Wilma Borgman en Ron Fresen hadden beide in hun journalistieke loopbaan regelmatig te maken met Mark Rutte, denk aan het vrijdagse gesprek met de minister-president. Toen hij in juli 2023 na de val van zijn vierde kabinet plotseling aankondigde uit de politiek te zullen stappen, besloten ze over hem te schrijven.
Wie is eigenlijk dat politieke dier dat na twaalf jaar premierschap in “een epifaan moment” de beslissing nam na de volgende verkiezingen te stoppen? Hoe typeren zijn collega’s hem?De auteurs bakenen hun onderwerp bij voorbaat af door te focussen op de persoon Rutte in de werk- en privéomgeving en geen inhoudelijk politieke analyses te doen. Zo passeren kabinetsformaties en debatten over grote thema’s de revue.
Meerdere collegabewindslieden zijn geïnterviewd en zo ontstaat een algemeen beeld van een minister-president met weinig privéleven waarin alles zodanig op dezelfde wijze ging (tot aan hetzelfde huisje op hetzelfde park met dezelfde vakantiegewoontes toe) dat hij veel energie kon steken in zijn werk. Het premierschap was zijn droombaan, wordt meermaals bevestigd. Spontaan, jazeker, maar tegelijk ook een beetje berekenend: appeltje op de fiets deed hij altijd al. Maar toen het ook positief voor de beeldvorming bleek te werken, bleef je Rutte steeds op die manier zien fietsen.
Een premier die in alles de controle probeerde te houden en direct achter de schermen de plooien gladstreek als een conflict zich in de verte aandiende. In formaties veel meebewoog met andere partijen om gewoon een landsbestuur te krijgen. Er werd hem vaak geen visie verweten, maar zijn visie werd gedurende de jaren steeds meer “het land”. In het boek is zeker oog voor de zaken die niet goed uitpakten zoals de Toeslagenaffaire en de kwestie van het Groningse gas. Die gedupeerden voelden zich veel minder gezien dan de familieleden van de slachtoffers van MH17.
‘Het raadsel Rutte’ leerde me dat Rutte in de tijd van het 1 aprildebat, waarin het er hard aan toeging in het parlement, wel degelijk aan een opvolger dacht. Alleen kwam die niet; misschien had hier tevens meer een rol voor de VVD-top gelegen.
Ik vond het een interessante weergave van Ruttes premiertijd. Er zitten wat herhalingen in maar ook voldoende verrassende anekdotes. Borgman en Fresen beschrijven daarbij hoe ze het weekend van het epifane moment vanuit hun professie beleefden. Hiermee is het boek een tijdsdocument geworden dat je erbij kunt pakken om na te gaan hoe het toen ook weer met Rutte was. Niet alles ging goed in die politieke jaren, maar als je ziet hoe het nu gaat, verlang je naar de rustiger vaarwateren van 2010-2020. Ik ben blij dat ik het gelezen heb.
Wilma Borgman en Ron Fresen, Het raadsel Rutte, Balans, 2024, 256 blz., 9789463823302.
