22 maart 2025

Tonke Dragt – De Schat van de Blauwe Boekanier

Een zeeroversverhaal waarvan het eerste deel in 1964 als Kinderboekenweekgeschenk met de titel ‘De Blauwe Boekanier is uitgegeven. Als vervolg op dit verhaal werd ooit ‘De schat van de Blauwe Boekanier’ geschreven. Tijdens het bekijken van ‘de archieven’ kwam dit vergeten verhaal, maar zonder de ooit gemaakte bijpassende tekeningen, weer boven water. Rindert Kromhout schaafde en herschreef samen met Tonke Dragt beide verhalen zodat het in de huidige tijd kon worden gepubliceerd. In het interessante nawoord vertelt Kromhout meer, ook over het bedachte feest dat door Dragts overlijden helaas niet meer doorging.

Het boek ligt er wel. Een zeeroversverhaal met een vleugje mysterie en een raadsel dat nergens te spannend wordt. De omslagillustratie die Tonke Dragt ooit zelf maakte is in de sfeer die we kennen uit al haar verhalen. Zo ook de illustratie in zwartwit op het schutblad en de illustraties in het eerste deel geven de eigenheid van de unieke Tonke Dragt weer.
Anna Grunske werd gevraagd bij het tweede deel de nieuwe illustraties te maken. Met een eerste blik zie je direct dat ze enorm passend zijn in sfeer terwijl ze ook een eigenheid hebben. Woorden die te binnen schieten: fris, strak en duidelijk. Een tweede blik zegt: dit zijn illustraties die kinderen van nu zondermeer zullen aanspreken, mogelijk meer dan de eerste terwijl daarop juist veel details zijn te ontdekken. Een bijna gevaarlijke uitspraak, maar hoe mooi zou het zijn dat Grunskes werk door deze eervolle opdracht bij een laatste Dragt meer zal worden gezien, ook in de toekomst? Eerder verzorgde zij het mooie omslag voor Elin Meijnens boek ‘Vanavond bij de rivier’, ook uitgegeven door Leopold.

‘Immer immer moet ik dolen
Met mijn schip over de zee.
Goud, juwelen, heb ‘k gestolen
Voor de Fransen, de Spanjolen
En toch ben ik niet tevree’

Joris Jas vindt bij de voordeur een blauwe fles met daarin een brief. Erop het bovenstaande rijm met daaronder 15 graden noorderbreedte en 75 graden westerlengte. Het blauw, de flessen en de rijmende versjes met plaatsaanduiding lopen als een rode, oké blauwe, draad door het verhaal heen. Een avontuur- of wel speurdersverhaal begint als Joris ook een volgende brief heeft gelezen over een Blauwe Boekanier, de schrik van de Zeven Zeeën waarvoor geen schip veilig is. Eronder een uitnodiging om bij zijn oom Pieter Jas die ooit kapitein op een schip was op bezoek te komen en de fles mee te nemen. Joris wilde ooit ook naar zee, maar is nu schoenmaker. Toch gaat hij uit nieuwsgierigheid naar zijn oom. Oom Pieter laat hem een volgend vers lezen:

‘Immer, immer moet ik zwerven
Met mijn schip al voor de wind.
En als ik eenmaal kom te sterven
Wie zal dan mijn schatten erven?
Wie? Ik heb geen enkele vrind.

15gr N.B. 75gr W.L.’

Joris moet niets hebben van boekaniers. Zeeroverij en piraten kunnen hem gestolen worden. Toch monstert Joris aan bij de Zeezweep met als kapitein een persoon met ogen ‘zo blauw als de Middellandse Zee’. Het schip dat eerst de naam Swajurka droeg en gestolen is van Pieter Jas.
Een avontuur gaat van start. Een schat wordt gezocht. List en bedrog komen voorbij. Het is een  laveren tussen goed en kwaad waarbij de scheidslijn voor Joris minder zwartwit lijkt te worden.  Over een Eiland Zonder Naam, een hebberige Opzichter van de Schatkist, een pardonbrief en ook een schatkaart. En de vraag wat is uiteindelijk belangrijker: geld of de mens?

Je bemerkt tijdens het lezen een duidelijke scheidslijn tussen het ooit eerder gepubliceerde en het later teruggevonden deel, het afgeronde geschenk en het niet afgemaakte manuscript. Het eerste leest ondanks alle veranderingen minder vlot. Het tweede deel heeft een meer eigentijds karakter in verteltempo, terwijl er ook woorden of gebruiken in voorkomen, echte Tonke Dragt-taal, die nu minder worden gebezigd maar zo passend is in de tijd en bij deze grootse auteur.

De vraag of Tonke Dragt ‘De schat van de Blauwe Boekanier’ bewust opzij heeft gelegd, krijgen we niet meer beantwoord. Met een hink-stap-sprong in de tijd ligt het boek er nu wel, als een mooie afsluiter van een bijzonder en nooit te vergeten oeuvre. Een allerlaatste Dragt waaraan af te lezen is dat er door meerderen met liefde aan is gewerkt. Voor de grage veellezer een fijn avonturenverhaal, vanaf ong. 9 jaar.

Tonke Dragt, Rindert Kromhout, De schat van de Blauwe Boekanier, illustrator Tonke Dragt, Anke Grunske, 2024, 124 blz., 9789025887919

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *