Als je door de stad of het dorp wandelt zie je soms ineens een rood of groen deurtje bij een muur. Met een fietsje erbij geparkeerd, een bankje voor zomerse dagen en in de herfst een takkenbezem voor het vegen van de boomblaadjes. Je vraagt je wel eens af hoe zou het er achter dat deurtje uitzien? Wie zou er wonen? Misschien liep je er al eens langs? In dit kabouterboek krijg je een inkijkje in de wereld achter een dergelijk deurtje: de wereld van kleuterkabouter Kik.
Kik maakt in de inleiding gelijk even duidelijk dat wij mensen totaal niets weten over kabouters. Hij torst wijsneuzerig een plattespullenklem mee als mascotte, de vlieg zegt nog net niet ‘vlieg op’. In het voorstelrondje leer je de uiterlijke verschillen met de mens en wordt lengte inzichtelijk gemaakt door een torentje fruittella-snoepjes. Hoe je oren eruit zien wordt bepaald door het geboortemoment van het dagdeel en verder nog zo wat mankementen. Oei, ‘mankementen’ kun je natuurlijk niet zeggen als mens want ze zijn èn zichzelf èn kabouters zijn gevoelig. Voor je het weet loopt er een heel kaboutervolk te pruilen en te jammeren. Om een punthoofd van te krijgen. Overigens kennen ze verder dezelfde emoties als de mens.
De hele kabouterencyclopedie pagina voor pagina doornemen vergt een complete ‘knutseldag’ naast dat de spontane verrassing het ontdekplezier vergroot. Het boek heeft dan wel de standaardmaat van een vierkant prentenboek, de dikte is niet navenant. Je kunt het zo gek niet bedenken of Kik laat je kennismaken met ook dát aspect van het kabouterleven. Bij de hoofdstuktitels als Huisbeesten, De muts, Gebarentaal, De oppepper en Gevaar kun je mogelijk een beeld hebben van de inhoud, maar je wordt telkens verrast door tomeloze fantasie, droge humor en inzet van rondslingerende spullen, gevallen eten tot rotzooi van de mens. Het laatste is geheel op natuurlijke wijze geïntegreerd in de tekeningen. Een op straat slingerend ijslepeltje, haarspeld, luciferhoutje of vingerhoed laat je vervolgens vanzelf zoeken bij een huis naar een kabouteringangetje.
Wonen kabouters dan niet meer in een park of bos? Ze kunnen ook prima wonen in al die open tussenruimten die huizen tegenwoordig hebben. De ene Opo en Omo zijn wel trouw gebleven aan het oorspronkelijke leefgebied, maar als je er op bezoek gaat moet je je wel vermommen. Een beetje domme optie is Hendrik-Jan de tuinman, als een Coco 2.0 kan, maar ook hier is restmateriaal aka afval supersnel en superhandig. Als je het over handig hebt, Kik laat zich als een ware Nils Holgersson vervoeren bij het overbruggen van grotere afstanden. Of laat zich warm houden door die verloren handschoen van de slordige mens. Overigens is een kabouterkind niet anders dan een mensenkind wanneer het bedtijd is: ‘Nóg een verhaaltje!’ Intertekstueel voor jong èn oud is dit kabouterverhaal ook nog eens.
Veel in leefwijze tussen kabouter en mens komt overeen. Kabouterkinderen gaan ook naar school en de volwassenen zijn eveneens de hele dag in de weer. De invulling laat je smakelijk lachen, genietend opmerken en grappig ontdekken in alle inventieve details. Intussen hebben de bekende Riphagen-insecten hun eigen verhaal te vertellen door de frisse kleurrijke Kik-platen heen, bijv. de handige stofzuiger en broekenpoetser, en ontmoet de oeuvrekenner eerdere hoofdpersonen. Voor de vormgeving door Leentje van Wirdum niets dan lof. Hoe mooi zijn details in titel of op achterkant verwerkt, een linnen rug en zelfs een leeslint.
Een tijdloos, gelaagd en vooral origineel kijk- en ontdekboek waarin je associërend urenlang kunt ronddwalen in ongebreideld enthousiasme en enorme creativiteit. Het laat je relativeren tot in bad aan toe ‘Tob niet, het komt toch anders.’ Het kabouterboek is geweldig leuk en prachtig dat je vanzelf van kabouters gaat houden, er zelfs in gelooft! Ook in de woonruimten achter kabouterdeurtjes in de straat. Misschien hoor je: ‘Hoi mens!’
Het kabouterboek: Riphagen in optima forma. Voor zowel jong als ouder, laat je verrassen, geef het cadeau, neem het mee op vakantie!
# Er zijn allerlei knutselideeën op de website te vinden.
# Ook een prachtige knutselplaat voor je eigen kabouterhuis, naar te vragen en af te halen in verschillende boekhandels.
# Inspecteer vanavond even de gordijnen.
# Haal alvast karton, lijm en verf in huis.
# Je kind wil vast zoete boodschappen halen, ook voor nieuw behang.
# Geen foto’s van het binnenwerk, zelf ontdekken is de noodzakelijke aanbeveling.
Loes Riphagen, Het Kabouterboek, Gottmer, 2023, 68 blz., 9789025777456
Eén gedachte over “Loes Riphagen – Het kabouterboek”