In dit deel uit de fijne serie ‘Duik in de tijd van’ wordt de lezer vanaf ongeveer 9 jaar meegenomen naar het Haarlem van 1795. Een tijd waarin men nog nauwelijks wist wat een museum was. De mensen maakten zich daar op dat moment dan ook totaal niet druk om, ze hadden wel iets anders aan hun hoofd. De Franse Revolutie was uitgebroken en stadhouder Willem V gevlucht naar Engeland. Oranjeroepers tegenover de ‘Pro patria’-roepers gaan door de stad, aanhangers tegenover opstandelingen.
In die tijd was naar school gaan geen algemeen gegeven. Ook voor Sybren niet, de hoofdpersoon uit ‘De vliegende jongen’. Sybren heeft het geluk dat hij en zijn moeder op het landgoed van dokter van Marum wonen die hem veel leert over allerlei onderwerpen. In het allereerste en op dat moment enige museum, het Teylersmuseum, doet hij allerlei klusjes. Hij is het hulpje van dokter van Marum. De dokter is enorm trots op zijn grote elektriseermachine waarvan Sybren goed weet welk onderdeel welk functie heeft.
Als Sybren op een ochtend kennismaakt met Isabella alias Jeltje komt hij op de kermis terecht. Niet een kermis zoals we nu kennen, maar waar bijv. een tent staat waar tegen betaling magische zaken worden getoond. De man die zich professor Volta noemt heeft een verkleinde uitvoering van een elektriseermachine waar hij met behulp van een zogenaamde vrijwilliger uit het publiek een truc uithaalt. Sybren moet deze dag de vrijwilliger zijn maar laat niet blijken wat hij weet over elektra. Want wil hij wel ‘een vliegende jongen’ zijn?
Ook in dit deel leer je tijdens het lezen tegelijkertijd meer dan alleen over ‘elektra’ en het uitgelegde ‘flogiston’. Het was in die tijd bijv. mode om pruiken te dragen. De ene nog uitbundiger dan de ander. Dat een school bij de kerk hoorde en de meester zijn loon het schoolgeld was. Ook over eten, drinken, gezondheid en de historische context wordt iets verteld. Jeltje is een weeskind wat niet uniek was in die tijd. Een voorbeeld hoe deze kinderen werden ‘verhandeld’ en welke kleding zij droegen wordt in het kort in dit verhaal verteld.
Dit deel is een uitnodiging om het Teylersmuseum in Haarlem te bezoeken. Een prachtig gebouw vol wetenschap met voorbeelden en uitleg: Vroeger dachten de mensen dat tovenarij bestond. De paginagrote illustraties van Els van Egeraat zijn een mooie en fijne toevoeging voor het verbeelden van het verhaal. De boekbesprekingtips hebben een toegevoegde waarde. Een vlot geschreven interessant verhaal over het onderdeel elektriciteit van de wetenschap, dat iedereen in de huidige tijd normaal vindt, en zo een inkijk geeft in het Haarlem van 1795.
Bies van Ede, De vliegende jongen, illustrator Els van Egeraat, Zwijsen, 2021, 80 blz., 9789048739349
Eén gedachte over “Bies van Ede – De vliegende jongen”