In 1959 verdwijnt er een groep van negen studenten in een bergpas in het Oeralgebergte. Sommigen hebben alleen nog hun ondergoed aan, een andere student is terwijl ze nog leefde letterlijk haar tong verloren. Wat is er gebeurd? Wat is het motief, waarom is dit gedaan?
Heden ten dage nog steeds een onopgelost mysterie.
Het boek bestaat uit vier verhaallijnen die elkaar opvolgen. We beginnen bij Roza, haar verhaal speelt zich af in 1959, ten tijde van het verdwijnen. De groep komt bij haar op school en het hele dorp is opgewonden, jongeren uit de grote stad! Toch vindt Roza het ook eng, ze heeft immers een gesprek opgevangen tussen haar vader (een soldaat) en een andere man, dat één van de negen de groep naar een bepaalde plek moet leiden, en over dat “de lichten” tot diep in het dal te zien zullen zijn… Ze besluit schoolvriend Boris en een van de studenten te waarschuwen, maar zal dit helpen?
De andere drie verhaallijnen worden door een vuurtorenwachter verteld, Roza’s zoon en een Nederlandse student geïntrigeerd door het Djatlovmysterie. De andere verhaallijnen is waar de vraagtekens ontstaan. Wat is waar? Wat is betrouwbaar? Je wordt gegrepen door het verhaal en toen het uit was, bleef ik verbijsterd achter. De Hebban-leesclub van het boek heeft me geholpen het boek beter te begrijpen en sterkte mijn mening dat het boek ontzettend goed geschreven is.
Tevens was de schrijfstijl heel goed, wat blijkt uit de strofe “Hij hield zijn ogen voortdurend op het naakte lichaam gericht. Het water nam het telkens weer terug, onzeker of het op deze plek moest worden uitgeworpen. Hij struikelde het strand op, en terwijl de oceaan het lichaam opnieuw binnenhaalde, pakte Langlois het bij beide armen vast en sleept het op het droge.”.
Een ontzettend goed opgebouwd boek, dat maakt dat je zelfs gaat twijfelen aan feiten. Eén ding is duidelijk: een mysterie is niet voor niets een mysterie.
Olivier Willemsen, Roza, Uitgeverij De Harmonie, 2018, 192 blz., 9789463360418.