‘Drie bewegende beelden heb ik uit de werkelijkheid geknipt’
Dit boek werd direct op de leesstapel gelegd, was het niet om het omslag dan wel om de titel die een naam van een boom herbergt maar net niet af is. Het verleden, zo al snel uit de eerste bladzijden blijkt, is ook niet ‘af’ voor de hoofdpersoon.
Een ongeluk mogelijk door onbesuisde bravoure laat de jongen zeggen ‘De dag waarop ik geboren werd, vergeet ik nooit.’
Een moment in het leven waarop je later exact weet welk weer het was, welke gebeurtenis de nieuwslezer voorlas, waar je was en toch weet je ook heel veel niet meer. Het is herkenbaar als er iets bepalends in je leven gebeurt. Maar was het bravoure? ‘
De jongen, Rik, was zeventien en ter plaatse geen jongen meer. Het zorgeloze achtergelaten op de betonplaat met bloedvegen waar Filip niet stopte. Ontkoppelen van het leven staat er. Hoe hij met de dood moest omgaan was onbekend. Wat als dit of als dat, zou dan het ongeluk niet zijn voorgevallen? Schuldgevoel. Er blijven drie ‘foto’s’ in zijn geheugen hangen.
‘maar over verdriet leerden we niets. – er werd niet zoveel gesproken.’
het ‘praten op spaarstand’ lees je later.
Het boek leest ontzettend vlot ondanks de zwaarte van de thematiek. Het is veel en intens, het is verdriet en een terugblik, ook het leven van nu, het geeft herkenning, en vooral ook mooi en een warm denken aan, zijn genoteerde woorden tijdens het lezen.
Met een eigen herinnering aan het blazen van pluisjes, valt deze zin op: ‘We zijn paardenbloemen die verpluizen.‘
Er is een datum waarop weer ingrijpends gebeurt met personen in de directe omgeving. Literatuur, muziek en natuur geven troost, laten verwerking toe, er is gemis en treurwil om een weg te vinden.
De weg met gedachten brengt de lezer ook naar Frankrijk, de Auvergne, waar de schrijver een huisje heeft. Je rijdt mee met in gedachten een andere Franse bestemming met wel eenzelfde stuk weg, je opent de weerapp, je ziet een weg richting Parijs, zonder radio want stilte kan gewoon passen, het is zo herkenbaar.
‘Op een dag dag werd ik me ervan bewust dat stilte goed bij me past. Ik rijd alleen naar het huis en in die zeven uur op de weg naar eerst Parijs en dan via Orléans onder de Loire door naar beneden, luister ik naar weinig.’
Bij het Franse huisje is een tuin. Er is een treurwilg. Een opgemerkt citaat:
‘Zelfs de treurwilg heeft in het Frans meer tranen heeft. ‘Saule pleureur’ heeft ook meer letters in de taal die meandert, omschrijft, inpakt, verdoezelt en uitlegt en meestal verzacht. Waar zou je verdriet schrijven als je ’tristesse’ kunt gebruiken?’
Een prachtige passage, het beeldend beschreven van een imaginaire dans, Stéphane Voirin, een lied van Nat King Cole. Je tikt de naam in en je vindt het. Een krant schrijft: ‘Le contraire d’une dans macabre’. Het is enorm ontroerend. Kippenvel.
En dan worden de ‘De acht bergen’ genoemd. Dat in combinatie met deze; gedachten nemen een loop. Ik vergeet dat ik op de Franse veranda zit zoals bij het eerst gelezen boek van Cognetti waar toen de eettafel was ingeruimd voor de omgeving van verlies en een cirkel werd gesloten. Overigens nam ik ‘De acht bergen’ net als ‘Treurwil’ direct mee op basis van het omslag.
Dit boek, dit debuut, vraagt om herlezing, als is het maar om de genoemde muziek en literatuur of de verschillende anekdotes, de bomen (er is ook een treurwilg op stam voor een kleine tuin) en vooral om de taal. Het werd achterelkaar uitgelezen, een leeservaring werd niet direct geschreven, het was vakantie en even een niet te veel denken aan.
Dit stuk is wat spontaan na maanden bovenkwam en door gebruikte tabs enkele citaten. Natuurlijk gaat het ook over mensen. Of het allemaal klopt in de beleving van een andere lezer? Mijn beleving zei: een rijk boek met gedachten en cultuur waardoor er steeds iets anders in en uit te lezen is. Soms blijft het leven gissen, een beleven en een denken.
‘Wat hij dacht over de dag waarop niets meer te denken viel, weten we niet.’
Treurwil, zeer graag gelezen, wij mij betreft een blijver, een herlezer.
Rik Van Puymbroeck, Treurwil, De Bezige Bij, 2023, 208 blz., 9789403128252
‘Treurwil’ is genomineerd voor de debuutprijs ‘De Bronzen Uil 2024’.
Link naar overzicht op Lezersgoud – shortlist Libris Literatuurprijs 2024
Samenvatting:
Op de laatste avond van oktober 1984 ziet een jongen hoe zijn beste vriend verongelukt. Het is zijn laatste avond als kind, voortaan moet hij flink zijn en vooruitkijken. Maar wel met een verdriet dat aan niemand uit te leggen is, en met schuldgevoel, met rouw, met gemis en met de dood die er niet genoeg van krijgt. Want in de zomer van 1998 verliest een broer zijn broer en jaren later, op dezelfde dag, een zoon zijn moeder.
De jongen is inmiddels geliefde geworden, man en vader, ook door die doden. De dagen worden mede door hen bepaald. Ze zitten in zijn schrijven, in het zijn en in het liefhebben, ze zitten in alle twijfels, struikelingen en worstelingen. Ze reizen mee naar verre landen. Ze zijn thuis waar hij woont.
Dan wordt het 2022 en hij plant een boom.
In Treurwil zoekt Rik Van Puymbroeck naar verdriet van vroeger en hoe je dat niet kan loslaten, maar juist wilt vasthouden en vorm wilt geven. Hoe de rouw minder rauw wordt, al verwoordt de tweeklank treffend de toch onmiskenbaar blijvende pijn.