Drie vrienden tijdens een zomervakantie in een dorp dat leeft van toerisme en een geheimzinnig boek dat opduikt: ingrediënten voor een heerlijk leesboek voor kinderen vanaf 10 jaar.
Jula’s ouders zijn eigenaren van een boekwinkel en bezoeken op hun vrije dag graag een antiquariaat. Daar ontdekt Jula een bijzonder boek waarvan alleen zij de titel kan lezen. ’s Nachts heeft ze een droom over een spreuk voor het maken van zout en peper. De antiquair legt haar uit dat ze een sorči is, iemand die kan toveren als dat nodig is.
Dit snufje magie loopt als een rode draad door het boek, maar voert zeker niet de boventoon. Eerder gaat het boek over de vakantie van Jula, Ben en Yin en de perikelen in het dorp. De magie is dus ondersteunend aan de rest van de gebeurtenissen en dat maakt het juist een erg leuke mix van het geheel.
Bens ouders hebben een bakkerij en maken bijzondere koekies die ook in de boekwinkel verkocht worden. Gemberkoekjes uit Anne van het Groene Huis en ‘Eet mij’-koekjes van Alice in Wonderland staan extra leuk op de toonbank.
Het wordt normaal gevonden dat de kinderen af en toe meehelpen, want als ze spelletjes willen kopen, kunnen ze daar ook een beetje voor werken. Daarnaast krijgt Jula mee dat ze haar gewilde escape room-spellen in de plaatselijke Alleswinkel van Yins moeders moet kopen, ook al zijn ze online goedkoper. Yin is een meisje dat getypeerd kan worden als een ‘wandelende encyclopedie’ en daarmee haar bijdrage levert aan de oplossing van het mysterie.
Wat is er ondertussen in het dorp aan de hand? Elke dag komen er toeristen via de stoomtrein of het stoomschip, waar Bens moeder pannenkoeken bakt voor de passagiers. Zij wordt echter gesaboteerd waardoor ze ontslagen wordt. De kinderen kunnen dat natuurlijk niet op zich laten zitten en zoeken uit wat hierachter steekt.
Verschillende thema’s komen heel natuurlijk aan bod en zonder dat het te veel wordt: de plastic soep in de rivier als milieuprobleem, menselijk gedrag als jaloezie en pesten, telefoongebruik, samenwerken, loyaliteit. Een leuke toevoeging aan het verhaal zijn weetjes zoals feestdagen in verschillende landen. Achterin staan ook nog eens diverse recepten voor lekkernijen uit allerlei landen en bekende personen uit de schrijverswereld.
Ook wat betreft locatie is een
ji9icompliment op z’n plek: het dorp is een mix van een Amerikaans rivierstadje en een Zweedse plaats. De personages hebben namen die in heel Europa kunnen voorkomen. Ieder kind kan er wel iets van zijn omgeving in herkennen. Een snufje magie zou zomaar vertaald kunnen worden.
Auteur Lucas Eden woont in Zuidwest-Engeland, al in het begin van het verhaal proef je de sfeer van het zuiden van Engeland, maar schreef dit in het Nederlands. In de eerste ongeveer 25 bladzijden wordt veel informatie gegeven t.a.v. de doelgroep en zou meer verspreid over het boek verwerkt kunnen zijn. De informatie is echter wel handig voor de context, geef daarom het advies mee om door te lezen want er volgt een vlot en erg leuk verhaal voor breed publiek. Vanwege woordenschat, de scheidslijn feit-fictie en de leeftijd van de hoofdpersonen is het aan te raden vanaf 10 jaar. Dit geeft de NUR-code terecht aan.
Een modern verhaal dat tijdloos aandoet met een goed gekozen titel. Het is echt een snufje magie! Compliment voor vormgeving, aantrekkelijke omslag en de kleine zwartwit illustraties in het gehele boek. Een aanrader.
Lucas Eden, Een snufje magie, illustrator Eveline Verburg, Lemniscaat, 2024, 184 blz., 9789047716334.