Meer dan 100 grappige gedichten.
Een bundel met gedichten is altijd welkom. Na twee eerdere bundels – Ik wou dat ik een vogel was en Een wonderprachtig dier – in eenzelfde concept is er nu Lachen, gieren, brullen. Een flink boek dat je af en toe openslaat, een gedeelte leest, grinnikt, van geniet, om een volgend keer verder te gaan bij het zo handige leeslint.
De titel impliceert dat je alleen maar dubbel ligt van het lachen tijdens het lezen. Soms wel, soms niet. Er staan vele verschillende gedichten in voor evenzo verschillende lezers. De ene laat je inderdaad lachen, de volgende geeft een binnenpretje om bij de derde weemoedig te glimlachen. Het uitgebreide voorwoord dat aan te raden is eerst te lezen en als een soort richtingaanwijzer fungeert, zegt dan ook terecht dat poëzie voor iedereen is, want gedichten zijn niet per definitie moeilijk of saai dus ook deze bundel met een titel waaraan je simpelweg glimlachen of genieten kunt toevoegen.
In dit boek een scala aan dichters uit het Nederlands taalgebied. De meesten schrijven voor kinderen terwijl werk van hen ook door vele volwassen wordt gelezen. Het zijn dan ook gedichten die niet alleen maar nonsensrijm bevatten, beslist niet, hier en daar schuren woorden en geven regels nadenkers. Vooral is het genieten voor de meeste lezers, ook van de illustraties. De keuze om juist één lijn te trekken in beeld t.a.v. de verschillende schrijvers is een goede.
Matt Hunt is de ene keer uitbundig groots, dan weer verfijnd klein in altijd een fris kleurenpalet waarbij diversiteit er gewoon is. Dieren buitelen om mensen heen, lachend, banger, schrikkend of voorzichtig glimlachend. De plaat bij ‘This varkentje‘ van Edward van de Vendel laat dit bijv. heerlijk zien. Overigens de zin in dit gedicht: ‘Blijf in jezelf believen.’ zou je iedereen mee willen geven. Of de illustratie met de grote walvis bij het gedicht van Floor Tinga (‘Wat een walvis het allerlekkerst vindt‘). Het gedicht doet anders vermoeden, maar je ziet bij vlug kijken de walvis lachen.
De octopus bij ‘Help!‘ van Reine De Pelseneer is treffend fantastisch met al die schoenen waarvan veters moeten worden gestrikt. Dit is in feite een ontzettend leuk idee voor een kleuterklas: zet een octopus (of iets wat erop lijkt) in je klas met aan alle poten schoenen, je zegt samen het vers op (kort en grappig) tijdens het oefenen en ze leren spelenderwijs veters strikken!
Andere gedichten reageren als het ware op elkaar. Geert de Kockere schrijft over een bananenjongen hoog op de Bananenberg. Jos van Hest gaat op de pagina ernaast, aan de andere kant van de Hunt-berg, verder met een ‘waarschuwing‘ want die bananenberg behoort zogezegd ‘tot de hoogste bergen van de wereld.‘ Oude bekenden kom je ook tegen zoals A.M.G. Schmidt en Hans Andreus met beiden een regenworm als onderwerp. En heerlijk die eindregels zoals we van ‘Annie’ gewend zijn: ‘Dus doe nooit wat je moeder zegt / dan kom het allemaal terecht.‘ om bij Andreus moed te worden ingesproken ‘al zit je nog zo in de knopen / blijf steeds op de ontknoping hopen.’
Op de bladzijden 62/63 kom je de illustratie van het opvallende omslag tegen waar inderdaad wordt gebruld door een gedicht van Joke van Leeuwen, ‘Er waren twee leeuwen, verlegen als wat….‘ lees zelf maar verder over dat minieme brulletje. En dat je enorm kan genieten van vol, veel en eng brullen laat Klaartje weten bij het gedicht van Rudy Kousbroek. Leuke dino’s zie je op verschillende plaatsen, maar ook beren en olifanten. Bekende namen zie je erbij staan: Koos Meinderts, Pim Lammers, Rian Visser, Erik van Os of Harrie Geelen. Een lieve enge draak krijgt zelfs drie gedichtjes, maar ja ‘ze staakten de jacht, de lol was eraf, / en de draak stierf uit…. Voor straf.’
