vertaling Herman Vinckers
‘Elk verhaal heeft zijn eerste zin. Niet de zin waarmee de vertelling in het boek begint, maar de zin waarmee het in mijn hoofd begint. Soms een beeld of een moment, een blik op iets of van iets af. Maar meestal is het een zin die iemand tegen iemand anders zegt.’
Deze kennismaking met Judith Hermanns werk maakt nieuwsgierig naar meer. Haar verhalenbundel ‘Lettipark’ die al in het begin van ‘Kiezels’ wordt genoemd onthoud je om eens op te zoeken, maar vooral ‘Zomerhuis, later’ zal op de zoeklijst komen.
Het zomerhuis waar de familie verblijft – of wat familie kan zijn volgens ‘vriendin’ Ada: ‘de familie waar ik uit kwam en waar is was opgegroeid niet per se mijn familie hoefde te blijven, dat het mogelijk was die te verlaten, de band door te snijden en een andere en betere te zoeken.’
Voor de context: Ada had gebroken met haar Oost-Duitse familie uit Frankfurt en volgens haar was haar biologische familie er alleen geweest om haar op de wereld te zetten. De kenners geven aan dat de twee genoemde bundels – en m.n. de tweede – erg mooi zijn, zelfs mogelijk beter dan haar romans terwijl deze al bijzonder is.
‘Kiezels’ als roman zien is mogelijk, het kan nl. ook worden aangevoeld als een bespiegelend autobiografisch werk. Er passeren veel momenten uit het leven van Hermann waarbij het schrijven en de psychoanalyse centraal staan met daarbij niet te missen de gedachten over literatuur en de samenhang tussen werkelijkheid, herinnering en fantasie. Het is niet altijd direct duidelijk wat werkelijk is gebeurd, wat er niet wordt gezegd of wordt er gezocht wat niet is gezegd, zodat je sommige delen nogmaals leest of een tijdje laat liggen. En eerlijk dat is geen straf, wel duurt het langer voordat het boek uit is.
Verschillende passages laten je nadenken, reflecteren of geven een andere blik – het boek werd dan ook niet achterelkaar uitgelezen. Er werd genoten van taal, hulde aan vertaler Herman Vinckers. Vele zinnen vielen op, zoveel dat je stopt met noteren of een tab erbij te plakken.
Het psychoanalytische valt niet te missen in ‘Kiezels’. De sessies zijn weliswaar afgesloten, de psychoanalyticus Dreehüs keert terug in haar werk. Nu ontmoet ze hem voor het eerst buiten de praktijk, stelt hem voor aan of?: ‘Dit is G. Dit is dus G. G., dit is nu op de valreep en uiteindelijk zowaar dokter Dreehüs, mijn analyticus.’
Hermann geeft ook aan dat ze schrijft ‘parallel aan mijn eigen leven, een andere manier van schrijven ken ik niet. Het personage van dokter Gupka loopt parallel aan dokter Dreehüs’,’ Maar wat is waar, wat is een herinnering, wat is een wens of een droom?
‘Elke beschrijving, elke verslaglegging is een bedrieglijk ordenen van de werkelijkheid.’
Van heden ga je naar verleden en v.v. door vertellingen en analyses over gebeurtenissen, haar schrijven, het alleen-zijn, vrienden en familie. Alle ‘kiezels’ worden als het ware meegenomen waardoor een verhaal tot stand komt. De verblijven in het genoemde ‘Zomerhuis’ / ‘Daheim’ komen daarmee ook aan bod alsmede haar jeugd met een bepalende vader en ongemerkt lees je parallel aan de geschiedenis. Door deze manier van schrijven wordt gerefereerd aan eerder uitgebrachte titels en worden ontdekt door de kennismakende lezer. Gedachten aan schrijvers als Ernaux, Mercier of soms ook Helfer of Hänsen komen bij vlagen boven.
‘Kiezels’, een intensieve, soms wat gesloten, nadenkende, mooie leeservaring. Een schrijver om meer van te lezen.
‘Elke verhaal heeft zijn eerste zin.’ Een interessante vraag voor leesclubs, een opdracht voor in de klas, een nadenker voor de lezer. Wie weet ook een mooie voor de volgende Hermann die in het voorjaar in vertaling zal verschijnen bij Meridiaan Uitgevers.
Judith Hermann, Kiezels, vertaler Herman Vinckers, Meridiaan Uitgevers, 2024, 192 blz., 9789493305366
