Imke Müller-Hellmann tekent in Verdwenen in Duitsland de levensverhalen op van elf slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog. Deze elf mannen waren onderdeel van een groep gevangen die een verdedigingswal moesten opbouwen in Oost-Friesland. Hiervoor werden mannen uit het kamp Neuengamme getransporteerd naar het dorp Engerhafe. Engerhafe is van zichzelf vrij onbekend. Dit zogeheten buitenkamp bestond slechts van oktober tot december 1944, daarna werd Oost-Friesland als ‘verdedigbaar’ bestempeld. Toch zijn er in die drie maanden 188 mannen overleden.
Dagelijks kwamen de gevangenen tweemaal door het dorp Engerhafe, de doden werden er begraven, dus de lokale bevolking kwam van dichtbij met de gevangenen in aanraking. Zo ook Elsche Müller, de grootmoeder van de auteur van dit boek. Zij heeft altijd aan haar kleindochter verhalen verteld over het leven ten tijde van de oorlog. Die raakte gefascineerd door de verhalen en besloot op een gegeven moment de nabestaanden van de slachtoffers op te zoeken en de verhalen achter de namen te ontdekken.
Toen Imke Müller besloot meer informatie op te zoeken over de mensen die in Engerhafe begraven liggen, kwam de zoektocht naar informatie langzaam op gang. In eerste instantie had dit te maken met de verschillende schrijfwijzen van namen, anderzijds kwam het doordat in 1945 veel administratie van Neuengamme is vernietigd. De doden werden geregistreerd in dodenboeken van het concentratiekamp, daarnaast ook in het kamp Engerhafe en als laatst op het dorpsmonument. Op deze manier konden drie of meer naamvarianten opduiken. Van elf namen heeft de auteur het levensverhaal uitgezocht. Daarmee onderscheidt dit boek zich van andere biografische familieverhalen die de laatste jaren steeds meer verschijnen; deze elf personen hadden geen familieband met de familie Müller.
Voor de vertaalster van dit boek, Jantsje Post, was dit een bijzonder project: één van de verhalen gaat over haar oudoom, de Friese Rients Westra. Over hem was in de familie alleen bekend dat hij in kamp Neuengamme aan dysenterie was overleden. Hij blijkt in Engerhafe te zijn geweest en daar overleden. Dit ontdekte Post pas in 2012 bij toeval, toen ze opdracht kreeg de website van de herdenkingsstichting in Engerhafe te vertalen. Zodoende kwam ze ook in contact met de schrijfster, en kwam het verhaal over haar oudoom in het boek terecht. Tijdens het vertaalproces had ze contact met de nabestaanden van de andere Nederlandse slachtoffers die in het boek voorkomen, waardoor ze in de Nederlandse editie meerdere aanvullingen kon toevoegen.
De verhalen over de slachtoffers bevatten veel informatie over hun levens, familie en leefomstandigheden in hun woonomgeving. Tussen de regels door merkt de lezer dat de schrijfster veel gesproken heeft met familie.
Alle informatie is tot één verhaal verweven en dat leest niet altijd even prettig. Het scheiden van de levenslopen en achtergrondinformatie zou wellicht de leesbaarheid bevorderen.
Daarentegen heeft Müller als pro- en epiloog wel aparte hoofdstukjes geschreven over de kampen Neuengamme, Engerhafe en over haar grootmoeder Elsche Müller. Dit geeft historische context en een persoonlijk tintje aan het grote verhaal.
Al met al heeft Imke Müller een bijzondere nagedachtenis verzorgd aan (slechts) een handvol slachtoffers van een gewelddadig regime. In Duitsland is dit deel van de geschiedenis ook onbekend en dit boek is dan ook lovend ontvangen. Een Duitse van een naoorlogse generatie zoekt nabestaanden op en beschrijft de gevolgen van een oorlog, zodat namen op een monument een verhaal en gezicht krijgen.
Imke Müller, Verdwenen in Duitsland, vertaling: Jantsje Post, Wijdemeer, 2018, 176 pagina’s, 9789492052483.
Eén gedachte over “Imke Müller – Verdwenen in Duitsland”