Op een hele normale dag komt het bericht van premier Roelants dat een zwart gat onderweg is naar de aarde en de mensheid waarschijnlijk zal wegvagen. Alle stripboeken van De Adelaar, een superheld die het opneemt tegen bovennatuurlijk sterke vijanden, heeft Nicolas al eens gelezen. Zijn vader werkt hard, zijn moeder heeft andere problemen aan haar hoofd en is vaak afwezig. Nicolas besluit zich net als De Adelaar alles op alles te zetten om de wereld te redden, maar ook om zijn pasgeboren zusje een kans te geven om te leven.
Een zwart gat, bestaat dat? Niemand weet het. Wat moet je doen met dit verontrustende nieuws? Mensen hamsteren, willen niet meer leven, hebben geen zin meer om te werken. Deze elementen zijn herkenbaar met het Coronavirus waar we afgelopen maanden mee te maken hadden en helaas nog steeds mee te maken hebben. Je voelt de paniek, wanhoop en angst bij de mensen in het boek en zeker ook bij Nicolas. Toch is er ook hoop.
Als personage wordt de achtjarige Nicolas erg goed neergezet. Hij bekijkt dingen zoals een kind die bekijkt, maar lijkt in sommige situaties volwassener dan bijvoorbeeld zijn ouders. Vader werkt om eten te krijgen, moeder is al langere tijd psychisch onstabiel. Hij probeert zich staande te houden, zo goed als dat kan als zijn ouders niet echt voor hem zorgen.
Nicolas ziet veel, maar heeft niet direct een oordeel. Hij constateert dingen en is bang. Hij voelt zich prettig en veilig bij overbuurvrouw Katja en identificeert zich met De Adelaar. De manier waarop de stripheld door het boek verweven is, is mooi. Nicolas is van plan de wereld te redden en oefent met vriend Joachim met vliegen. Tussendoor voel je mee met Emma en Nicolas, ze gaan achteruit en dat merk je aan alles. Je hoopt dat het beter gaat, dat ze opknappen, dat hun ouders weer gaan zorgen voor ze, maar ja… dat zwarte gat komt eraan hè?
Terwijl het boek eindigt, begint iets nieuws, maar voor hoelang? Een afgerond einde, maar toch ook een open einde, want niemand weet wat er werkelijk daarna zal gebeuren. Na het lezen had ik veel om over na te denken. Een verhaal dat op een andere manier werkelijkheid werd, over Nicolas en zijn kistje, over zijn ouders, over een paar bijzondere momenten waar een achtjarige bij betrokken is. Over het laatstgenoemde had ik soms mijn twijfels of is dat toch passend bij de situatie? Over wat dit fijn geschreven verhaal eigenlijk allemaal vertelt, meer dan er werkelijk geschreven is.
Hoewel dit boek in 2019 al uitkwam, is nu te zien hoe actueel dit verhaal eigenlijk is en wat dit nieuws van grote omvang met de mensheid doet. De sfeer van angst, hoop, wanhoop, geen zin meer hebben is voelbaar. Het heeft geen zin meer, want de wereld zal vergaan. Knap gedaan.
De vele verwerkte thema’s in dit verhaal zijn op een goede manier verwerkt. Eekhout schuwt niet om over zelfdoding, automutilatie, angst, depressie en scheiding te schrijven. Onderwerpen die bij de situatie passen, maar die vooral ook bij de leeftijdscategorie 15-18 jaar naar voren zouden kunnen komen. Ik ben benieuw hoe lezers met deze leeftijd het boek zullen ervaren.
Als laatste wil ik nog een compliment geven aan Anne Eekhout zelf. De manier van schrijven is fijn, knap, beklemmend, sfeervol en vlot en dat alles maakt dit boek ook erg goed.
Lees dit boek!
Anne Eekhout, Nicolas en de verdwijning van de wereld, Arbeiderspers, 2019, 256 blz., 9789029510479