17 april 2025

Essay Maand van de Filosofie 2025

Is wie geen zorgen heeft, zorgeloos? – een vraag die op de site van de Maand van de Filosofie staat. Om over na te denken. Tommy Wieringa werpt in elk geval het volgende op: kun je optimistisch zijn zonder hoop te hebben?

Het thema van dit jaar is ‘Mij een zorg’. Daar kon Tommy Wieringa mee uit de voeten voor het Essay en schreef een stuk over hoe om te gaan met een toekomst vol zorgen.
Hij begint met een persoonlijke inslag door terug te blikken op de tijd dat hij vader werd. Daarvoor was zijn enige grote zorg genoeg inkomen genereren uit zijn schrijversbestaan. Toen hij kinderen kreeg, kregen zijn gedachten een andere vorm: “Vader zijn, hoeveel angsten zijn dat? Het boze oog is overal. Ik herinner me de jonge automobilist die elke dag over de smalle dijkweg langs het huis schoot.” Hij reed hem achterna voor een goed gesprek. Later viel hem binnen dat hij min of meer een scène uit De wereld volgens Garp herbeleefde, gevolgd door een typische Wieringa-observatie: “De literatuur leeft je het leven tot in detail voor.”

Het krijgen van kinderen heeft hem anders doen denken over de toekomst. Tot niet heel lang geleden was het een vanzelfsprekendheid dat de volgende generatie het beter heeft dan de huidige. Nu is de dreiging van de klimaatverandering zo groot dat men niet meer twee generaties vooruit durft te denken – een toekomstvraag die Wieringa vaak stelt na lezingen met dit antwoord tot gevolg.
Hij haalt een schokkend voorbeeld aan van een stam in de Amazone die binnen enkele jaren het vermogen tot vuur maken heeft verloren. Dat klinkt letterlijk ver weg en raakt mogelijk de lezer minder, maar het daaropvolgende wel wanneer hij begint over afglijdingsgewenning. Ook wel het shifting baseline syndrome; een kind neemt de natuur met verminderd aantal soorten als waarheid aan, zonder een gevoel van verlies te ervaren omdat het nog geen kennis van ‘vroeger’ heeft.

Interessant was het stuk waarin de auteur ingaat op de wegen die mensen inslaan om het idee van een dreigende toekomst of eigen hopeloosheid te verwerken. De Nederlandse filosoof Ton Lemaire leeft al jaren solitair op een Franse boerderij volgens het ritme van de natuur; de superrijken op deze planeet hebben een bunkerindustrie opgetuigd.
De analyse over de tech-elite is een goed stuk, met duidelijke mening, waarin eschatologie, macht en democratie, gemeenschapszin behandeld worden. “Heersers van de digisfeer zijn er zonder twijfel op uit om de democratische orde te destabiliseren of zelfs te vernietigen, omdat haar regulering en controlemechanismen de laatste hindernissen vormen in hun zucht naar ongeremde, perverse almacht.”
Inherent eraan is een waarschuwing voor het populisme. Wat je ziet gebeuren: verlies van toekomst maakt mensen onzeker en bang. Ze willen geruststellingen horen; dat is een vruchtbaar terrein voor de leugen.
Grote klimaatgebeurtenissen zoals de overstromingen in Valencia in 2024 brengen nog een ongewenst effect voort: desinformatie in de media. Partijen worden vals beschuldigd van de oorzaak, mensen worden uit elkaar gespeeld omdat ze niet of juist te veel hun best doen voor een goede leefomgeving.

En daarmee komt Wieringa weer op relevante citaten van Hannah Arendt (zij komt in het hele essay terug): ‘eenzaamheid en verlatenheid zijn noodzakelijke voorwaarden voor autocratieën.’
Er zijn dus best veel zorgen die de mens van de jaren 2020 kan hebben. Directe fysieke leefomgeving, uitoefening van bezigheden in het leven, democratie, waarheid en leugen (ervaar je een crisis of is er een crisis).

Dat brengt hem, bijna aan het einde van het essay, tot de eigenlijke kern van zijn betoog. Hoop en optimisme moet je los van elkaar zien, want dan laat je je niet meer terneerslaan door hoop. Hoop vormt verwachting en optimisme de handeling. Streep hoop weg en je bent weerbaarder voor teleurstellingen. Je kunt dit natuurlijk ook met de pessimistische inslag uitleggen dat hij dit uit zelfbescherming opschrijft en in feite echt geen fijn leefbare toekomst meer ziet.

Een goed leesbaar betoog, dit Optimisme zonder hoop. Het heeft een deels filosofische, literaire en persoonlijke onderbouwing in een stijl die niet erg neerslachtig aandoet. Wieringa is optimistisch en plant liever een volgende boom dan neerslachtig over het weiland uit te staren.

Tommy Wieringa, Optimisme zonder hoop, Pluim, 2025, 96 blz., 9789493339965.

In het overzicht Maand van de Filosofie vind je meer leestips.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *