Met Katherine Rundell ga je altijd op reis naar een land of een deel van een stad dat je niet of nauwelijks kent. In het eerste Nederlands vertaalde ‘Feo en de Wolven’ zwerft de lezer mee in de bossen van Rusland. Spanning in de ‘De ontdekkingsreiziger’ of vier kinderen die in de jungle van de Amazone overleven na een vliegtuigcrash. Bizar hoe eenzelfde situatie onlangs waarheid werd. Daarna twee verhalen die zich in een stad afspelen, resp. Parijs, ‘Sophie op de daken’ en New York, ‘De goede dieven’. In 2022 is ‘Het wilde meisje’ uitgegeven in het Nederlands taalgebied in wederom een soepele vertaling van Jenny de Jonge.
‘Het wilde meisje’ gaat over Will, voluit Wilhelmina, een wit meisje, klein van stuk, eigenzinnig en jongensachtig. Ze groeit op in volle vrijheid op een boerderij in Zimbabwe. Omgaan met dieren gaat haar eenvoudiger af dan met mensen: ‘Ze kon ziedende paarden aan en wist wat ze met slangen, ratten en bavianen aan moest. Mensen waren moeilijker.’ Haar vader werkt als voorman op de boerderij van ‘kapitein’ Browne. Simon, een paardenjongen is haar beste vriend, ‘een lange, gracieuze zwarte jongen’.
Door woorden als ‘geborduurd met vuurlelies, de nationale bloem van Zimbabwe’, ‘papegaaiengekrijs bij de rotspoel’, ‘waar schorpioenen en een paar van de kleine slangen zich schuilhielden’ of ‘als geluk een kleur had, zou het de kleur van deze tor zijn’ krijg je een beeld van de bijzondere natuur die het land rijk is maar ook de aandacht die Will ervoor heeft. Ze wordt bijna lieflijk door haar vader ‘raddraaier’ genoemd, deze Will die als de jonge wilde kat bekend staat die getemd moet worden. Het ‘temmen’ komt helaas eerder dan Will ooit had kunnen denken. Haar vader wordt ziek, de boer Browne wordt ingepalmd door een jongere dame – ‘ze was zo onecht als een plastic bloem’ – wat uiteindelijk betekent dat Will naar kostschool in Londen wordt gestuurd met een koffer nieuwe kleding die ze liever in de kleuren ‘om op de zonsondergang te lijken’ had willen hebben.
De woorden van haar vader houden haar overeind in het totaal andere Engeland van regels, grijs en sloten: ‘Goedheid, moed en geluk’ en vooral ‘wees jezelf’. Het moedig zijn heeft ze hard nodig en ze denkt ook terug aan de kapitein die haar meegaf ‘Het leven is niet alleen mango’s en melktaart, Will.’ Ander eten, het weer, het binnen moeten zijn, lessen, de vele regels en vooral het gedrag van klasgenotes laten Will een besluit nemen door deze totale cultuuromslag.
Dit vijfde boek is Rundells nu vertaalde debuut waarvan alleen het einde wat abrupt kan overkomen. Diverse onderwerpen als vriendschap, heimwee, liefde voor de natuur, doorzetten en verlangen komen voorbij. Eén zin geeft haar gemis en verdriet treffend weer: ‘Verlies is een vacuüm waarin geen levend woord kan bestaan.’ Het wilde meisje is een mooie, echt fijne Rundell voor de goede, grage lezer met mooie sfeerbeelden, verdriet, een lach en een innemende hoofdpersoon. Een aanrader, kijk alleen al naar het mooie warme omslagbeeld.
Deze vijf Rundells nog niet gelezen? Ga op reis in haar verhalen! Lezen is reizen.
Katherine Rundell, Het wilde meisje, vertaler Jenny de Jonge, Luitingh-Sijthoff, 2022, 256 blz., 9789021031767