‘Boven op een berg staat een huis.
Het is het enige huis in de wijde omtrek
en zelden komt er iemand langs.’
Het meisje Rune woont in dit huis op de berg. In het sobere huis staat een houtkachel en een bed, ze heeft verder nauwelijks iets nodig. Soms komt er iemand langs en dat vindt ze genoeg. Het belangrijkste voor haar is de provisorische verbinding van wol en blik met Addae. De jongen Addae woont aan de andere kant van de wereld. Ze praten samen, een grapje bij het wakker worden, een verhaal bij het slapengaan. Een vertrouwde stem, het contact met de ander. Voor Rune is Addaes stem als een lied. Op een dag is Addae er niet aan de andere kant van de lijn. Wat is er misgegaan? Is er iets met hem, is er iets met de lijn?
Rune gaat niet bij de pakken neerzitten, sjaal om, het lege erwtenblik mee, het is noodzaak dat ze op onderzoek uitgaat. Er woedt letterlijk buiten en figuurlijk binnenin haar een storm. In de illustraties komen de diverse weertypes door verschillend kleurgebruik goed tot uiting. Regen wordt afgewisseld met zon en hogere temperatuur en dan weer hagel en ijs tot ze er bijna moedeloos van is. Tot ze ontdekt waardoor het waardevolle contact met haar verre vriend is onderbroken. De draad die voor de ene van lichamelijk levensbelang is, is voor de ander van geestelijke nood. De moedeloosheid verandert in begrip en hoop.
Intussen is een tegengestelde verhaallijn woordloos in de illustraties geïntegreerd. Addae is ook op weg gegaan, ook hij hoort niets meer via de draad en het blik en komt eveneens verschillende weersomstandigheden tegen. Hij gaat niet lopend, maar per boot in mist of helder weer. Op aloude wijze probeert hij per schrift in flessenpost hernieuwd contact te leggen. Ook Addae lijkt Rune als brood nodig te hebben en schreeuwt haar tegelijkertijd de geschreven woorden toe. De met moeite onderbroken gerepareerde draad volgend, komt Rune vervolgens aan bij de kust. Ze wacht en wacht, de emoties gaan van diepte- naar hoogtepunt.
De doordacht gekozen sfeervolle kleuren hebben een verloop van ijzig tot warm. Donkere wolken, bevroren grond, wapperende onzekere briefjes en vliegende vogels in rustiger vaarwater zijn een paar aspecten van de gegeven sfeer en emoties die in dit verhaal zijn te vinden. Door een eenvoudige rode wollen draad ontrolt zich een verhaal dat twee vrienden op afstand bijeen brengt.
De rode draad is een overeenkomst met ‘Mijn held’ van Ingrid & Dieter Schubert, maar daarin willen twee figuurtjes juist door een rode draad dichtbij elkaar verblijven, zijn er vele bij-personages en andere emoties, de titel zegt het al, en wijzigt de draad van plaats en vorm.
Een prentenboek van Janneke Ipenburg heeft een speciale eigenheid met altijd mooie diepere lagen. Hoe meer je bladert, hoe meer je ontdekt aan tegenstellingen, dubbele betekenissen of thema’s die in een groep in te zetten zijn of persoonlijk iets kunnen betekenen. Vanzelf is vriendschap een thema in dit oblong prentenboek, maar ook bijv. het weer, landschap en/of klimaat, wonen, materialen of vormen van analoge communicatie.
In korte krachtige zinnen en bijzonder kunstige illustraties wordt het universele thema vriendschap in een ander perspectief tot uiting gebracht. Hoe je ver kunt wonen en toch elkaar kunt bereiken, hoe een verre vriend een waardevolle, wezenlijke vriend kan zijn, hoe een vriend op afstand als thuis zijn voelt.
Een wollen warme draad die tussen mensen ongeacht uiterlijk of cultuur, dichtbij of ver weg op treffende gevoelige wijze de verbinding voor een onmisbare vriendschap symboliseert. Tijdloos goed prentenboek!
Janneke Ipenburg, Voor altijd bij jou, Pelckmans, 2023, 32 blz., 9789463375085