boeken ongelezen of half gelezen op de leesstapel liggen of leeslijst staan. Zie ook Zomerlezen jeugd dl. 1
Per zes een overzichtje van wat is gelezen met een korte bespreking/beleving, soms langer. Het lijkt een samenraapsel, soms is het dat boek dat direct in het zicht ligt, dan weer een exemplaar dat terug moet naar de bibliotheek of eentje die je tegenkwam op een niet verwachte plaats tijdens een opruimronde. Wie weet zit er ook voor jou een lees- of kijktip in de verzamelposts.

Kees de Boer, Het luchtcircus – Ploegsma
Een Kees de Boer wil ik altijd even inzien. Om de kleurrijke illustraties die kijken als een film, om de grap en de doordenker, dus geleend zodra de bibliotheek het beschikbaar had. En ook nu word je in ‘Het luchtcircus’ getrakteerd op een schouwspel vol details waarbij veel een functie heeft en dat je regelmatig laat grinniken. Na even een fronsen, want een circus met dieren? Dieren die erg hard werken voor en aan hun eigen voorstelling? In deze tijd? Natuurlijk weet Kees de Boer wat hij doet en daarom kijk en lees je door.
Je merkt op dat de directeur zegt ‘mijn circus’ met bijvoeglijk naamwoord ‘geweldig’. Oké dat kan, maar je bent al alert en er wordt ook nog om fooi gebedeld. Wordt het personeel niet voldoende betaald? En als iemand ‘mijn geweldige’ zegt vraag je je al af of die zelf een hand uitsteekt. Op een volgende plaat zie je een bijna hilarisch tafereel.
De schoonmaakploeg (schoonmaak?) geeft kijkplezier, overal attributen, het orkest zit in bad en een steunpilaar staat vol in de schijnwerper. Bijna hilarisch dan, want bijgaande regels geeft een en ander aan. O.a. samenwerken, goede voorzieningen, uitbuiting, vindingrijk zijn en vooral eerlijk belonen wat geldt voor zowel mens als dier. Alleen kan de mens eerder vertrekken dan het dier. In circus Lala lijkt het alvast wel zo het zijn.
Grote platen worden afgewisseld met detailweergaven en platen vanuit en met ander perspectief. De dieren zijn inventief na dreigende taal van de directeur. Niet verwacht, helemaal niet dat ze actief oplossingsgericht aan de slag gaan. De titel zegt het. Ze hebben weinig zin om ‘plakjes worst op iemands boterham‘ te worden en volgen de aanwijzingen van de pinguïn op. Mooi hoe dit dier als leidinggevende wordt opgevoerd en niet de standaard leeuw of uil. Een glimp van wat de dieren vermoedden zie je voordat ze vertrekken om over de hele wereld plezier te brengen. Als je een circusluchtballon ziet varen?
Een uitsnede van de laatste plaat of het schutblad zou prachtig aan een wand hangen. Geeft vertelplezier, mondeling of schriftelijk. Kortom: fantastische illustraties, soepele tekst, goed voorlezend, tijdloos, een thema, plezier, een echt prentenboek.
Claudia Jong, De jongen die verdween in een game – De Eenhoorn
illustrator Leen Huysmans
Dit boek na de buitenshuis-vakantie geleend uit de bibliotheek, want beloofd is beloofd. Als je niet zoveel met gamen hebt, er niet wordt gegamed en boeken met diverse interesses m.b.t. school niet meer hoeft te zoeken, blijft een dergelijk verhaal soms wachten. Tot je de schrijver ontmoet.
Het is direct in het begin duidelijk, een met vaart geschreven verhaal. Vanuit wisselend perspectief lees je dat er straf is m.b.t. een gameverslaving en de zelfredzaamheid hieronder te lijden heeft. ‘We wáren een gelukkig gezin. Tot ik ging gamen.’

