Een dag uit het leven van ‘jij’. Jij die een jongen van een jaar of negen lijkt, misschien wat jonger, misschien wat ouder. Jij, want een naam komt de lezer niet te weten.
De eerste zin ‘Alles begint heel onschuldig.’ wordt benadrukt door de opkomende zon en de vogels die fluiten; zelfs als een bal van vuur en die fluiten als gekken. Het leven van deze jongen is echter niet zo onschuldig als het lijkt, de voorbode staat reeds op de volgende bladzijde: ‘Het lijkt erop dat dit een dag vol verrassingen wordt. Wie weet wat je vandaag nog allemaal te wachten staat.’ Het denken aan de komende dag die volgens een vast niet altijd leuk patroon lijkt te gaan plaatsvinden laat hem vleugels krijgen, een lijfje met zwarte en gele streepjes zodat hij onzichtbaarder wordt, hem kan laten vliegen. ‘Als het goed is.’
Het leven wordt draaglijk voor ‘jij’ door de mogelijkheid om te kunnen ontvluchten uit zichzelf en het leven te spelen door levels te behalen als de zorgelijke armoedige thuissituatie hem benauwd, voor de pestkoppen te verdwijnen, langs een opdringere buurtbewoner te komen en de opmerkingen en vragende blikken in de klas te ontwijken. Jij en bij wisselen zich als een zoemloos vliegen af.
De jongen lijkt te moeten leren hoe hij om moet gaan met de mistroostige werkelijkheid, dat hij assertiever moet worden en groeien zodat hij vrij kan bewegen, kan vliegen als een bij. Op de laatste bladzijde begint de dag opnieuw met dezelfde zinnen, het is nog steeds zomer met een wezenlijk verschil: ‘En je vliegt weg.’
Een boek met een lengte van een novelle, dat veel thematiek herbergt en op een bijzondere fantasievolle wijze is geschreven. De jij-vorm geeft de jongen ruimte, de nodige afstand van zijn ellende, om te vertellen terwijl het de lezer direct aanspreekt. De vertaling uit het Duits door Esther Ottens is alsof je geen vertaling leest, knap gedaan. De verfijnde tekeningen in zwartwit van Stefan Yamá Cab vertellen veel; veel in emotie en van lief en zacht met bij en bloem, tot grimmiger en donker als de sfeer en plaats daar naar is.
Een verhaal geschreven vanuit de tweede persoon kom je nauwelijks tegen in jeugdboeken en is daarmee een bijzondere ervaring voor kinderen. De thematiek van een disfunctioneel gezin, pesten etc. daarbij opgeteld, laat bijna vanzelf de vraag naar boven komen: is dit een boek voor kinderen of juist voor volwassenen die boeken als deze omarmen waarvan er de laatste jaren meer verschijnen?
Dit is een voorbeeld van een boek dat aanbeveling nodig heeft door een volwassene zodat een kind onder de ong. 12 jaar ook kennis kan maken met een verhaal in weinig woorden, in een andere vorm dan gebruikelijk en een bijzondere inhoud.
Een mooi, schrijnend verhaal waarbij je ‘jij’ ongemerkt in je hart sluit, maar dat om voorlezen en bespreken vraagt voor de doelgroep anders wordt dit opmerkelijke verhaal gemist. Het is het absoluut waard. Mooi en speciaal.
Roland Schimmelpfennig, Vliegen als een bij, illustrator Stefan Yamá Cab, vertaler Esther Ottens, Ploegsma, 2023, 80 blz., 9789021684949