Een boek dat onterecht ondergesneeuwd dreigt te raken: Wij van de Ripetta van Tomas Lieske. Ik heb er onverwacht erg van genoten!
Historische fictie met goede dialogen en een verhaal dat zich vanzelf vertelt, lijkt het wel. Een openingsscène met een kardinaal en een schilder in Rome, vlak voor het jaar 1600 aanbreekt. De schilder vertrekt op een tocht naar gebieden buiten het pausdom en neemt de verweesde jongen Cecco als knecht mee terug. Weer eenmaal gevestigd onder kardinale bescherming noemt de schilder zich Caravaggio en belanden ze elke avond in een drinklokaal aan de Ripetta, een weg die van het Piazza del Popolo richting het Pantheon voert.
De bijzondere vreemdeling Will Shakespeare (doch nooit zo genoemd, de personages komen er niet uit of hij Shaksbird of Shaxberd heet) komt er op bezoek, gesprekken over toneel en protestantisme en katholicisme ontspinnen er zich. Will spreekt toneel-Italiaans met grappige versprekingen (afluistervink) zonder dat Lieske het infantiel maakt.
Rome is één groot toneel voor hem, met het drinkgezelschap en mooie prostituee Lena als middelpunt. Dit wordt versterkt door de manier van vertellen, met onzichtbare koorleden als commentator in de wij-vorm.Gefictionaliseerd, deze ontmoeting tussen Caravaggio en Shakespeare, maar wel met een logisch aandoende verklaring over hoe het schilderij De onthoofding van Johannes de Doper tot stand kwam.
Ik ga meer van Tomas Lieske lezen.
Tomas Lieske, Wij van de Ripetta, Querido, 2025, 232 blz., 9789025317799.