Jayden vertelt, waarbij gedachten in realiteit en fictie zich afwisselen. Dit kan enige oefening van de jonge lezer vergen, dus ook een voorlezer dit boek. Een volwassen lezer kan misschien in het begin even denken, ‘wat moet een pistool in een jeugdboek?’, lees dan vooral door want wat is non-fictie en wat is fictie? Ook merk je direct de fijne bladspiegel op, de vele krachtige illustraties dankzij of ondanks het beperkt kleurgebruik en een frisse opmaak met in blauw gedrukte hoofdstuktitels en paginanummering op niet te wit papier (leesbaarheid!).
Jayden zit met drie schermen op zwart in zijn kamer. Gordijnen dicht, onverzorgd, het stinkt, rotzooi overal. Hij moet en zal gamen. Is het niet thuis dan wel ergens anders. Weglopen is de uitweg, het plan althans. Maar hoe en waarheen? Wat moet mee? Wat als je dingen zélf moet bedenken en doen, je fysiek in actie moet (kunnen) komen, wat als je niet anders meer dan gamet? Als je niet even iets kan opzoeken omdat alle apparatuur waarmee je online kan gaan is verwijderd en meegenomen? Je alleen maar in een gamewereld verblijft? Een briefje schrijven nauwelijks meer lukt, fijne motoriek en eigen fantasie lijkt afgestompt?
‘Ik ben weg / naar een plek / waar ik mezelf mag zijn / ik ben de de jongen / die verdween / in een game’
Verder lezen kan in het gehele stuk De jongen die in een game verdween – want er valt veel te vertellen, zit ontzettend veel in.

Ellen Delange & Martina Heiduczek, Het schelpenmeisje – Clavis
Het schelpenmeisje vertelt over stap voor stap steeds iets meer durven zodat zelfvertrouwen ontstaat en het bang zijn voor de wereld buiten jouw veilige omgeving minder wordt. Door de titel zou je kunnen denken dat het meisje schelpen verzamelt, ze woont of verstopt zich echter ín een schelp. Een oplettende vogel die tropisch aandoet spoort haar aan naar buiten te komen.
Na een eerste schrikreactie bij het zien van een kreeft komt ze toch op het geluid van allerlei beestjes naar buiten. Een schildpad trekt haar aandacht, ook hij trekt zich wel eens terug – inderdaad in zijn schild.
Herkenning is een volgende stap in het durven verleggen van haar grenzen. De vogel neemt de kans waar en laat haar op een uitzichtpunt zien horen en ruiken. Er komen onverwachts steeds meer ervaringen bij en ontdekt dat vrienden maken en hebben ook hulp krijgen kan betekenen als er een vervelende situatie ontstaat. Ze leert een nieuwe wereld kennen en durft het aan om op een plaats te gaan wonen waar ze niet alleen een blik op de buitenwereld kan werpen, maar ook de verbinding blijvend is met haar vrienden.
Een prentenboek dat op relatief eenvoudige wijze laat zien hoe je aan zelfvertrouwen kunt werken om angst voor de buitenwereld te overwinnen door je grens van durven steeds een stukje op te rekken. Relatief eenvoudig met een positieve bedoeling want juist fijn voor jonge kinderen. Herkenbaarheid, fantasie en verhaal klein houden zijn fijne punten in ‘Het schelpenmeisje’. De illustraties maken eventuele onbekende woorden duidelijk, zijn vriendelijk en kleurrijk. Een boek dat je naast de genoemde thema’s kan gebruiken bij projecten over de natuur. Verschillende weertypen komen voorbij als ook dieren aan of in zee waardoor verdieping mogelijk is. De mooie zomers aandoende schutbladen met soorten schelpen en wieren zullen de liefhebber laten opzoeken welke het zijn. Een fijn prentenboek om in te zetten bij sociaal-emotionele vaardigheden.
Yoeri Slegers, De zigzagslang – De Eenhoorn
Opvallend en knallend in vorm en kleur maar toch rust in het geheel, dan heb je mijn belangstelling al gewekt. Het duidt op een doordacht prentenboek, en dat is het. Zodra de bibliotheek het te leen had even opgehaald.

‘De zigzagslang wil eens iets anders dan zigzaggen. Dus neemt ze de vorm over van elke nieuwe slang die ze tegenkomt. Maar wat moet ze doen als ze verstrikt raakt in al die kronkels?’ ‘De zigzagslang’ gaat over vormen, kleuren en patronen, maar het gaat over nog meer.
Het eerst bekijken van de schutbladen geeft al een beeld van wat je tegen kunt komen, even tellen geeft aan hoeveel patronen specifiek de aandacht krijgen. Op het eerste blad valt gelijk op de tong van de zigzagslang geeft de vorm van de eronder voortbewegende slang weer terwijl aan de zijkant van de rechter pagina het kopje van de volgende wordt aangekondigd. Of soms links een stukje van de vorige. Daarnaast komt er steeds een patroon van de vorige slang in de zigzagslang bij, wel in de eigen kleur, het stapelen in een illustratie. En ‘Oh..’ bijna aan het eind zie je een doordachte overzichtsplaat van alle vormen, kleuren en patronen.
Soms zie je een stukje culturele geschiedenis, zie het hoofddeksel, dan weer een detail van iets wat onder de grond leeft of ontstaat en bovengronds een andere naam krijgt – verdieping onzichtbare schimmel en zichtbaar paddenstoel of een zaadje en plant en als grapje zie je een minislang, worm dus, verschijnen en overal doorheen bewegend. Aan de gezichtsuitdrukkingen van de slangen is bijv. inspanning of schrik af te lezen.
De tekst is een verhaal apart. Met allitererend woordgebruik is het al heerlijk voorlezen: ‘Wiebelende wabbels / Kronkelige krullen / Lange, luie lussen / Slingerende slangen‘ en je komt allerlei tegen in de paar regels tekst, denk hierbij aan fonkelen en zwiepen of begrippen traag, omhoog, omlaag of allerbest en wat is in de war zijn en geen rust hebben?
De eerste regels vertellen dat de zigzagslang al heel lang zigzag kruipt en ze vraagt zich af of ze eens iets nieuws zou proberen. Ze ziet het als een test. Na vijf ontmoetingen waar duidelijk de vorm kan worden waargenomen en rust in de platen is, ontstaat er een steeds grotere wirwar van soorten en maten tot er een soort georganiseerde chaos ontstaat. De zigzagslang weet zich een weg naar open ruimte te kruipen en trekt een conclusie, iets met zelfreflectie. Eén ding viel wel op: het ‘zou’ is meer spreektaal, passender is tegenwoordige tijd om één lijn te trekken. Maar ach ‘Ziggede zag’ een beetje eigenheid is soms het ‘allerbest’.
Wat een geweldig prentenboek, vanaf 3 jaar kan zondermeer. Begin bij kleur en herkenning van vorm waarna opbouw vanzelf komt. Zag je het detail bij het ISBN-nummer, het vormpje boven de barcode? Die wurmt zich echt overal tussen. ‘De zigzagslang’: knap, heel creatief, uitzien naar volgend werk!

Michael Reefs, De Tempeljagers, boek 1 Het verdwenen eiland Kivamba (Billy Bones)
Thematitel Kinderboekenweek groepen 7 en 8 in 2025 en al tijden in huis liggen. Nu het moment om De Tempeljagers van de plank te pakken en je te laten storten in een avontuur. En een avontuur is het.
De lezer maakt in de eerste hoofdstukken met de tweelingbroers Noah en Finn, die je eerst nog bijna verwart, tot je merkt dat het verhaal ook enigszins vanuit de iets bedachtzamere Noah is geschreven. Zij wonen met hun ouders in een kasteel waarin hun ondernemende tante Lara rondleidingen geeft en tijdens het vertellen over geschiedenissen overgieten de jongens dit met een spooky sausje. Hun vriendin Tess is onderdeel van het geheel. Als ook de kelder hun werkterrein is wordt er een ruimte ontdekt waarin een kist met maskers en schatkaart. De spanning stijgt, met z’n vieren op zoek, uhhh vakantie, hun avontuur begint.
