Pindakaas met brokken
Dit boek verhaalt van een buitenaards wezen dat naar Aarde gestuurd wordt om het bewijs rond een opgeloste wiskundige stelling te vernietigen. Zijn volk, de Vonnadoriërs, hebben hem als straf naar Aarde gestuurd. Straf, omdat de mens een technologisch en wiskundig inferieur ras is van gemiddelde intelligentie in een eenzame uithoek van het heelal dat nog niet verder komt dan de levenloze maan in de buurt.
De alien die vanaf nu in het lichaam van de professor Andrew Martin zit, weet weinig van de gewoontes van de mensen en probeert zich in een benzinestation snel in te lezen in de Cosmopolitan. Hierdoor en de eerste hoofdstukjes krijgt het verhaal een komische tint met slapstickachtige elementen wanneer hij zich verbaast over onze wereld: “Ik ben op een planeet terechtgekomen waar de intelligentste levensvorm zijn eigen auto moet besturen…”
(Zijn er echt honden die brokkenpindakaas lusten?)
Naast dit staat het boek bol van de rake observaties over de zin en onzin van het mensenleven. “…een planeet met dingen die in andere dingen gewikkeld werden. Eten in verpakkingen. Lichamen in kleren. Minachting in glimlachjes.”
En later, als hij al even op Aarde woont, snapt hij niet waarom de mens zich dat vreemde weekritme aanmeet. Vijf dagen op repeat, een plezierdag en een dag om alvast te somberen over de maandag. Waarom zou de mens niet meer menselijke voldoening uit zijn sterfelijke leven halen?
Verder ontdekt hij toch ook de schoonheid in sommige zaken. Muziek en zorgen voor elkaar.
Het bij uitstek sterkste punt van het boek was de verandering die de hoofdpersoon ondergaat. Hiermee geef ik niets weg over het verloop, dit kan de lezer van tevoren voelen aankomen.
Het zit ‘m in de uitwerking van de verandering, de situatie is niet direct koek en ei nadat de alien heeft afgerekend met een tegenstander. Zoals hij ook zegt, net als in het menselijk leven gaat er enig tijd overheen.
Uiteindelijk gaat het over de zoektocht naar een liefdevol thuis. Prachtig einde.
Nadat ik het boek had uitgelezen – inclusief nawoord – heb ik het voorwoord er nog eens bij gepakt en me daarbij afgevraagd wie er nu eigenlijk tegen welke lezer spreekt. Aanrader om te (her)lezen.
Matt Haig, De wezens, vertaling: Monique ter Berg, Lebowski, 2018, 320 pagina’s, 9789048855575.
3 gedachten over “Matt Haig – De wezens”