‘Waar ben ik? Wie ben ik? En eh… wát ben ik?’
Vos Ludas is zonet als een razende tegen een boom opgeknald. Na de eerste jammerklacht uit hij samengevat in ‘waar, wie, wat’ wat er met hem aan de hand is. Het enthousiast energieke is even door alle snelheid verdwenen. Konijn Bontje is onfortuinlijk in Vos zijn ‘razende vaart’ meegenomen en schrikt zich het apelazarus als hij ziet dat juist een vos zijn pijnlijke rug heeft veroorzaakt. Bontje kan geen kant op. Ludas vraagt af wie hij is nadat de eerste lodderigheid is verdwenen.
Het konijn speelt handig in op het geheugenverlies van de vos. Vos die zich afvraagt welk dier hij is, krijgt de tip om te kijken naar zijn poten en vacht. Ludas noemt zelfs een gans als mogelijkheid. Bontje maakt hem uit zelfbehoud wijs dat Ludas een hert is, om vervolgens zijn eigen sores mee te delen. Vos blijkt over een mededierlijke inborst te beschikken en fungeert als rijpaard: ‘Kruip maar op mijn rug,’ zie Ludas. Ik breng je overal naartoe.’
Terwijl je geniet van de plaat waarop het tweetal vriendschappelijk door het winters landschap met bevroren rietkragen rent, zie je op de achtergrond schaduwen die voor ieder dier bedreigend zijn. ‘Jagers!’ riep Bontje. ‘We moeten hier zo snel mogelijk vandaan!’ Een ontdekt hol biedt bescherming aan beiden, maar biedt het bescherming voor elkaar? Tijd om plan B te bespreken lijkt Bontje te denken, want de ene heeft een mentaal probleem, de andere een fysiek ongemak. Bontje maakt Ludas wijs dat konijnen en herten goed met elkaar kunnen opschieten. Bij elkaar blijven lijkt Bontje voor zichzelf erg handig. Wie is hier de slimste, de als Reinaert bekend staande vos of toch het konijn dat een leugentje om best wil gebruikt?
Bontje heeft de woorden nauwelijks uitgesproken of Ludas vuurt de volgende vraag op hem af: ‘En wat eten herten eigenlijk?’ De vos heeft honger, het konijn ziet neergelegd voedsel, wel bij Bontje passend. Ludas eet mee van het wortelmaal (zie die blik in de ogen), maar smaak zegt hem dat hij dit niet van vroeger kent. De prille, broze vriendschap krijgt een eerste test.
Langzaam maar zeker komt het geheugen van de vos terug. Ze zien vanaf de bosrand een familie vos die twijfel zaait en op een nacht weet Ludas plots zijn naam weer te noemen. Daartegenover wordt het vriendschappelijke gevoel sterker vanuit de vos voor het konijn, het konijn dat volgens dierlijk instinct een prooi is voor de vos. Bontje beseft dat laatste als konijn maar al te goed en houdt de vos nauwlettend in de gaten. Het konijn wordt daardoor zo wantrouwig dat de vos het opmerkt. Als Ludas dan ook nog een volgens hem vreemde droom heeft, neemt Bontje een drastisch besluit.
Geheugenverlies door stom toeval en de daaruit voortvloeiende vriendschap zijn vanzelfsprekend de dragers van dit verhaal dat zo prachtig van illustraties is voorzien door Sanne te Loo. In de soepel lopende woorden van Jan Paul Schutten zit zoveel meer dan deze twee onderwerpen zoals uit bovenstaande al blijkt.
De begrippen buitelen om elkaar heen waardoor enorm veel mogelijkheden worden gegeven voor inzetbaarheid. Emoties en uitdrukkingen als schrikken en ‘in het oog houden’ zijn als vanzelf in de tekst opgenomen. Betekenis is uit context door woord en beeld op te maken. Bespreek bijv. welke momenten aan zintuigen kunnen worden gerelateerd – smaak, proeven, horen, zien of voelen. De synoniemen gerelateerd aan ‘snelste dier’ en ‘razende vaart’ zijn divers, je vocabulaire wordt in een noodgang uitgebreid. Je veilig voelen en beschermd zijn geven stof voor een sociaal-emotioneel gesprek, terwijl het onderwerp natuur en instinct een inkopper zijn door Ludas en Bontje.
De oplettende kijker heeft vast gezien hoe Sanne te Loo de seizoenen als vanzelf laat passeren. Dit begint al bij het eerste schutblad met een blauwe winterse kleur. Tegelijkertijd met het voorzichtig terugkeren van Ludas’ geheugen, bloeien de eerste sneeuwklokjes in de terugtrekkende sneeuw – waarna richting lente het gras weer groener wordt en de meibloemetjes erbovenuit steken. Het groene maakt plaats voor meer zomers geel en gaat naar herfstige hei en roze/paars kleur aan het eind. Op dezelfde wijze kun je dag en nacht ontdekken in kleur en detail. De emoties, van oplopende naar rust, angst en berusting, zijn daarbij treffend in sfeer, blik en compositie getroffen. Bij dit alles mag ook het sfeervolle, doorlopende en in reliëf opgebouwde omslagillustratie worden opgemerkt.
De kleuren aan het eind geven op twee manieren betekenis aan het verhaal. De seizoenen om het jaar rond te maken, het leven dat voor zowel het konijn als de vos naar het eind toegaat.
Bijzonder hoe op het oog met enkele aanpassingen in tekening het verschil in tijd de eerst zo levendige jonge gezonde dieren later als ‘ouwe mensjes’ kromgetrokken en houterig direct wordt begrepen. De tekst vertelt ‘jaren verstreken’ en ‘oud geworden’, de illustraties geven het al aan voordat je het leest. Daarbij zie je een eenzaamheid die bijna pijn doet om daarna met een glimlach een variant te zien op de lamme helpt de blinde. Bontje ziet niet veel meer, Ludas zijn gehoor is niet meer scherp. Prachtig hoe oude liefde niet roest, hoe vriendschap angst overwint.
Een deel van de dieren uit het bos die je op de eerste platen in winters tafereel zag, zie je op de laatste plaat terug. Sommige niet, die waren aan het overwinteren, elders of in hun warme hol. Grappig is hoe jonge kinderen de muisjes overal zullen zien.
De warmte, de magie, straalt ook af van de laatste illustratie. Ludas en Bontje wandelen samen het verhaal uit, omgeven door hun natuurlijke habitat en dierenvrienden. Het vingerhoedskruid zal niet zonder reden zijn gekozen ter illustratie als ook de namen van deze diervrienden.
Een ongelooflijk mooi, gelaagd en ontroerend prentenboek. Je schrijft Bontje en Ludas acuut in je onthoudboekje. Uit alles spreekt liefde en aandacht voor de gehele natuur. Schitterende winterse platen die warmte uitstralen. Veelzijdige tekst die geweldig voorleest en je ook laat lachen.
De pracht en het overwogene laten je genieten, nadenken en tonen dat vriendschap tussen soorten, liefde voor elkaar, alle werelden kan overbruggen.
Een prachtige aanrader vanaf 4 jaar en veel ouder.
Jan Paul Schutten, Ludas en Bontje, illustrator Sanne te Loo, Gottmer, 36 blz., 9789025779108
Een tip voor wie wil doorlezen over een vriendschap tussen verschillende diersoorten is ‘Roversjong’ van Jeff Aerts.