In de serie ‘baby kijkt’ zijn twee erg leuke interactieve kartonboeken verschenen. De ene met een olijke pup op het omslag, de andere met een kleurige uil.
Alle herkenbare dieren zijn afgebeeld met een groter hoofd dan het lijfje waardoor de mogelijkheid voor een grote flap is gecreëerd. De grote flap geeft naast het positieve effect voor de fijne motoriek (voorzichtig omslaan), ook verbazing en plezier. Voorop staat al genoemd dat binnenin vijf spiegels zijn te vinden. De flap ontdekken, het dier benoemen, de flap oppakken en dan ‘een kindje zien’, jezelf en daarmee het woord en concept ‘zelf’ leren, hoe leuk is dat.
In de details op de lijfjes zijn figuurtjes te zien zoals stippen, strepen, ruitjes of een strik. Natuurlijk zullen de ogen worden herkend, naast de snuit of neus. Enkele hebben een hoofddeksel of snorharen.
Bij ieder dier, bijv. de hamster, staat links: ‘Kleine hamster, kleine hamster, waar ben je?‘ en rechts: ‘Hier ben ik! Hier ben ik!’ met eronder ‘Maar waar ben jij?’. Het interactief voorlezen en opnoemen gaat vanzelf. Na het ontdekken wat er achter de flappen zit, kunnen natuurlijk de (achtergrond)kleuren worden aangewezen.
De kleine vogel zou voor een kip aangezien kunnen worden, maar in beide gevallen was een logische benaming ‘kuiken’, zeker omdat er bij de poes ‘kitten’ staat en bij de hond ‘pup’ in ‘Kleine pup waar ben je?’ Mogelijk om verwarring te voorkomen is bij de hamster ‘hamster’ gezet en niet nog een keer pup.
In ‘Kleine uil waar ben je?’ waarin ‘dieren in het wild’ worden getoond, zou de juiste benaming voor de afgebeelde babydieren daarentegen verwarrend zijn. De jongen van een vos, wolf en das noemen we tenslotte allemaal welpen en de keuze voor de naam van het volwassen dier, inclusief het uilskuiken, is verklaarbaar en duidelijker.
De beide boeken zijn mooi uitgevoerd. Aan de vormgeving en opmaak is duidelijk aandacht gegeven door Marieke Oele. De afgeronde hoeken, de stevige bladen en de ook vaak kwetsbare ‘flapjeshoofden’ zijn goed buigbaar en scheuren niet makkelijk.
Het leuke aan deze titels is ook dat alles niet symmetrisch is, waardoor er meer kijk- en ontdekmogelijkheden zijn. Kijk bijv. in ‘Kleine uil waar ben je?‘ naar de stand van de hoofdjes: zij- en vooraanzicht.
Vier dieren en vijf spiegels in beide kartonboeken. Zoals in vele baby-/peuterprentenboeken zit de grap aan het eind. De jonge kijklezer krijgt dan zelf de vraag ‘Waar ben je?‘ en ziet de vier dieren samen op een flap die naar rechts uitgeklapt kan worden. Hierachter is de vijfde te vinden en wordt vrolijk begroet. Herkenning van het dier én zichzelf zal er vast zijn.
Een leuke en vrolijkmakende tip voor een kraam- of verjaardagscadeautje waar het kleine kind zélf mee aan de slag kan. Het alom bekende kiekeboe spelen gaat spelenderwijs. En natuurlijk samen lezen: met voorlezen kun je nooit te vroeg beginnen!
Ekaterina Trukhan, Baby kijkt – Kleine pup waar ben je?, Luitingh-Sijthoff, 2024, 12 blz., 9789021044439
Ekaterina Trukhan, Baby kijkt – Kleine uil waar ben je?, Luitingh-Sijthoff, 2024, 12 blz., 9789021044446