2 april 2025

Schrijvers voor Toekomst – Hoopvolle verhalen over het einde van de wereld

Hoopvol? Het was eerder een gevecht om door alle verhalen heen te komen. En dat voor een volger van ‘Schrijvers voor Toekomst’ van het eerste uur.

Bij het eerste bericht over dit initiatief, een bundel met korte verhalen van de steeds groter wordende groep jeugdboekenschrijvers, werd daarom ook direct gereageerd. Natuurlijk geef ik daar aandacht aan. Jongeren, toekomst, lezen en klimaat, kom maar op met dat boek.

Het boek was nog niet binnen of het eerste verhaal van Marc ter Horst was gelezen. De titel ‘Je mag ook niks meer’, is alleen al een bekende uitspraak van een puber en kan daarbij direct een aanleiding zijn om ook ‘Rugzwemmen’ van hem te willen lezen, en de Palmen als je die nog niet kent. Prima dus en spreekt aan. In het tweede van Milouska Meulens moet je iets meer met toekomsttechnologie hebben. Hologram, ID-polsband, bots en AI-reis kunnen nog ver van je afstaan, maar tegelijkertijd vraag je je af: hoever nog?

Intussen lees je in ‘T-rex’ van Marco Kunst ‘Ze spelen politieke spelletjes’ terwijl het huidige wereldtoneel één groot politieke werkelijk eng spel is, helaas geen farce. ‘Waarom zou Nederland het braafste jongetje van de klas moeten zijn?’ – dat is het alvast niet meer, zitten er echt allemaal ‘carrièretypes in Den Haag’? Uit ervaring kan ik zeggen: nee zeker niet, er zijn absoluut mensen zonder eigen belang en puur in het belang van íedere Nederlander daar werkzaam. Maar helaas niet iedereen is nu en lijkt in 2038 zo te zijn, het jaar waarin dit verhaal zich afspeelt. De leden van Climaktion die doorhadden hoe het werkelijk zat, zijn niet meer in het straatbeeld te zien, er dreigt een ander gevaar, een bacterie die de plastic soep als zoete broodjes lust. In het belang van veiligheid kun je soms niet alles openbaar maken, nu niet, in 2038 lijkt dit ook onverstandig.

Het derde verhaal is gelezen en intussen zit ik terug in een droom van ooit die ontzettend werkelijk aanvoelde. De aarde was nog slechts op een paar plaatsen leefbaar. In andere gebieden ‘woonde’ je onder een enorme plastic koepel. Daarin groeide palmen en andere tropische vegetatie. En het enige dat eetbaar was. Voor momenten kon je met wat hulpmiddelen uit het isolement. Stralingsgevaar was alom. Buiten was het doods en grijs. Kil ook. Mensen waren er minimaal. Was het een droom? Was er ooit een bepaald boek gelezen? Gaan we daar werkelijk heen?

Intussen werden er verwoede pogingen gedaan om iedere dag een verhaal verder te komen. Bij de ‘Doggybag’ van Zindzi Zevenbergen kun je je én iets voorstellen – zeker als je geen voedselverspilling als kind nogal hebt meegekregen, want de oorlog en arme kindertjes –  plus dat tot het einde de uitkomst verborgen blijft. ‘De strijd om de Brent Spar’ leest alsof ik het gister nog op het nieuws zag, en wel meer actualiteitenprogramma’s die iedere omroep afzonderlijk maakte. Brandpunt, Hier en Nu, Den Haag vandaag, Televizier, wat zou ik allemaal niet of wel hebben geconsumeerd. Een quiz begintunes? De krant werd gespeld voor het nieuws tot en met gister, de radionieuwsdienst ANP geluisterd voor de actualiteit. Kom daar nu nog maar eens mee aan met alle internetverbindingen. Intussen wordt het stuk langer en nemen gedachten een vlucht.
De zin ‘Dat tuig moet gewoon van andermans spullen afblijven.’ klinkt mij totaal niet onbekend in de oren. Plichtsgetrouw en autoriteit waren woorden die vanzelfsprekend waren, maar klopten de normen en waarden wel met de doelen en het belang van iedereen?

Associërend aan berichtgeving schakel ik gelijk naar de tijd van protesten bij Woensdrecht en Borssele: ‘Hebben ze niets beters te doen’ of ‘Wat krijgen we nu weer op ons dak’ of ‘Als er bij Doel wat gebeurt zijn we ook weg.’, ‘Zwemmen kunnen we toch al niet in zee’ (later PHAs).  Intussen leefde je gewoon verder, alleen viel het later wel op dat veel jonge mannen ziek werden. Nooit zo beklemmend gevoeld als op een excursie in de betreffende centrale. Landschap! Klimaat! De discussie over weer kerncentrales roept iets op.

Mark Boode schrijft over Larco, een robot die voor drie jaar bij een dertienjarige is komen wonen en diegene wegwijs maakt in allerlei tips t.b.v. klimaat. Drie jaar vastzitten aan een kouwe robot op die leeftijd hoe zou dat zijn? Deze lijkt uit te monden op een hoofse liefde á la Tristan en Isolde. Maar goed je zal maar een middelbare scholier zijn in deze of die komende tijd. Misschien ben je dan wel erg blij met een Larco. Het is nu al niet eenvoudig met alle doemscenario’s en tegenstrijdige belangen of denkbeelden. Politiek gestuurde hybride aanslagen en sociale media, vind daar alleen al je weg in, hoe veilig voel je je? Of ben je ook gewoon tiener? Zoals je dat ook was ten tijde van de aanslagen door RAF, IRA, ETA enz., er geen mobiele telefoon bestond, overal rondfietste zonder dat je liet weten waar je uithing?

Mijke Pelgrim heeft een verhaal neergezet dat nodig is voor het ‘op korte termijn hoopvol’ zijn. Uitheems…, het zou wat. Ecologisch systeem, het moet wat. Wij of ik. Thuis voelen is belangrijk. Lees zelf maar. Zo ook ‘Leyla en de kip’ van Fikry El Azzouzi, kan mogelijk als inleiding worden gelezen bij een discussie over de legbatterij, stikstof, vlees eten etc. Anna Woltz laat je naar adem happen. Letterlijk ook. Eén van de krachtigste korte verhalen in deze bundel. Spannend, bijna lief ook, intussen worden er wat thema’s aangesneden en is het ook nog afgerond. Wie benieuwd is waarover het gaat? Oké ik ben niet zo’n fan van liften, misschien wel om wat er in ‘De lift’ gebeurt.

Negen verhalen gehad en er werd weer eens bijna lachend gevraagd: hoever ben je met hoopvol? Het lukte maar niet om door te lezen, het ontwijkend gedrag is alom aanwezig. De smeltende aarde op het omslag is dan ook niet een bepaald hoopvolle aanblik en het ijshoorntje smaakt mij toch al nooit. Daarbij stond de bladzijdekleur mij inmiddels tegen. ’s Avonds bij lamplicht lezen was niet fijn. Het idee landbouwafval (landbouw en stengels) te gebruiken voor het papier is prima en te waarderen, maar helaas kreeg ik steeds meer ‘mestgeur’ in mijn neus. Inderdaad, ik ben geen fan van koeien en al helemaal niet van de ammoniakgeur. Geuren: ik zit weer in klas 6, ja de lagere school. Een kleine dorpsschool, ook iemand die op of in een boerderij woonde, maar of die boerderij nu nog toekomst heeft?

Rima Orie is de volgende zie ik als het boek weer opengaat. Een schrijver waarvan ‘In het vervloekte hart’ door een andere Lezersgoud-lezer graag is gelezen voor De Boekenweek van Jongeren. ‘Het gezonken land’ geeft naar mijn idee een plot voor een boek. Eigentijds door gedrag en emotie van Hin samen met toekomst en ontdekkingsreizen in een voor mij bijzondere wereld met als verplaatsingsmiddel een zwever. Thijs Goverde is voor mij ook geen onbekende schrijver, maar met de ‘Oermannen in de buurtkeuken’ had ik niets. Lees: machogedrag en kilo’s lappen vlees is stom. En dat is net wat het verhaal wil zeggen, doel bereikt.

Zucht, nóg vier. Inmiddels was de blogtour langsgekomen en die belemmerde mij ook om door te lezen. Want als er al zoveel aandacht is, zoveel boeken (papier! verpakkingsmateriaal!) zijn uitgedeeld, waarom zou ik dan nog doorlezen en wat doet mijn tekst er dan toe? Oké ik ben geleerd door te zetten en wat je belooft moet je doen – doorzetten met waarvoor je zegt je in te zetten. Normen en waarden, ook in deze hoopvolle. Net waar Elin Meijnens verhaal dus over gaat. Zo vroeger er iets werd gezegd over braaf voordoen ’s zondags in de kerk, dan ook door de week naleven. Maar dan eigentijdser, want je kunt het zo toespitsen op de huidige tijd. Vega, de Mac en protesten op de snelweg. Voorlezen in de klas. En zoek even het muziekstuk op.

Over muziek gesproken, ‘Hello darkness’ kun je zomaar aanvullen met’ my old friend’, en neurie je de melodie van Sounds of Silence. Helaas, zo zacht is het gebulder niet in ‘Stille Nacht’ waarmee het geluid van de vliegtuigen de rust verstoren en Noëls ‘trommelvliezen trillen’. Een tot nadenken stemmend verhaal van Marloes Morshuis dat om een vervolg vraagt over solarpiloten, zwavel verspreiden, zon dimmen én dim-drammers. Aan het eind overkomt je mogelijk een bluesgevoel door ‘Hello Sunhine’, ook een songtitel. Wat na dit verhaal als sound blijft hangen: met elkaar praten en blijven informeren kan helpen. Ook m.b.t. populisme, een ander danwel samenhangend onderwerp. Is dit verhaal toch hoopvol dan ondanks het voor nu onwaarschijnlijke?

Het flashen waarover Tom de Cock schrijft voelt als trucage in een film, mensen heen en weer flitsen door beeld en zonder zich zelfstandig voort te bewegen. Alleen de hoofdpersoon kan dit niet, is geen flasher. Is hier sprake van chippen? Hoe moet je dan van A naar B als er geen goede wegen meer zijn of mobiliteit op zich al een punt is? Een verhaal dat in een gesprek vast tot diverse invalshoeken of inzichten zal komen of kunnen geven.
Dichter bij de realiteit staat het voorlaatste verhaal van Esther Walraven ‘Boer zoekt toekomst’ en is tegelijk ook het meest hoopvolle. Het inzien en onderzoeken dat er andere mogelijkheden zijn m.b.t. de huidige milieuproblematiek, maar ook het laten uitspreken van twijfel, het openstaan voor en het samen zoeken naar een oplossing zodat er toekomst is en kan zijn.

Een boek met 15 korte verhalen is veel, achterelkaar doorlezen is erg veel. Het ene verhaal komt in korte vorm beter tot zijn recht dan de andere. Daarnaast kan het zijn dat de verhalen die meer bij de huidige leefwereld aansluiten meer aanspreken.
De eerste gedachte ‘jongeren, toekomst, lezen en klimaat, kom maar op met dat boek’ en een kort te schrijven aanbeveling werd omgezet in een leeservaring die best moeite kostte en een flink stuk. De vraag óf ik er wel over zou schrijven werd na lezen zelfs geuit. Wan t is het beeld dat wordt geschetst wel zo hoopvol? Toch liet het ‘hoopvolle boek’ mij niet los.
Veel jongeren zijn zich bewust van wat nu speelt, sommigen minder en daarom is het belangrijk om samen het gesprek aan te gaan, perspectief te zien en of te bieden zodat dromen ook waar kunnen worden gemaakt, er hoop op toekomst mogelijk is voor de jongeren van nu.

Lees voor, bied aan. En een andere keer nog een. Geschreven door schrijvers die allemaal stuk voor stuk boeken hebben geschreven die door jongeren van nu worden gelezen, door hen worden gezien en toekomst verdienen.

Schrijvers voor Toekomst, Hoopvolle verhalen over het einde van de wereld, Ploegsma, 2025, 176 blz., 9789021686141


Inhoud:
Marc ter Horst, Ik mag ook niks meer
Milouska Meulens, De reis
Marco Kunst, T-rex
Zindzi Zevenbergen, Doggybag
Maria Postema, De strijd om de Brent Spar
Mark Boode, Larco
Mijke Pelgrim, Verrekijker
Fikry El Azzouzi, Leyla en de kip
Anna Woltz, De lift
Rima Orie, Het gezonken land
Thijs Goverde, Het gezonken land
Elin Meijnen, Ik zal zingen
Marloes Morshuis, Stille nacht
Esther Walraven, Boer zoekt toekomst
Tom de Cock, De Kleine Kaap

Van verschillende schrijvers staat een titel beschreven op Lezersgoud of zijn er eerder gelezen.
Tik een naam in in de zoekbalk, ook in het item Palmen, polen, natte voeten & meer soep zijn er linken aan te klikken.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *