Ben je verdrietig als ik doodga? is een maatschappijkritisch boek over het leven van jongeren met migratieachtergronden in achterstandswijken van Malmö. Dit indringende non-fictie boek is een interessante nominatie voor Beste Boek voor Jongeren.
Nick, auteur van en ik-figuur in het boek, groeide zelf op in een achterstandswijk met de constante dreiging van geweld. Iets in de 14-jarige Elijah raakt hem. Een getroebleerde jongen die op school vaak in de problemen komt, met zijn alcoholische moeder woont en een groot talent voor basketbal heeft. Hij probeert enige afstand en professionaliteit te bewaren en ondertussen Elijah een stabielere omgeving te bieden. De vraag is of dat samengaat en of hem dat lukt.
De leefwereld van Elijah en Nick zal voor veel lezers geen herkenbare wereld zijn. Dat is niet erg en juist daarom geeft dit boek een erg goede inkijk in wijken waar de levensverwachting minder hoog is door bijvoorbeeld geweldsincidenten. Door het verhaal van Lunabba kan je niet meer wegkijken, tenzij je stopt met lezen.
Een bepaalde relatie aangaan met jongeren lukt Nick als jongerenwerker goed, ook al vraagt hij zichzelf regelmatig af of hij professioneel (genoeg) handelt. Hij herkent aspecten van zichzelf in de jongeren, kan daardoor beter en goed inspelen op wat ze nodig hebben. Hij ziet hen en kijkt verder dan uiterlijk.
De dialogen met Elijah, vrienden en anderen lezen vlot, mede door gebruik van korte hoofdstukken. Betreft de verdere schrijfstijl weet ik niet goed of ik deze nu fijn vond of niet. Soms voelde het een beetje als worstelen en dat komt niet door moeilijk taalgebruik. Persoonlijk denk ik dat dat komt doordat Nick een bepaalde afstand houdt. Voor mij is binding met een personage geen vereiste in een boek, het maakt dat het anders leest en in dit geval niet je niet per se vrolijker wordt van het lezen. Het is daardoor wel eerlijk en rauw.
Dat maakt het bij dit boek juist ook weer krachtig, want Nick worstelt met zichzelf en dat voelt de lezer. Als er iets is wat hem lukt is het verbergen van zijn gevoelens en gedachten naar anderen toe. Verbergen van de persoon die hij is waardoor niemand hem eigenlijk kent. Hij bewaart een bepaalde afstand tot mensen om maar geen echte relatie aan te gaan met iemand. Keihard voor zichzelf en afstand tot anderen zodat hij niet geraakt kan worden. Dat zorgt voor veel interne, harde, strenge overdenkingen.
Ben je moedig en bied je weerstand en weet je de klappen en vernederingen te verdragen omdat je het in je hoofd hebt gehaald dat er voorbij de misère geluk bestaat dat je waard bent, dan kom je tegenover een nóg machtiger vijand te staan: jezelf.
Het is het persoonlijk relaas van Nicolas Lunabba en soms raast het verhaal goed door. De ellende wordt niet met een paar bladzijden minder en ook niet met 150 bladzijden. Een vicieuze cirkel, zeker op zo’n grote schaal, is niet zomaar te doorbreken. Ben je verdrietig als ik doodga? is daardoor wellicht een boek dat zich goed leent om in stukken tot je te nemen. De boodschap zal evenmin tot je doordringen.
Het verhaal focust vooral op de angsten en gevoelens van Elijah en Nick zelf, maar ook het lot en gelukkig ook op de verandering van gedrag van Elijah.
Daarnaast is Nick kwaad, gefrustreerd en spreekt met deze aanwezige emoties over verlatings- en bindingsangst, racisme en het falende Zweedse politieke systeem waar deze jongeren slachtoffers van zijn. In plaats van dat het systeem hen behandelt als daders. Het geweldskapitaal is eenzijdig. Ze hebben geen probleem. Ze zijn hét probleem.
Hét probleem is vooral dat bovenstaande onderwerpen diep doordrongen zijn in de samenleving. Dat Nick zelf uit een achterstandswijk komt, maakt wel dat hij weet waar hij het over heeft. Hij sluit zijn ogen niet voor jongeren die volgens de maatschappij als ‘niets waard’ of ‘ingewikkeld’ worden bestempeld.
Ondanks de stoere façades en houdingen van deze jongeren raken de opmerkingen van buitenstaanders hen wel degelijk waardoor ze alleen maar gekwetster worden en hun zelfvertrouwen nog meer verliezen. Hun sociale en economische status is laag en daarmee dus ook van hun ouders, of vaak alleenstaande ouder.
Ze hebben het niet breed, ze worden niet opgenomen in gemeenschappen, mensen behandelen hen als vuil, er is een constante dreiging van geweld, angst voor (ver)moord (worden), verslavingen en instabiliteit, (juist) ook binnen het gezin, weinig zelfvertrouwen. Achtergronden van jongeren en ouder(s) worden (heel) kort geschetst en dat is prima, want de boodschap komt over.
Als laatste wil ik zeker wat kwijt over de fijne vertaling van Jasper Popma. Zweedse straattaal is onderdeel van de dialogen en dat is prettig vertaald. Ook wordt door de vertaling duidelijk hoe het Zweedse politieke systeem werkt. Ik kan me voorstellen dat als het letterlijk vertaald zou worden, dit minder duidelijk zou zijn.
Niet verwacht zoveel te schrijven, maar dit werd mijn persoonlijke relaas over dit boek. Zonder de nominatie voor Beste Boek voor Jongeren zou ik dit boek niet kennen en of ik het zou oppakken weet ik niet zeker. Het lukt me niet goed een inschatting te maken of jongeren dit zouden lezen als het in hun buurt ligt. Een boek dat (meer) zal gaan leven als iemand erover zal vertellen, bijv. werkzaam binnen dit werkgebied.
Het is niet alleen een persoonlijk relaas en aanklacht tegen het politieke systeem. In het boek schuilt ook de oproep om elkaar gelijk te behandelen en meer naar elkaar om te kijken.
Nicolas Lunabba, Ben je verdrietig als ik doodga?, Vertaling Jasper Popma, De Geus, 2024, 318 blz., 9789044548884
