De dasjes Bas en Bes zijn net als veel kleine kinderen, iets wat niet mag is altijd interessanter. In een onbewaakt ogenblik nemen ze toch het hazenpad alias dassenpad. Ze hebben hun ondergrondse hol met allerlei gangen nu wel gezien. Hup, de wereld ontdekken! Het kriebelt, ze zijn nieuwsgierig. Waarom mogen ze van hun ouders niet buiten het veilige hol komen? Wat is het gevaar?
De ene durft wat sneller dan de ander de kop buiten het hol te steken. Het ruikt anders, er zijn andere geluiden en ze ontmoeten de voor hen vreemde dieren. Dieren waaraan ze vragen of zij misschien een gevaar zijn. Als Uil zijn vleugels spreidt schrikken ze zich een hoedje en rennen naar een weide. Het is ineens flink klauteren zo op de heuvels van dit Limburgse landschap. Ze ontmoeten Koe die al lang weet dat zij dassen zijn en vertelt hen dat die in de wei naar wormen en kevers zoeken. De Merel en de Mol zijn piepkleine gevaren volgens hen om vervolgens in het bos Vosje te ontmoeten. Ze vinden het daar prachtig met het bed van witte bloemen maar waarom noemt Vos hen stinkerds? In de beek waar ze de geur van daslook kunnen proberen van zich af te wassen ontmoeten ze meneer Bever. Gelukkig kan hij de dasjes zonder zwemdiploma te hulp schieten.
Vosje neemt hen verder mee op rondleiding langs kleurrijke bermen vol wilde bloemen en ontdekken tijdens het spel een mergelgrot. Een bijzonder hol waar Bas en Bos ondoordacht binnenwandelen en geen licht kunnen vinden. Ook daar is een dier dat hen helpt en geen gevaar is. Buiten wacht Vosje die hen wel een echt gevaar kan laten zien: de mens.
Op de sfeervolle platen zie je de achtergelaten rommel tussen het struikgewas liggen. Op de volgende bladzijde horen en zien ze een auto, een monster vinden de vosjes. Ze willen direct weg van deze plaats. Vosje vindt dat ze naar huis moeten gaan, maar waar is hun huis? Gelukkig is daar wijze Uil die alles weet.
In mooie bijna realistische schilderingen wordt de natuur en leefomgeving van de dasjes uitgebeeld. Het valt op dat de hoofdpersonen in het verhaal, de beide dasjes en de vos, een tuinbroek dragen en de andere dieren geen kleding. Jonge kinderen zullen daardoor deze dieren mogelijk eerder herkennen. De oplettende kijker zal vast de uil regelmatig tegenkomen. De vergezichten zijn prachtig alsook de scènes in het bos. Je kunt duidelijk zien dat Pallieter Hutschemakers zeer bekend is met de omgeving waar het verhaal zich afspeelt.
Het verhaal leest soepel voor zoals we van Jacques Vriens gewend zijn. De lengte van de tekst leent zich goed voor een langer voorleesmoment, heerlijk in een leunstoel zoals het schutblad al aangeeft en daarmee ook geschikt voor kinderen ouder dan de kleuterleeftijd. Het is niet alleen leuk en mooi maar ook leerzaam. Diverse flora en fauna worden genoemd, de platen nodigen uit tot opzoeken van informatie of verdieping over de leefwereld van de voorkomende dieren. Menselijk gedrag en emoties zullen herkenbaar zijn voor de leeftijd vanaf ong. 4 jaar.
Een aanrader om te gebruiken bij natuurlessen, o.a. thema ontdekken en ook erg leuk als je in Zuid-Limburg op vakantie gaat. Je zal maar wonen in deze avontuurlijke leerrijke omgeving! Misschien kom je dan een keer de makers tegen op een wandeling? Zij vertellen je vast veel meer over de rijke natuur van het Savelsbos dan al in dit prentenboek is verwerkt.
Jacques Vriens, De wijde wereld in!, schilderijen Pallieter Hutschemakers, Van Holkema en Warendorf, 2023, 40 blz., 9789000385027