In 2021 las ik ‘Op aarde schitteren we even’, over hoe moeilijk het was als Vietnamese vluchteling te aarden in Amerika. ‘Arab’ deed me daar in bepaalde opzichten aan denken. Net zo diepgaand, anderzijds ondoorgrondelijk. Als niet-immigrant zal ik deze verhalen denk ik nooit volledig begrijpen, maar Rahimzadeh weet het op een dergelijke manier te verwoorden dat je de urgentie voelt en gevoelens en kansen(on)mogelijkheid van Nederland leert te begrijpen.
Arab gaat over Bassam. Bassam is tweede generatie Iraniër, opgroeiend in Schiedam. Het ‘slechte deel’ van Rotterdam, ‘de downgrade’, zoals hij, Gi, Mo, Izzy en eigenlijk al hun families het zien. Tussen de flatgebouwen groeien ze zo goed, maar vooral zo kwaad als het gaat op. Bassam zonder moeder en een vader wiens universitaire diploma’s niet meer gelden in Nederland. Zijn broer uit huis, zijn zus studerend, waardoor Bassam vanaf zijn 13e zijn vader en zichzelf moet zien te onderhouden. Dit is lastig, met school, veel drugs en de wens hieraan te ontsnappen. Dat gaat alleen gepaard met geweld, keuzes waar zijn omgeving het niet mee eens is, maar ook het creëren van de vrijheid om zelf keuzes te kunnen maken.
Arab gaat gepaard met een tracklist, waarbij de tracks de hoofdstuktitels vormen. Het verhaal verloopt in zekere zin chronologisch en wordt onderbroken door flashbacks, die een goede verdieping aan het verhaal geven.
Over onzekerheid, zekerheid, broederschap en liefde. Aanrader, ik hoop prijswinnend.
Parham Rahimzadeh, Arab, Prometeus, 2021, 264 blz., 9789044647587.