Je waant je al snel in een verhaal á la Indiana Jones of bepaalde games waarin het ene na het andere beeld verschijnt of waarin voorwerpen rakelings voorbijvliegen. Veel vergelijkingsmateriaal heb ik niet, het is lang geleden dat dergelijke films werden gezien of boeken erover gelezen werden.
De vaart zit er na een paar korte hoofdstukken snel in. Zeg maar sneltreinvaart. De kinderen hebben nog maar nauwelijks vuur leren maken, knopen geleerd en voor het eerst in de jungle overnacht of de tante verdwijnt. Niet zomaar, ze is ontvoerd door een man die ze eerder nog op het vaste land zagen. Die man zwaaide met een pistool en lijkt hetzelfde doel te hebben: een mysterie oplossen en een schat bemachtigen.
Met een zeilbootje de oceaan op naar een eiland dat niet met het blote oog is te zien, op geen enkele kaart voorkomt en waarvoor je naar een onderwaterwereld moet om de zogenaamde sleutel te bemachtigen. Op het bewuste eiland dat als een zinsbegoocheling opduikt wordt in een mix van mysterie, magie en logica een filmisch verhaal verteld. In een rotvaart volgen gebeurtenissen rondom die tempel elkaar op. Het ene zinkgat is nog niet verschenen of een pilaar knakt als een strootje, een volgende muur dendert in elkaar en zijn er onverwachte dingen die wel of niet apathisch tot leven komen. Of het allemaal kan, of het allemaal kloppend is tot zelfs reacties die elkaar tegenspreken, die wat losse eindjes? Een lezer vanaf een jaar of 10 zal het een zorg zijn, die wil maar één ding: doorlezen over de jonge helden want o die cliffhangertjes. En het ís eng, én spannend, én met mysterieuze rookslingertjes en wat is die vlóek dan! Is alles wat het lijkt of lijkt iets wat het is?
Nog een ding valt op: er komen nauwelijks enge dieren voor in een omgeving die tropisch aandoet. Waar zijn de spinnen en slangen? Olifanten, daar draait het om. En een slagtand. Wat een vakantie. De naam van het viertal? Zelf ontdekken.
Weet je wat leuk is, en o ja ook best leerzaam, om eens naar een museum te gaan, een paar wandtapijtjes bekijken of zo. Of schilderijen met veld- of zeeslagen. Je steekt er vast wat van op, kom je meer beslagen ten ijs zogezegd. Kijken, verbinden, conclusies trekken. Handig voor de volgende boeken, 6 inmiddels! Met de Tempeljagers de wereld rond.
Voor avonturiertjes met wat stalen zenuwen of je nu een veellezer of minder snelle lezer bent want een prima bladspiegel en vertelwijze die je in een rotvaart door dit filmische ‘Het verdwenen eiland Kivamba‘ heen jaagt. Dit boek is net een valstrik om wél te gaan lezen.
Jason Reynolds, Patina – Patty is geen bagger – Condor, vert. Maria Postema
Na het eerste deel Ghost ook Patina uit de bibliotheek geleend, want een Zilveren Griffel in 2025 betekent even lezen. Jason Reynolds vertelt nu over Patty, het tweede deel in de Track-serie en zij is ook een lid van het atletiekteam. Het niet winnen en daarna het samenwerken mét en ín een team is iets wat Patty mee om moet leren gaan.
‘Een valse start bestaat niet. (..) Een verkeerde start, dat kan wel. (..) Als je te vroeg begint te rennen terwijl er niemand met je meerent. Geen tegenstanders, alleen je eigen hoofd dat zweert dat anderen op je hielen zitten.’

