Waar is de zon? Een uitroep die niet vreemd zal zijn op een donkere regenachtige dag. In ‘De restjes van de zon’ is het ook somberheid troef. De dieren uit het bos hebben duidelijk ergens last van: het gebrek aan zon. De zon was er zo vaak en zoveel de afgelopen maanden. Ze kan toch niet zomaar weg zijn? ‘Het komt door de zon’ zegt Das. Uil en Vos doen ook een duit in het zakje. De zon heeft hen in de steek gelaten en krijgt alle schuld van hun somberheid. De een na de ander floept er iets uit, van schavuit, gladjakker tot ‘dikke vette eh…’.
Tot Veldmuis hen een halt aanzegt, want het is onmogelijk, het móet…, hij bedoelt, hij denkt, hij struikelt bijna over de woorden: ‘de zon heeft wekenlang zonneschijn over ons heen gegooid. Het goot naar beneden, geel en goud…’ en tenslotte roept de muis: ‘WAAR ZIJN DE RESTJES?’.
Das, Vos en Uil zien geen heil in de hoopvol denkende Veldmuis, ze willen hun ongenoegen uiten maar de bedachtzame stille Eekhoorn onderbreekt hen. En als de Eekhoorn iets zegt, zwijg je. ‘Muis,’ zei hij zachtjes, ‘ik ga mee.’
Overal zoeken Veldmuis en Eekhoorn. In de holletjes, tussen een wortelgestel tot in de vijver aan toe.
De ietwat chagrijnige Karper moppert iets over onzin, restjes zon kun je niet zoeken en al helemaal niet in modder van de vijver want daar is geen kleur en geen licht. Eekhoorn probeert optimistisch restjes zon te zien in de rode besjes, maar die zijn volgens Muis alleen om te eten en daar word je ook al niet vrolijk van. Ook de mensen zijn vertrokken uit hun zomerhuis bevestigt Huismuis, terwijl je als lezer een gedachte aan Domper, Krik en Melle niet kan ontgaan bij het zien van de diertjes op de prachtige prent.
Ze staken het zoeken. Enkel kale stammen, rottend blad en natte grond komen ze tegen. Gedesillusioneerd sjokken ze terug. Maar dan. Een flimmer! ‘Dit was wat de zon voor hen had achtergelaten.’ Alle dieren verzamelen zich, ze zijn vol goede moed. Helaas, de Eekhoorn tempert hun enthousiasme. Of is het juist is een gedachte, een grinnikje, de aanzet tot iets geweldigs?
In dit groot formaat prentenboek wordt de nood aan licht, het gevolg van alleen maar regen en het gebrek aan zon op je humeur, het welzijn, expressief verbeeld. Of hoe je in iets kleins een straaltje licht kunt zien en hoe je samen als vrienden een beetje zon kunt creëren zodat je je de zon kunt herinneren. De opborrelende lach van Eekhoorn na het in stilzwijgen vervallen en zielig doen laat zien dat humor en relativerend vermogen belangrijk zijn naast vriendschap. De zon, het licht, is van groot belang en kan ook in jezelf zitten, waarbij de lijn naar de mensenwereld snel is doorgetrokken.
In de rijke tekst wordt hier en daar verwezen naar hoe de mens de natuur beïnvloedt of zelfs op enige sulligheid: ‘die snappen niet hoe ze moeten lopen.’
Bij oudere kinderen kun je het eerste gesprek tussen de dieren inzetten voor een verdiepende opdracht of een gesprek: een gedachte hebben en aanwakkeren, de ander beïnvloeden, je idee beargumenteren tot het meelopen door anderen: hoe ga je met je eigen gedachte of hoop om als de groep een andere mening is toegedaan? Of is het zo als er één in iets gelooft volgen er meer? Meelopers tegenover zelfdenkenden; dus polarisatie op klein niveau. Dat vanuit een andere hoek is gekozen voor degene die de wijsheid in pacht heeft is ook leuk om te ontdekken: de stereotiepe wijze uil is ingeruild voor de zwijgzame eekhoorn.
Het omslag van dit prachtige prentenboek staat als een schilderij in je kast. De kleurrijke, haast naar popart neigende of post-impressionistische illustraties van Jet Parent laten je verdwijnen in taferelen van Hockney of een aantal werken uit de Arles-periode van Van Gogh. Ze geven het verhaal niet alleen ondersteuning, ze vertellen mede de zoektocht naar de warmte en het licht van de zon. Vanuit verschillend perspectief, de ene keer vanuit kleinere dieren gezien, dan weer vanuit de mens gezien, wordt de wereld van het herfstige troosteloze bos weergegeven. Je voelt de stevige wind en de dikke druppels bij paarse ruwe lucht: ‘de wind woei niet meer, hij loeide.’, de plaat daarentegen bij de vijver geeft je een abstract bijna anders denkend gevoel. Waar kinderen vooral oog zullen hebben voor de dieren en het zoeken naar de zon, kan de voorlezer op eigen wijze verdwijnen in deze kunst. De dieren die geen hoofdrol spelen zijn niet nadrukkelijk getekend, wel herkenbaar door schaduw. Van de andere dieren zijn de emoties uit de lichaamshouding goed af te lezen. Voor jonge kinderen is het ook leuk om aan te kunnen wijzen welk voedsel welk dier zou kunnen eten, maar een creatieve teken- of schilderles is vast ook zo bedacht.
Een tijdloos prentenboek met een zoektocht en een filosofische inslag over het belang van licht, optimisme en vriendschap waaraan ieder een steentje kan bijdragen aan de vrolijke positieve beleving en niet alleen de ander iets moet doen. Een mooie samenwerking tussen schrijver en illustrator resulteert in een prachtig prentenboek met schitterende illustraties en een rijke fantasievolle tekst met ernst en humor voor zowel jonge als oudere kinderen, een tekst die door de zalige dialogen ook nog eens heerlijk voorleest! Dit is een boek zien en het omarmen.
Edward van de Vendel, De restjes van de zon, illustrator Jet Parent, vormgeving Roald Triebels, Querido, 2023, 40 blz., 9789045129020
Eén gedachte over “Edward van de Vendel & Jet Parent – De restjes van de zon”