17 april 2025

Bibi Dumon Tak, Jan Paul Schutten, Arend van Dam – Avonturen onder het maaiveld

illustraties Jeska Verstegen

Een merel hipt met een worm in de snavel door de tuin. De eerste bijen vliegen rond en als je op zoek gaat naar ontkiemende plantjes zie je allerlei beweging in de zwarte grond. De grond leeft. Hoog tijd om op zoek te gaan naar het ontvangen boek, want laat dat nu net het onderwerp in ‘Avonturen onder het maaiveld’ zijn.

Het is al weken droog, te droog. Geen spatje regen en toch zijn er volop regenwormen te vinden voor de huismerel. Iedere dag zie je hem met wormenbuit de tuin uitvliegen. Zou het vrouwtje al op het nest zitten, het is nog maar net april? Even zoeken leert dat de merel twee keer per jaar een nest heeft en inderdaad eind maart is dit al mogelijk. Je leest daarbij ook dat een merel in een tuin wordt gesignaleerd waar volop wormen en insecten zijn te vinden.

Dat er allerlei verhalen zijn te vertellen over het diverse leven te vinden in een groene tuin met allerlei beplanting zegt ook de ondertitel al: ‘verhalen van de allerkleinste wezentjes die de basis leggen onder ons leven’. Die kleine wezentjes zijn inderdaad de basis van al het leven, dus ook voor ons leven als mens. En die basis is zo ‘Avonturen onder het maaiveld’ ons leert de regenworm.

Een regenworm ploegt de bodem om waardoor de grond los komt. Daardoor kunnen bacteriën de grond lekker vruchtbaar maken. En zo kan er iets op groeien en kunnen bomen en planten bloeien. Die maken zuurstof en zo kan al wat erop beweegt adem halen. En wat voor de worm geldt, gaat ook op voor heel veel andere diertjes.
Bovenstaand citaat is een fractie uit het voorwoord door Koos de Wilt (concept en realisatie) en dan moeten de verhalen over de diertjes als het pimpernelblauwtje, het beerdiertje, de pissebed of het springstaartje nog beginnen.

De drie schrijvers Bibi Dumon Tak, Jan Paul Schutten en Arend van Dam geven als het ware de diertjes een stem door ze te laten vertellen hoe ze leven, voortplanten of welke nuttige activiteit zij onder en ook boven het maaiveld uitvoeren ten behoeve van het ecosysteem.
Dumon Tak trapt af met de engerlingen. Dit zijn griezeltjes die ieder jaar hun best doen nog enger te worden. Ze blinken zogezegd uit in ‘vieskleurigheid.’ Over ee n ander diertje dat vast onbekend is vertelt Jan Paul Schutten: het springstaartje. Je denkt mogelijk hierbij aan een apensoort. Laat het het diertje niet horen, het is al gepikeerd dat men het niet kent terwijl ze heel eenvoudig te vinden zijn in de natuur, daarom hebben ze een schrijver opgezocht om over hen te vertellen.
De pissebed waarover Arend van Dam verhaalt zijn vast wel bekende en erg nuttige beestjes. Wip eens een stoeptegel en ontdek een gangenstelsel, maar hoe komen ze aan de naam? Van Dam heeft hierbij natuurlijk een verhaal te vertellen.

Het pimpernelblauwtje doet vermoeden dat je met een vlinder te maken hebt, maar is dat zo? Het diertje weet alvast wel bij geboorte wat het plan is en welke kunstgrepen gaan plaatsvinden. De wielwebspin is weer een heel ander verhaal, je bent verrast over iets met lichtjes. Of die mier die om een tussenjaar vraagt en wordt verweten niet mee te werken? Zit daar een verwijzing in naar de mensenmaatschappij? Het stuk over de koekoekshommel kun je zomaar in een les integreren over de hedendaagse maatschappij waarbij communicatie en gedogen een rol speelt. Wel glimlach je om een inhaalles kwispeldans. Wat haften zijn onthoud je wel als je erover hebt gelezen, moet prachtig zijn om ze te zien. De regenworm komt ook aan bod, het diertje waarmee dit stuk begon zonder te weten dat er een verhaal hierover m.b.t. Darwin in zou staan. ‘Je zou kunnen zeggen dat de regenworm de wereld op zijn kop zet. Onder wordt boven. Boven wordt onder.’ En een merel hipt er ook in rond.

De verhalen beginnen allemaal met een prachtige illustratie. Jeska Verstegen heeft deze diertjes een gezicht gegeven in eigen stijl en passende kleuren, zelfs zo dat je ook de doorgaans enge en onooglijke diertjes leuk gaat vinden. Haar naam had overigens wel op het evenzo aantrekkelijke omslag mogen staan, als alle makers op de titelpagina (en er zijn wat opgemerkte tik- of zetfouten). De illustraties en de zo passende details geven de informatieve verhalen de glans die de diertjes verdienen. Je zou de platen zomaar aan de wand kunnen hangen.

Vlot met humor vertelde verhalen door drie aansprekende gelauwerde schrijvers over tien verschillende diertjes die ieder een eigen avontuur beleven en prachtig in beeld zijn gebracht door een gouden griffel winnende illustrator. Tien diertjes die serieus van belang zijn voor de gehele natuur. Want echt: ‘Eén theelepel gezonde grond bevat meer organismen dan er mensen op aarde zijn. Denk daar maar eens over na!

‘Avonturen onder het maaiveld’ heeft en biedt veel mogelijkheden of het nu thuis of op school wordt opgepakt. Het geeft aanleiding en handreiking tot verdieping – bijv. Wat is maaiveld? Proces van compostering? -, verwerking en verder op onderzoek uit te gaan naar de verborgen en minder geziene wereld. Achterin staan QR-codes waarvan één naar de film ‘Onder het maaiveld’ verwijst en de andere naar lesmateriaal *). Met aandacht vormgegeven door Noortje Boer. Voor alle leeftijden. Erg leuk, bewustmakend en interessant boek. Ga het ontdekken!

Bibi Dumon Tak, Jan Paul Schutten, Arend van Dam, Avonturen onder het maaiveld, Leonon Media, 2024, 68 blz., 9789492618832 

*) het boek is onderdeel van het project ‘Onder het maaiveld junior in de klas’ in opdracht van MN Media en Stichting Beleef de Nederlandse Natuur.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *