Een peuter of kleuter kan zich zomaar afvragen of iemand nog wel vriendjes wil zijn. De reden en de oplossing kan voor volwassenen simpel zijn, voor kinderen kan het op dat specifieke moment als een onoverkomelijk probleem worden ervaren.
Dit prentenboek, ‘Vriendjes’, geeft passend bij de leeftijd jonge lezers de onzekerheid weer en soms is juist dat relatief eenvoudige en ook het duidelijk benoemende net nodig waardoor er rust in gedachten terugkomt en er weer samen kan worden gespeeld.
Het vosje is één van de drie vrienden dat onzeker en daardoor verdrietig is. Vosje vertelt mama vos na de vraag wat er mis is, dat het niet weet of Beer en Eekhoorn nog vrienden willen zijn. Ze willen niet meegaan op muizenjacht en niet in vossenholen kruipen. Vosje vraagt zicht af ‘Waarom kunnen ze geen vos zijn, zoals ik? Precies hetzelfde!’
Mama vos haar eerste reactie met ‘Misschien is het juist fijner om verschillend te zijn.’ geeft daarna gelijk uitleg door verschillen te noemen en voordelen op te noemen m.b.t. het kunnen eten van nootjes en honing die Vosje ook lekker vindt. Vosje wordt aangespoord om eropuit te gaan want de twee dieren willen vast vriendjes zijn. Misschien hebben Beer en Eekhoorn wel honing en nootjes! Het vervolg laat zich enigszins raden, behulpzaamheid en oplossingsgericht te werk gaan monden uit in een gezellige alles samen delende picknick. En het echte einde? Precies zoals een kind ‘hetzelfde’ kan uitdrukken.
Het feit dat niet iedereen hetzelfde is, is al af te lezen aan de sfeervolle illustraties van Mark Janssen. Een vos, een beer en een eekhoorn zijn van nature anders in grootte, eetpatroon, gedrag of de plek waar ze verblijven. In de tekst van Suzanne Diederen lees je ook over de verschillen door het noemen van bijv. ‘sterke poten’, ‘dikkere pels’ of een ‘kleiner neusje’.
Daarnaast lees je over het kruipen door smalle holen wat de ene niet kan en de ander wel of het klimmen in bomen dat voor de Eekhoorn tot zelfs aan het einde van takken een fluitje van een cent is, maar voor Vosje een onmogelijke opdracht blijft. Dat een Beer wel in een boom kan klimmen maar voor nootjes pakken te zwaar kan zijn, reikt een volgend begrip aan. De gebruikte bijvoeglijke naamwoorden als ‘knapperige’, ‘zoete’ of ‘verse’ geven daarnaast ook mogelijkheden om ‘Vriendjes’ toe te passen bij onderwerpen m.b.t. voedsel en natuur en in het bijzonder de bij.
De tekst lijkt misschien op het eerste gezicht eenvoudig, maar wie goed leest ziet in de tekst juist allerlei woorden en begrippen die voor een jonger kind vanaf ong. 3 jaar, misschien wel eerder, een aanvulling zijn op de woordenschat. Woorden als glunderen, peuzelen of jammeren geven daarnaast iets aan over emotie en gedrag die vanzelf ook zijn verwerkt in het verhaal.
De illustraties vertellen mede of juist ook het verhaal en soms net iets meer. Je ziet al eerder dat Vosje nog een zusje heeft, er een knuffeltje vos is, je ziet de emotie op de snuitjes of dat de opening van dit vossenhol in een heuvel is. De vraag welke nootjes het zijn, dus welke boom Beer en Eekhoorn inklimmen is snel gesteld, het blad is herkenbaar. De rustige kleuren en de enkele, ook terugkerende, details zorgen voor herkenning en laten de aandacht vasthouden bij het verhaal.
De onderwerpen vriendschap, verschillend zijn en ieder de eigen kwaliteiten hebben is een vaker voorkomend onderwerp in prentenboeken. Het vrolijke doorlopende omslag, de opmaak, de schutbladen met de figuurtjes, het duidelijke benoemen in de tekst, de bijna lieve en vrolijke illustraties, de rustige sfeer, de prettig voorlezende tekst zijn allemaal punten waardoor ‘Vriendjes’ juist vanzelf een favoriet is van een jonger kind en een plek mag hebben in de peuter- en kleuterklas. Een boek dat een kind uit zichzelf oppakt! Je leest het met een glimlach voor. En vast vaker dan één keer.
Suzanne Diederen, Vriendjes, illustrator Mark Janssen, Clavis, 2023, 32 blz., 9789044850475
* tekst gebaseerd op 2e druk 2025