De schrijver Bohumil Hrabal is deze lezer onbekend, hoewel vertaler Kees Mercks enkele van zijn titels al eens uit het Tsjechisch naar het Nederlands overgebracht heeft. Als ik Rik Zaal in Het land van Hrabal moet geloven is het niet-kennen een gemis, zeker ‘omdat Mercks ze voortreffelijk vertaald heeft’.
Het is een roman die enigszins over het werk van Hrabal gaat; meer nog over herinneringen aan communistische tijden en vrienden.
Tussen de vaak lange zinnen door die inhoudelijk associatief aan elkaar geschreven worden staan afbeeldingen die soms verduidelijken waarover geschreven wordt. Bijvoorbeeld een ohrivácek, een bierwarmer. Geen idee dat dat zelfs maar bestond. Enkele foto’s komen uit Zaals eigen archief, wat het vermoeden versterkt dat hij over een paar zaken vertelt die hij zelf heeft meegemaakt. Tevens lees je in een passage opmerkingen over de Nederlandse boekenwereld en het als auteur moeten bijschnabbelen naast het schrijven. De vraag of Het land van Hrabal deels autobiografisch is dringt zich bijna automatisch op, maar het past nu om deze te laten liggen gezien het scherpzinnige commentaar op voorspelbare interviews met auteurs. En eigenlijk maakt het ook niets uit want Rik Zaal vervolgt een goed verhaal.
De schrijver-verteller in het verhaal zoekt continu naar herinneringen aan een wel of niet gebeurde ontmoeting met de door hem vereerde Hrabal. De zoektocht door zijn geheugen, al dan niet ondersteund door Google en door zijn vrouw bewaarde krantenknipsels, voert hem ook langs vriendschappen en verhalen in Praag. Dit geheel ademde de sfeer van Patrick Modiano, wat ik absoluut niet erg vond.
Qua setting was Het land van anders dan Modiano: grotendeels Praag en reizen van en naar de stad in communistisch gebied. De verteller heeft een theorie over Echte en Onechte landen ontwikkeld, wat er in het kort op neerkomt dat dingen zich in Echte landen afspelen in dictatoriale omgevingen waar de literatuur dus een grotere noodzaak heeft. In de Onechte landen is literatuur een luxeproduct omdat alles er gedrukt mag worden.
Omdat ik daar steeds meer ervaring in krijg, in dat vergeten, mag ik me deskundig achten en stellen dat het van sommige ervaringen en gebeurtenissen in het verleden heel prettig is dat ze […] zijn verdwenen, maar andere vergeten feiten ervaar ik als een gemis wat ik pas merk als ze via mijn dagboekaantekeningen en mijn krantenstukjes of via mijn vrouw weer tot mij komen en het is dan opvallend dat ik de gebeurtenissen in wat ik ‘echte landen’ noem eerder in mijn falende herinneringen toelaat dan die uit onechte landen […].
De schrijfstijl is, volgens een andere lezer die ik erover sprak, geënt op Hrabals stijl zelf. Knap! Vermoedelijk gaat dit nog meer leven wanneer je Hrabals werk leest. In elk geval vind ik deze roman van Rik Zaal een leuke toevoeging in de literaire collectie.
Het omslag is gefabriceerd door Sander Patelski en gebaseerd op het logo van U zlatého tygra, het café De Gouden Tijger waar het verhaal begint en in zekere zin eindigt. Het café bestaat echt ;-).
Rik Zaal, Het land van Hrabal, Arbeiderspers, 2025, 136 blz., 9789029553810.
P.S. Kees Mercks vertaalde ook boeken van de auteur Jirí Weil. O.a. Mendelssohn op het dak kan ik van harte aanbevelen, bijzonder boek!