21 januari 2025

Heinz Janisch & Wolf Erlbruch – De koning en de zee

Het bijzondere ‘Der König und das Meer’ verscheen in 2008. Een Nederlandse vertaling het jaar daarop bij uitgeverij Hoogland & Van Klaveren. Het is erg fijn dat dit kleinood na tijden niet leverbaar te zijn geweest onlangs in herdruk is verschenen. Wat een mogelijkheden, wat een humordenkers, wat een kunst, zo waardevol.

De schrijver, Heinz Janisch (1960) is geen onbekende in de schrijverswereld. Een flink oeuvre, waaronder pakweg 80 kinderboektitels, heeft hij opgebouwd. Het werk van de in Oostenrijk woonachtige Janisch is in minstens 12 talen vertaald. Diverse bekroningen en nominaties vielen hem ten deel. De meest bekende in België en Nederland zal zijn de in 2024 aan hem toegekende Hans Christian Andersen Award.

De Duitse illustrator van ‘De koning en de zee’ Wolf Erlbruch (1948-2022) ontving eveneens deze prijs reeds in 2006, naast vele andere. Erlbruch wordt door de kinder- en jeugdboekenkenner zeer gewaardeerd om zijn tekeningen in collagestijl, potlood, enkele details en vaak met gebruikmaking van silhouetten. Met slechts enkele lijnen wist hij volop mimiek en emotie in zijn diverse werk tot uiting te brengen. Voorbeelden zijn ‘De eend, de dood en de tulp’, ‘Ik juich voor jou’, ‘De schepping’ of ‘De beer die er niet was’ en de overbekende mol die zich afvraagt wie er op zijn kop poepte.

‘Ik ben de koning, zei de koning.
De zee ruiste een antwoord.
Ik weet het, zei de koning.
Hij werd stil en dacht na.
Ik weet het, mompelde hij.
Toen luisterde hij lange tijd naar het geruis.’

In 21 korte verhalen probeert de of een koning zijn gezag af te dwingen ofwel respect voor zich op te eisen en zijn wil op te leggen. De koning die enkel door een kroon is te herkennen, spreekt op directe wijze de elementen, abstracte verschijnselen of dieren aan. De ene na de andere dient hem op eenzelfde wijze van repliek waarna de koning nadenkt, zacht sprekend reageert of bijna volgzaam handelt. De reacties hebben een lesje nederigheid en bewustzijn tot gevolg waarna er ook plaats ontstaat voor verwondering en gelijkwaardigheid.

De aangewende onderwerpen kunnen staan voor de wereld in brede zin en de koning voor de macht. Wie is de baas van en over wie of wat? De gestelde vragen roepen vragen en mogelijkheid tot discussie op. ‘De koning en de schaduw’ stelt het geweten, het genuanceerde denken aan de orde. De koning wordt achtervolgd door de schaduw en vraagt waarom die dat doet. ‘Zodat je geen domme dingen doet, … En zodat je niet vergeet, dat alles twee kanten heeft.’ In de volgende, ‘De koning en de regen’ komt de vergankelijkheid en het genieten van het nu ter sprake.

Het je niet boven de ander verheven voelen en zich stellen blijkt uit veel. De Eekhoorn geeft duidelijk aan dat ieder zo zijn kwaliteiten heeft en de hond laat zich niet bevelen. De wolken maken duidelijk dat je niet je wil kunt opleggen, dat die- of datgene zelf bepaalt waar het het mooiste of beste is om te verblijven. Bij de vogel komt direct een associatie boven met het lied ‘Over de muur’, terwijl gastvrijheid een onderwerp is bij het (vis)net. Samenspelen doe je door werkelijk samen te werken maar als je moe bent, kun je die moeheid dan de baas blijven?

Het is zeker niet allemaal te serieuze en droge kost wat je ziet en leest. Diverse keren sla je met een grote glimlach het blad om op weg naar een goed gevat beeld of de volgende cryptische doordenker met een knipoog. De taligheid van Janisch en daarmee vertaler is niet te missen.
Of wat te denken van subtiel synoniemengebruik? De kat zegt bijv.: ‘Vandaag is de zon mijn koning!’ terwijl bij een ander verhaaltje duidelijk wordt gemaakt dat delen en gebruik laten maken van wat jij hebt voldoening geeft.
Een compliment voor vertaler Berd Ruttenberg mag niet ontbreken. Zie humor maar eens treffend weer te geven in een andere taal. Een geestige die er uitspringt is: ‘De koning en de geest’. Je zou het verhaaltje willen citeren, zelf lezen en de betekenis eruit halen is echter veel waardevoller.

Hoe verder je in dit niet grote formaat prentenboek komt, hoe meer deze koning met de blozende wangen en rode neus tot inzichten komt en daarmee toegeeflijker en respectvoller is. Hij luistert beter, kijkt beter en kan zich inleven waardoor hij zélf tot actie overgaat. De koning gaat beseffen dat alles een plaats heeft in het geheel en daarmee van waarde is. Ieder iets wat een naam heeft kan koning zijn op het eigen terrein als onderdeel van het grotere: ‘De koning en de koningen’. Daarbij springen De koning en de nacht, … en de ster … en de hemel aan het eind eruit.

‘Hier heb je je deken’, zei de hemel en legde een glinstering over het land. ‘Dank je wel’, zei de koning verbaasd.

Het zou alle leiders sieren dat zij zouden luisteren naar de verwondering, de dankbaarheid en het mededogen van deze koning uit ‘De koning en de zee’. Deze koning, sterk en minimalistisch verbeeld, geeft door enkele sterke woorden een staaltje bewustzijn en nederigheid mee dat tot een besef van gelijkwaardigheid stemt waardoor iedereen kan stralen.

‘Ik zorg voor allebei,’ zei hij en stak een kaars aan.’

Een prachtige, filosofische, grappige en zelfs ontroerende ‘Koning en de zee’ dat een tijdloze aanrader blijft en een waar cadeau is voor thuis en in de schoolbibliotheek.

Op de website van Janisch staat deze quote: ‘Mir ist wichtig, dass Kinder Bücher als Geschenk erleben, wie eine Art Wundertüte: Man macht sie auf und lässt sich überraschen…‘ *)

En een verrassend geschenk is het, ‘De koning en de zee’.

Heinz Janisch, De koning en de zee, illustrator Wolf Erlbruch, vertaler Berd Ruttenberg, Hoogland & Van Klaveren, 2024, 48 blz., 9789089674494

*) Voor mij is het belangrijk dat kinderen boeken ervaren als een geschenk,
als een soort grabbelton: je opent het en je bent verrast…’

John Saxby & Wolf Erlbruch – De avonturen van Eduard Speck
en in overzichten m.b.t. poëzie, voorlezen en verlies/rouw.


De koning en de geest
‘Geesten bestaan niet’, zie de koning tegen de geest.
‘En ik dacht dat er geen koningen bestonden’, zei de geest.
‘Dan heeft een van ons het verkeerd’, zei de koning.
‘Daar lijkt hete wel op’, zei de geest en begon aan zijn spookuurtje.


De koning en de nacht
‘Jij bent wel heel erg donker!, zei de koning tegen de nacht.
‘Kan het niet een beetje lichter?’
‘Dat moet je aan de dag vragen’, zei de nacht.
‘Die zorgt voor het licht, ik voor het donker.’
De koning zocht naar lucifers.
‘Ik zorg voor allebei’, zei hij en stak een kaars aan.




Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *