Een persoonlijk verhaal, wat schrijf je daar als lezer over? Dat je het in één keer heb uitgelezen? Dus dat het leest? Dat laatste is zeker waar.
In fragmenten, brieven, schrijft Frénk aan zijn inmiddels overleden ouders. Twaalf jaar huwelijk, een zoon, een dochter, een scheiding. De ouders zien elkaar veertig jaar niet. De kinderen blijven bij vader en weigeren lange tijd moeder te zien. De ouders zijn voor de zoon als ‘kruiswoordraadsels’, er blijft een ‘verlangen’, naar meer, toekomst en verleden.
Het is een herkenning van elementen uit die tijd, paar decennia. Samenleving, sociaal, gebruiken, hoe er werd gedacht, gewoon zo dat ging en vooral een tijd waarover nauwelijks tot niet over gevoelens werd gesproken.
Vrijwel alle emoties komen aan bod. Met betrekking tot rouw: ‘..is het ieder voor zich. De ene ouder blijft worstelen met het verloren verleden. De ander is juist heel goed in nabestaan.‘ Er zijn zelfs situaties die je laten lachen, een slikmoment door droeve herkenning. Daarvoor hoef je werkelijk niet een scheiding van ouders te hebben meegemaakt.
Iets wat zo duidelijk er staat, zo waar is: je kon als kind van een ondernemer niet zomaar gaan studeren, geen beurs voor jou. De overheid zag je ouders als kapitalisten. Dus ook geen ziekenfonds. Tandarts, dokter? Kost geld.
Wat een bijzondere ouders. Bezien in de tijdgeest. Geen wrok, ook zelfreflectie ondanks het bewogen verleden zoals de achterflap terecht vermeldt. Bewogen was het zeker voor de kinderen, tragisch ook. In gesprek blijven is ook hier de boodschap!
Spreuken, gedichtjes; ringen die kwijt zijn; de bril die regelmatig zoek is; de liefdevolle omarming tijdens beider ziekzijn; een bananendoos; de relatie die omdraait – hoe herkenbaar die delen.
Bijzonder dat ook zijn moeder ondanks vergevorderd ziekzijn door een enkele blik of gevoel een rake opmerking kan maken. Dit bestaat echt. Zonder je iets hebt verteld.
Een paar zinnen:
‘Ieder mens is een roman, ben ik gaan beseffen, je moet ‘m alleen willen lezen.’
‘Wonderlijk dat armoede als je erop terugkijkt romantische trekken krijgt.’
‘Heb me een beetje lief, dan heb je me lang.’
Lees en (be)denk.
Frénk van der Linden, En altijd maar verlangen, Luitingh-Sijthoff, 2021, 240 blz., 9789024588565
Eén gedachte over “Frénk van der Linden – En altijd maar verlangen”