Een bloemlezing van de Franse dichter Guillaume Apollinaire met een bijzondere titel, die afkomstig is uit een gedicht.
Kiki Coumans stelde de verzameling samen en leidt in De nacht is zo mooi met zijn koerende kogels Apollinaires werk in. Daarbij geeft ze achterin ook nog extra uitleg over de interpretatie van woorden en regels. Zo gaat poëzie leven!
Apollinaire leefde van 1880-1918, wordt door de omstandigheden als oorlogsdichter getypeerd maar had voor de Eerste Wereldoorlog al een dichtbundel klaar.
Het gedicht op de foto’s verhaalt over de autoreis met een vriend naar Parijs op 31 juli 1914, als de mobilisatie in de lucht hangt. Vanwege zijn Italiaans-Russische nationaliteit hoeft Apollinaire niet direct te dienen, maar hij doet het toch. Wegens zijn grootse en trouwe inzet kreeg hij een paar jaar later alsnog de Franse nationaliteit toegekend. In 1918 stierf hij aan de Spaanse Griep, officieel ‘mort pour la France’.
Dat men veel over deze persoon weet komt door de uitgebreide en amoureuze correspondentie met een paar dames. In zijn brieven schreef Apollinaire veel (kubistische) poëzie. Aan het front mocht hij een bundeltje drukken, ‘Case d’armons’. Dat moet een beleving geweest zijn, met slechte inkt en modder.
Apollinaire ligt begraven op Père Lachaise, alwaar op de buitenmuur zijn regels staan: “Wie zal ooit weten hoe vaak ik heb gehuild/Om het heilige sterven van mijn generatie”.
Guillaume Apollinaire, De nacht is zo mooi met zijn koerende kogels, vertaling: Kiki Coumans, Vleugels, 2022, 136 blz., 9789493186507.