Huis-, school- en andere bekende taferelen worden afgewisseld met dieren of mooie natuurplaten. Een opvallende kleurrijke is ‘De paddenconferentie‘ van Robbert-Jan Henkes. Diverse padden met waterlelies in beeld en aan het woord, ruiterpad, wielerpad, gangpad, dievenpad…..
Een leuke is bijv. ook ‘Oefenen voor de schoolfotograaf‘van Annemarie van den Brink, lekker kort, grappige illustraties met gekke bekken trekken om op de volgende bladzijde ‘Selfie‘ van Mohana van den Kroonberg te ontdekken over stoere selfies maken en in de knoop raken met moderne techniek.
Een link naar geschiedenis ontbreekt ook in dit boek niet, leer je gelijk even een feitje als je over 21 juli 1969 leest door Hans Kuyper zijn gedicht. Hij vat de spanning van toen, het nieuwe van de mens op de man in drie coupletjes treffend samen ‘voor een reus een kleine stap, / maar voor ons – een reuzengrap!‘ Maar was het een grap? Eentje om over door te praten, de originele uitspraak op te zoeken en vooral om naar de fantastische illustratie te kijken van Matt Hunt – hoe je iets tot uitdrukking brengt in een tekening, de verbeelding van iets onwerkelijks wat dit nieuws toen zeker was. En blader daarna even terug naar het begin ‘Chocola gekregen‘ ook van Kuyper, heel ander onderwerp, andere illustratie, hoe divers kun je zijn als creatief persoon?
Natuurlijk ontbreken Bette Westera (Mijn spreekbeurt) en Ted van Lieshout (Lieve snuit) niet. De zo bekende beginregels ‘Als ik nou een hondje mag, dan zal ik nooit meer zeuren. / Dan eet ik steeds mijn bordje leeg en ga op tijd naar bed. / Maar als ik nou géén hondje krijg, ….’, maar hoe leuk is het om juist door een bundel als deze spelenderlezen nieuwe namen of voor jou nieuwe gedichten van bekenden te ontdekken? Heel leuk.
Laat je verrassen door een handleiding ‘Snoep stelen uit de kast (een handleiding in dertien delen‘ van Stijn Vranken. Denk en glimlach bij ‘De hemel‘ van Diet Groothuis. Of lees een oude bekende en sluit het boek met een beetje schurende lach bij ‘Noach en de twee vissen’ van Koos Meinderts. Heerlijk.
Een kloeke bundel, een tafelboek voor veel leeftijden waarin onderwerpen met fantasie en realistische onderwerpen zich afwisselen en humor als thema de leidraad is. Wat voor de ene een uitbundige lach zal zijn is voor de ander een ietwat voorzichtige glimlach. En soms bij even erover nadenken komt er dan een lach met een ‘ja in die woorden zit ook wel iets’.
Poëzie, vers of gedicht: het laat je anders kijken, nadenken, genieten; kortom je blik verruimen of een onderwerp breder bezien.
Het geheel van geweldige gedichten en heerlijk expressieve illustraties is compleet met voorwoord, (lees ook het stappenplan!), uitgebreide registers op naam van auteur, naam van gedicht en bronvermelding en het genoemde leeslint een echt cadeauboek. Beeld en illustratie is met zorg op elkaar afgestemd als ook zeker de vormgeving.
Een boek dat je gewoonweg op scholen moet hebben. Een bijpassend gedicht is uit deze of de twee eerdergenoemde zo te vinden. Hoe leuk is het om tegelijkertijd met rijke taal én humor een les, een dag, te beginnen?
Soms moet je gewoon even lachen, beetje raar doen, Rian Visser zegt het ook: ‘Doe maar gewoon, zei pap / Dan doe je gek genoeg / … / Mam lachte en ik ook. / Wij lijken op elkaar. / Wij doen gewoon graag raar.’
Voor veel leeftijden, vanaf ong. 6 jaar.
Diverse auteurs, Lachen, gieren, brullen! Meer dan 100 grappige gedichten, illustrator Matt Hunt, Ploegsma, 160 blz., 9789021685786