‘Oktobermaand. De zon verliest haar kracht.
De aarde mag gaan slapen onder dikke dekens blad.’
De eerste en de laatste regel van ‘onder dekens’ bij de maand oktober uit Dichter bij de seizoenen, Het vers is ‘een elftal’.
Door dit boek voel je je werkelijk dichter bij de seizoenen, wat een feest om blad na blad een bijzondere houtsnede te ontdekken. Een detail bij het titelblad, een dubbele pagina bij de start van een nieuw seizoen tot aan het colofon achterin. Door de ganzen op de schutbladen word je de bundel in- en uitgevlogen en bij de uitleg van de versvormen zie je alle platenpracht terug. Direct zoek je in het colofon wie de vormgever is, eigenlijk weet je het al: alle lof voor Leentje van Wirdum!
De sfeervolle platen in passende kleuren, tegelijkertijd helder en gedempt, zijn afgestemd op de gedichten. Of de gedichten op de kunstwerken van boekformaat. Het is één geheel.
Bette Westera heeft de gedichten, zo men wil versjes, alle in een andere vorm geschreven. Een haiku of elfje is meer algemeen bekend, maar wat is een tanka of een pantoum? De versvormen spicht en ollekebolleke van Drs. P. zijn ook toegepast, als ook een rondeel of kwatrijn.
Het boek start met een rondeel in de lente en na een jaar rond sluit het met een sonnet in de winter met februari af. De versvorm wordt rechtsonder genoemd.
Bij het lezen krijg je vanzelf een natuurles mee. Er wordt geschakeld tussen wei, tuin en bos waardoor zowel de kievit als de specht of wintergans voorbijkomen. In heldere kleuren komt het landschap weer tot leven in de lente, de bloesemknoppen staan op uitbarsten, insecten verschijnen op de tere en tegelijk krachtige houtsnedes van Henriette Boerendans.
In slechts enkele afgewogen woorden wordt de sfeer geduid van een seizoen terwijl er ook een terugkerend beeld als zijnde een rustpunt voorkomt. De boerderij op de dubbele spread van de seizoenen is wel dezelfde waardoor de veranderingen van natuur door het jaar heen zichtbaar zijn. Ook hierop insecten, grotere dieren in de omgeving en tal van planten, bloemen en bomen.
Het vocabulaire van de lezer wordt versgewijs uitgebreid. Neem juli: zinderende hitte, verschraalde heide, schuilende schapen en kwinkelerende vinken en daarbij krijg je twee woordbetekenissen voor ‘wolk’. Na alle verzen ga je vanzelf vogels spotten, je wil weten hoe ze eruit zien of welk geluid ze maken. Natuurlijk is dit boek ook een aanzet tot of handreiking voor het zelf schrijven of een creatieve opdracht. Wat een mogelijkheden biedt dit boek.
Als de regels ‘onder een deken / van blad wacht de winterslaap / warm welterusten’ worden gelezen, is het herfst en worden de kleuren ingetogener. Triestig laten de zonnebloemen hun koppen hangen, de merel pikt een lekker hapje mee, maar hoe sfeervol is de egel in ‘mijn veilig bedje van blad’, klaar voor de winterslaap.
Koele kleuren voor de wintermaanden worden opgevrolijkt door alle ‘thuisblijvers’ die genieten van ‘pindarisotto en zadensaté’. Je geeft de merel, het roodborstje en de koolmezen straks vast met het vers, de ollekebolleke, hun welkome versnapering.
Dichter bij de seizoenen is als een gids door de jaargetijden met schitterende houtsnedes, speelse taal en een toegankelijk overzicht in de dichtvormen. Een fractie van spontaan genoteerde woorden geeft al een beeld: klank, interesse, kunst, kwetsbaar, details, stijl, secuur, leerzaam, poëet, plezier, genieten, woordenschat, bewondering.
Als er één boek is waar je enorm van kunt genieten, is het Dichter bij de seizoenen. Keer op keer. Geweldige samenwerking. Het unieke en kwetsbare van de natuur komt door treffende liefdevolle observatie en buitengewoon oog voor sprankelende taal tot uiting. Een tijdloze prachtige aanrader opvallend door kunst in beeld en diverse versvormen. Ong. vanaf 9 jaar.
Bette Westera, Dichter bij de seizoenen, illustrator Henriette Boerendans, Gottmer, 2024, 48 blz., 9789025778361
Ook van Bette Westera en Henriette Boerendans op Lezersgoud:
Bette Westera – Ik wil een wiegje worden, zei de wilg
Eén gedachte over “Bette Westera & Henriette Boerendans – Dichter bij de seizoenen”