Jij: een vertelperspectief dat je niet vaak tegenkomt. Annelies Verbeke heeft eerder verhalenbundels geschreven, waarin telkens minstens één verhaal opgenomen is in de jij-vorm. Acht van die kortverhalen zijn opgenomen in Jij, aangevuld met een negende dat nog niet eerder gepubliceerd is.
Het zijn verschillende personages die je aantreft. Een scholiere die op afstand een intellectueel gevecht aangaat met haar docent; een oudere vrouw met geheugenverlies die opnieuw verwonderd raakt door een spiegel en de mensen op haar feest; een student die toch veel liever dansen als beroep kiest.
Gemene deler van alle vertellingen is de vlotte stijl met gedachtes en observaties van de gevolgde personen. Soms zitten er echt treffende zinnen tussen zoals bij Gilles, de minister die zijn beste vriend verliest aan corona. “Je voelt de drang om Edwin te bellen, hem ervan op de hoogte te brengen dat hij is overleden, hoeveel pijn dat doet.”
Naar de toekomst, het eerste verhaal, kwam het meest binnen. Een jong meisje wordt met haar ouders in een vrachtwagen een land uit gesmokkeld (“we hebben een reis gewonnen”). Ze worden achtergelaten en alleen zij overleeft. De laatste zinnen zijn schrijnend: “En als iemand zijn hand uitsteekt, begrijp je dat. En als iemand schiet, begrijp je dat.”
Hier wordt het meest duidelijk wat de jij-aanspreekvorm met de lezer doet. Je voelt je haast medeschuldig aan de gebeurtenissen. Fascinerend hoe dit literair mechaniek werkt. Zou dat niet alleen betrokkenheid vanuit de lezer opleveren maar ook zo werken voor de auteur? Is het daarom een vorm die niet veel schrijvers aandurven? Verbeke doet het in ieder geval met verve.
Mooi hardcover uitgegeven, een verhalenbundel om cadeau te doen.
Annelies Verbeke, Jij, De Geus, 144 blz., 2023, 9789044549607.