Patty heeft nogal wat te verstouwen gehad en nog steeds. Toch komt het verhaal op mij over als ‘gewoon’ zo het leven kan zijn, en voelt het natuurlijker door schrijfwijze dan verschillend niet vertaald werk. Het is passend bij de doelgroep door taal, korte zinnen en gedachten, kortom manier van schrijven. Enkele onderwerpen: ziekte m.b.t. moeder, zorg voor jonger zusje, overlijden, pestgedrag, adoptie en dat op zo jonge leeftijd waarop je zorgeloos lol zou kunnen moeten maken.
In het weekend, de zondag, zien ze hun moeder die ze in en uit de rolstoel/auto helpt nadat eerst het haar is gedaan van haar zusje – ‘black hair‘, de vlechtjes en de kraaltjes, de terugkerende handelingen. Ze wonen beiden bij ‘mamlie’ tante en oom, hun peetouders. Het dealen met nuffige meiden op een elitaire nieuwe school wordt vrij aan het begin helder met voorbeeld en in taal van jongeren: ‘Besties. Nog zo’n woord dat ik maar niks vind. Het is gewoon stom. Kinderachtig. Ik ga mijn teamgenoten toch ook niet mijn teamies noemen?’
In Ghost had Jason Reynolds direct mijn aandacht, nu duurde dit wat langer. Waardoor dit komt, misschien doordat er meer herhaling als in herkenning van situaties uit Ghost in voorkomt. Dit is dus m.b.t. doelgroep en als onderdeel van een kwartet juist als positief te zien; dat gewoon precies bij de leeftijd passende. En dan is het ook nog alsof Patty het je naast je zittend op een bankje bij de atletiekbaan aan je vertelt. Wel is de volle bladspiegel misschien een puntje van aandacht.
Een groot verschil tussen haar en de meiden op school is volgens Patty dat zij nooit te horen hebben gekregen dat iets niet kan of mag. Je hebt daar alleen een kans volgens de meiden als je gezicht selfieklaar is. Een schril contrast met Patty, maar zij vraagt zich af: ‘Een kans waarop?’ en zegt: ‘Wat ik wel heb is atletiek. Ik heb Ghost, Sunny en – ik kan bijna niet geloven dat ik dit zeg – Lu. Dat heb ik. Die heb ik. Dus die selfiemeiden kunnen me niks schelen.’
En wat er verder gebeurt? Je leest over vriendschap, verantwoordelijk voelen en zijn, jezelf wegcijferen, je eigen weg vinden en gaan, zelfvertrouwen, doorzetten, fijne volwassenen rondom je en kunnen filteren wat voor jou helpt en wat voor jou het belangrijkste is. Na alle frustratie is daar gelukkig ook ‘Coach’ die uit ervaring handelt, omziet naar de ander en kansen biedt. Verder is het zelf lezen en uitzien naar een volgend deel – vast weer in de geweldige vertaling van Maria Postema.
Kees de Boer, Het luchtcircus, Ploegsma, 2025, 32 blz., 9789021686417
Claudia Jong, De jongen die in een game verdween, illustrator Leen Huysmans, De Eenhoorn, 2024, 124 blz., 9789462918047
Ellen Delange, Het schelpenmeisje, illustrator Martina Heiduczek, Clavis, 2025, 32 blz., 9789044851458
Yoeri Slegers, De zigzagslang, De Eenhoorn, 2025, 26 blz., 9789462918337
Michael Reefs, De Tempeljagers, boek 1 Het verdwenen eiland Kivamba, Billy Bones, 2020, 272 blz.,
9789463850230 (herdruk in 2025, 9789030510666)
Jason Reynolds, Track 2 – Patina, vert. Maria Postema, Condor, 2024, 208 blz., 9789464530650
Zie ook Zomerlezen jeugd dl. 1- Toen ik, Het lied van de merel, Ghost, Winti, Brand, Acht dagen rotzomer

