“Schaken is een vreemd verschijnsel. Het is een andere werkelijkheid, binnen de dagelijkse realiteit. Een schaker streeft naar perfectie. Het perfecte, of zuivere spelverloop bestaat alleen ergens waar wij het niet kunnen zien. Wij kunnen ons er alleen een beeld van vormen.”
Zo schrijft de hoofdpersoon Allard van Benniq Methorst in een brief aan een leerling. Hij doet aan correspondentieschaak en zet daarbij zijn filosofie over het spel uiteen.
“Schaken is een dialoog”, jazeker, maar in De schim van Raamswolde komt het vooral over als een monoloog. Het boek bestaat namelijk louter uit brieven, geschreven door Allard die sinds enkele jaren als een kluizenaar leeft en alleen de postbode en een boodschappenjongen ziet. Waar hij grootse gedachten en prachtige woorden neerpent (ik noteerde spleen, frenetiek, selachofoob), heeft hij zijn leefruimte heel klein gemaakt. De hond maakt dat hij nog rondjes op het erf loopt, maar verder gaat het niet.
Door zijn schrijfsels aan vrienden en niet-verzonden epistels aan een vroegere liefde leer je de schaker beter kennen. Verschillende angsten, die met het schaken overzichtelijker lijken, houden hem aan huis gekluisterd. Geen wonder dat een gemeenteambtenaar met sloopplannen Allards hoofd overhoop gooit. Het rusteloze schrijven, het verwarren van de verschillende gebruikte datumnoteringen. Maar wat is er precies waar? In hoeverre gaat de gepredikte verbeelding, zo belangrijk voor het spel, met de speler zelf aan de haal?
Je moet het maar durven, debuteren met een brievenroman. Alexander Baneman kreeg de kans bij Van Oorschot en zo ligt er een uniek verhaal op tafel. Benieuwd naar meer van deze auteur in de toekomst!
Alexander Baneman, De schim van Raamswolde, Van Oorschot, 240 blz., 2023, 9789028233072.