Op het doorlopend omslag twee kinderen die zich tussen de jassen verstoppen. Echt, als kind denk je werkelijk: ‘Niemand die ons ziet’. Het boek trekt ook de aandacht door alle kleur en details, want hoe langer je kijkt hoe meer je ziet. Bij het openen van dit nieuwsgierig makende debuut ontdek je op het schutblad een blauw aapje slingerend aan de plafondlamp. Het heeft een verfkwast vast en je ziet grove gele verfstreken. Het is toch een verstopboek?
Na de feestelijke optocht op het titelblad, waar je de mix echt en fantasie al ziet, rol je de huiskamer binnen waar Lotje zich verveelt. Wandelen met papa en mama wil ze niet. Ze hangt op de kop in de leunstoel en haar broertje probeert een vissenspel uit op de slapende kat. Overal zie je de personages van de optocht terug bezig met allerlei activiteiten. Eentje is bezig de knot wol van oma om zich heen te wikkelen. Oma heeft de draad nu toch niet nodig, ze is in diepe dut. Lotje probeert oma te bewegen om verstoppertje te spelen. Natuurlijk wil oma dit doen, zij zal tellen en Lotje kan zich met al haar vriendjes verstoppen.
In dit fantastische huis zijn zoveel verstopplekken dat oma het huis van onder tot boven door moet om hen te vinden. Van de rommelzolder tot de meterkast waarin allerlei is gepropt. Twee staarten verraden tenslotte waar ze verstopt zitten. ‘Nog een keer’ is de logische reactie, maar Lotje wil nu echt onvindbaar zijn voor oma. Ze verdwijnen in en alle kleur waaruit dit huis bestaat. Niet voor oma die oog heeft voor viezigheid dus hup de hele meute het bad in. Nog één potje verstoppen laat zien dat Lotje haar fantasie geen grenzen kent: ze moet onzichtbaar worden. Een plan ontstaat, maar helaas heeft ze buiten de ondeugende slingeraap gerekend. Haar ouders komen zo terug, de tijd dringt. Zou Lotje echt genoeg realistische fantasie hebben?
In dit prentenboek kijk je je ogen uit door alle details en kleur. Op iedere plaat is iets te ontdekken, bijv. de schilderijen aan de wand. Als je goed kijkt zie je alle figuren getekend op het titelblad steeds terug plus nog een paar extra die je overal bovenuit ziet piepen. De aanwijzing voor het hoe het verhaal kan worden uitgewist, gaat als een rode draad mee door het verhaal. Fantasie en werkelijkheid lopen door elkaar heen. Als Lotje nog aan het ‘huis-tekenen’ is zie je op de achtergrond haar ouders weer aankomen en in het begin zie je ze voorbijwandelen tegen de wind in.
Het is ook een interactief prentenboek. ‘De tijd is bijna op’ zegt Lotje op het eind terwijl ze de bouwtekening erbij heeft genomen. Een vraag kan zijn, waar zie jij ergens tijd? Of zie je overal de muizen, kun je alle kamers benoemen en waarom denk je dat de houtkachel brandt? Je ziet spel- en sportattributen, creatieve materialen en de hamvraag is waarschijnlijk: kun je jezelf echt uitgummen? De vraag of jouw huis ook een thuis is of wat je graag zou wensen komt vanzelf boven.
Een kleurrijk en leuk prentenboek waarin het beeld meer spreekt dan de tekst: de platen hebben bijna geen tekst nodig. Dat het huis aan het eind nauwelijks meer te zien is zal voor sommige kinderen vreemd overkomen, maar Lotje en haar vriendjes blijven ze als houvast wel zien. Een aantal platen zoals de gang, de huiskamer en de zolderruimte vertellen een eigen verhaal en lenen zich om creatieve opdrachten bij uit te voeren. Bijv. een schrijfopdracht of laat jongere kinderen een jas maken en versieren voor één kapstok in verschillende lengte, grootte, kleur en materiaal waardoor begrippen en inzicht aan bod komen, maar er ook wordt samengewerkt.
Dit huis, een villa Kakelbont, zou je ieder kind gunnen. Een huis waarin je heerlijk ‘ouderwets’ verstoppertje kunt spelen en de vrije fantasie kunt laten gaan. Je zal er maar wonen met zo’n leuke oma! Een verrassend debuut met terugkerende elementen en zalige fantasie dat naar meer smaakt. Voor veel kijk-, tel- en zoekplezier vanaf ong. 3/4 jaar.
Donna Kroese, Niemand die ons ziet, Ploegsma, 2023, 40 blz., 9789021684536