Met Mens en Dier heeft Stern Nijland een prachtige aanvulling op haar oeuvre gemaakt. De ondertitel luidt als volgt: ‘van designerhond tot haaienzwempak’. Dat wekt de interesse! De kaft, waarop twee van Nijlands illustraties te zien zijn, laat daarbij een prachtige aap en kleurige vis zien. Zeker in navolging van Het Dierendoodboek ben ik heel erg nieuwsgierig hoe Stern Nijland nu invulling zal geven aan mensen, dieren en hoe we verweven zijn.
De inhoudsopgave laat al zien hoe breed de benadering in dit boek is. Ten eerste een leuk feitje, in een blokje zoals we ook uit Het Dierendoodboek kennen: “Ook al is de mens eigenlijk ook een (zoog)dier, in dit boek doen we alsof het verschillende soorten zijn: mens & dier”. Dat is al een eerste punt om eens goed bij stil te staan; waar staan wij, de mensheid, ten opzichte van dieren. Zijn we zo essentieel anders, of hebben we gewoon een ander jasje? Verderop wordt ingegaan op de verschillen en overeenkomsten tussen mensen en dieren, ziet de lezer dat er hoofdstukken zijn over hoe dieren gehouden worden, wat dierenarbeid is, hoe dieren mee kunnen helpen in de zorg, hoe de mens voor dieren zorgt of welke beroemde dieren er zijn. Voor ieder wat wils dus! De inhoudsopgave is zeer duidelijk, je kunt direct zien waar je als lezer heen moet als je over een bepaald onderwerp wilt lezen. Want dat is ook het mooie aan dit boek, je hoeft het als lezer niet in een keer door te lezen, maar je kan het ook opdelen. Een kind dat liever informatieve stukken leest, kan hier diens hart aan ophalen. Een kind dat een werkstuk schrijft over circusdieren, kan hierover lezen in Mens en Dier. Het geweldige is dat deze informatie niet alleen in korte stukjes en bulletpoints opgetekend staat, maar in een lopend verhaal. Dus ook voor het technisch lezen en leesbegrip is dit boek fantastisch, over rijke teksten gesproken!
Allereerst beschrijft Nijland dus overeenkomsten en verschillen tussen mensen en dieren. Vervolgens wordt de link gelegd naar hoe we met elkaar verweven kunnen zijn. Bijvoorbeeld de mens die de wolf terug wilde in Nederland, maar dat diezelfde wolf nu prooidieren, de schapen van een boer, eet. Dat vindt de mens dan weer niet zo fijn! Of dassenburchten die onder sporen worden aangelegd, waardoor het spoor wekenlang niet bruikbaar was. Maar ook weer waarom mollen zo fijn zijn in de tuin, ongeacht molshopen. Ze eten insecten, spinnen en zelfs slakken! Ook houden ze, samen met de regenworm, de aarde lekker luchtig, omgewoeld en daarmee vochtig. Dat is dan weer heel goed voor de planten. Zo zijn mollen supergoed voor het ecosysteem. Tevens leert de lezer van alles over de hond, van welk dier ze afstammen, hoeveel soorten er wel niet zijn, dat ze gefokt worden en over de emotionele band die hond en baas met elkaar hebben. Verder kan de lezer diens hartophalen aan de leuke feitjes die overal tussendoor staan, zoals dat de eerste gedomesticeerde kat in een neolitisch graf is gevonden te Cyprus, zo’n 9500 jaar geleden, of dat de kameleon niet verkleurt voor camouflage, maar voor communicatie! En wist jij dat Salvador Dalí een ocelot als huisdier had? Leuk voor een kind (of groot mens): wie is Dalí, en wat is een ocelot eigenlijk? Ook staat er een woordenlijst achterin het boek. Het is écht een weetjesboek op niveau.
Stern Nijland zou Stern Nijland niet zijn als ze niet dieper in zou gaan op de maatschappelijke thema’s. Zoals jagen op wild, dierenwelzijn binnen bijv. het circus, het dolfinarium of de dierentuin. Bij dierentuinen legt ze uit dat ze al duizenden jaren bestaan en het vaak een manier was om status te verkrijgen voor rijke machthebbers. Later werden de dierentuinen publiek toegankelijk. Nijland schrijft dat de educatieve voordelen van dierentuinen groot zijn, dieren kunnen goed onderzocht en begrepen worden en er zijn fokprogramma’s om bedreigde dieren met de juiste kennis te ondersteunen en uitsterving te voorkomen. Maar ja, deze fokprogramma’s werken niet altijd, hoe kunnen ze dan weer in het wild uitgezet worden en moeten dieren wel onder de natuurlijke omstandigheden leven waar ze niet voor gemaakt zijn? Ze legt beide kanten dus genuanceerd uit en geeft veel ruimte aan de lezer om een eigen mening te vormen. Er staat ook in blauw blokje bij: “Wat vind jij? Moeten dierentuinen blijven bestaan?”. Vragen staan in blauwe blokjes, weetjes in oranje blokjes. Zo blijven ook de vragen en weetjes goed overzichtelijk gescheiden.
Ik vind het persoonlijk superleuk dat ook zorg door dieren aan bod komt, zoals hulpdieren of politiehonden. Dieren zijn superslim! Ook komt aan bod hoe we voor dieren kunnen zorgen, zoals een konijn dat een rolstoeltje heeft of egels die weer kunnen opknappen in de egelopvang voordat ze weer in het wild worden uitgezet. Ook krijgt de lezer hier tips om zelf egels te helpen, super interessant! Zo kun je een egelsnelweg maken met je buren, rommel achterlaten in de tuin of een egelhuisje plaatsen.
Naast zoogdieren komen natuurlijk ook vissen en vogels voor in Mens en Dier. Er is ook een letterlijk zwarte bladzijde gewijd aan dierproefexperimenten, of hoe de mens het hondje Laika en vijf Alberts de lucht in schoot. Toch wordt daar tegenover ook iets leuks gezet; een Belgische wetenschapper ontdekte aan de hand van vuurvliegjes hoe hij ledlampen feller en effectiever kon laten branden! En zo kan ik nog wel door blijven schrijven over dit leuke boek, maar dan wordt dit wel een heel lang stuk. Daarvoor zal je, hoe flauw ook, het boek toch echt zelf moeten lezen.
Naast alle inhoud moet ik nog even de mooie, realistische zelfgemaakte tekeningen van Stern Nijland benoemen. Want wat zijn dat kunstwerken! Bekijk bijvoorbeeld de kameleon op bladzijde 26-27, of de golden retriever op de bladzijde daarna. Wat doet dat dier nu? Ook het egeltje op bladzijde 65 is ongelofelijk lief, je zou het bijna over z’n buikje willen aaien. Je krijgt medelijden met de olifant op bladzijde 53 en herkent zo de eend uit de sloot bij jou in de buurt op bladzijde 49. De veelzijdigheid van Nijland blijkt maar weer eens. En dan de schutbladen, die zo de essentie van het boek aan het begin en einde samenvatten. In de opmaak en stijl van grottekeningen, maar met een mens op een paard, een tijger door een hoepel, een vogel in een kooi en een ingelijste kat. De mengeling tussen het samenleven van mensen en dieren komt hier perfect naar voren.
Al met al vind ik Mens en Dier, zoals misschien gemerkt in dit ongelofelijk lange stuk, echt een geweldig boek. Het is zo breed te gebruiken, van leesboek tot kunstboek. Zelf lezen zal kunnen vanaf een jaar of 9, maar bij interesse en samen lezen kan het ook al eerder opgepakt worden. Je kunt er ontzettend veel woordenschat uit op doen, of leren een mening te vormen. Hulde voor de opmaak, waarbij de volle bladzijden nergens onoverzichtelijk of te druk zijn. Een absolute aanrader voor Sinterklaas of Kerst, nu de feestdagen er weer aankomen. Of gewoon voor een andere feestdag, een verjaardag, maar in ieder geval een must have voor iedere schoolbibliotheek.
Stern Nijland, Mens en Dier, Lemniscaat, 2025, 91 blz., 9789047717010
Meer van Stern Nijland:
Het dierendoodboek – Stern Nijland – Lezersgoud
