‘The Wind in the Willows’ is de originele titel van deze klassieker. Kenneth Grahame vertelde en schreef iedere avond een verhaaltje over Mol, Pad, Das en Rat voor zijn zoontje. In 1908 kwamen deze verhaaltjes voor het eerst in boekvorm uit. In 1930 volgde de eerste Nederlandse vertaling. Reggie Naus verzorgde in 2012 voor deze fijne leesbare hertaling voor de lezers van nu. Een boek waarvan je iedere dag of langzaam genietend af en toe een verhaal tot je neemt.
‘De zon voelde warm aan op zijn vacht, een zacht briesje streelde zijn kop, en na de stilte van zijn ondergrondse huisje klonk het lied van de vogels bijna als gejuich.’
Deze zin staat op de eerste pagina van dit 200 pagina’s tellende verhaaltjesboek met poëtisch taalgebruik. Het is lente en Mol en Rat genieten in het zonlicht van hun leventje aan de rivieroever. Rat vertelt aan Mol over Das en Pad. Das die alleen wil zijn en Pad die in een groot huis woont. En over andere dieren die bijv. in het Wilde Woud wonen. Pad is rijk en wil steeds iets anders, altijd het mooiste en het grootste. Hij is opschepperig en vindt zichzelf de beste. De andere drie dieren vinden dat uiteindelijk niet leuk en niet goed. Ze willen Pad helpen.
Mol wil proberen om boven de grond te wonen en gaat dit avontuur aan in het huis van Rat. Das en Mol bouwen hun vriendschap uit en samen komen ze tot de conclusie dat onder de grond wonen voor Mol beter is. Wat is je thuis, kan als vraag tijdens het lezen worden gesteld. Mol voelt zich meer ontspannen onder de grond en vooral is het zo makkelijk dat je onder de grond ‘geen weer’ hebt.
De vier vrienden beleven allerlei avonturen in deze tijdloze opgewekte verhalen over vriendschap en trouw. De dieren hebben menselijke trekjes en emoties waardoor ze een afspiegeling zijn van de maatschappij. De wijze lessen met een filosofisch tintje kunnen op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Naast dieren komen er ook mensen in de verhalen voor, maar daar hebben de vrienden een duidelijke mening over: ‘Mensen komen, ze blijven even, ze bouwen, en dan gaan ze weer.’
De illustraties in zwartwit van Ernest H. Shepard verlevendigen de tekst en de plattegrond op de schutbladen met daarop het leefgebied van de dieren is een toevoeging. In korte zinnen en met veel dialoog wordt het wel en wee van het dierenvolk ontvouwd dat afgesloten wordt met een feestmaal.
‘Na dit hoogtepunt gingen de vier dieren verder met hun levens’, levens waarin veel meer gebeurd dan de woorden over het zorgeloze leven op de eerste bladzijden doen vermoeden.
Kenneth Graham, De wind in de wilgen, illustrator Thibault Prugne, vertaler Reggie Naus, Ploegsma, 2020, 208 blz., 9789021680354
Eén gedachte over “Kenneth Grahame – De wind in de wilgen”