door ‘Wij zijn net zoals jullie’, gaat Mus verder. ‘Gewoon een paar mensen die proberen te overleven. Die anders zijn. Die er anders uitzien. Die zich soms eenzaam voelen en nu een beetje troost kunnen vinden bij elkaar. Zoveel verschillen we niet. .. Eigenlijk zijn we allemaal hetzelfde. Ongeveer dus.’
Als je deze passage leest, zit je vol in dit nieuwe avontuur waarin je wil verdwijnen, onderzoeken, meelopen, ontdekken, griezelen en grinniken; kortom verder lezen dus. Oké, je wil niet in dat enge gevecht verwikkeld raken als kind van pakweg 9-10 jaar. Maar nu had je als jonge lezer waarschijnlijk toch al bijna je ogen dicht – je leest tenslotte met dichtgeknepen oogjes onder je dekbed door ondanks dat het al lang slaaptijd is. De zaklamp geeft net nog een straaltje licht voor het volgende kortere hoofdstuk. En als dat uit is, – die cliffhanger! – nog even beginnen aan het volgende want daar doemt al weer een bijzonder personage op. Iemand die als tafel dient? In bladerkledij? En wat is dat met al die hangertjes? Huh, slapen op de zeebodem?
Met een uiterst levendige fantasie lees je over Mus en een zeer illuster gezelschap op route door onherbergzaam woud, geheimzinnige dorpen en schilderachtige decors. Want werkelijk ondanks alle mysterieuze en spannende momenten word je als lezer verrast door immens mooie illustraties van Linde Faas en trefzekere uitspraken van Kevin Hassing die ontroeren. Op de tocht van Kwaadbaard, De Buffel, Kromme Kareltje, Bertrand en Mus worden mooie en avontuurlijke momenten gedoseerd aangeboden. In het eerste gedeelte is het even doorlezen in uitleg en beschrijving van personen en omgeving, maar dan krijg je als lezer een verhaal waarvan je ook als voorlezer smult. De lezer die in één keer wil doorlezen en de voorlezer die hoopt dat hij degene is die de volgende dag weer het dagelijks voorleesmoment mag invullen.
Waar gaat dit piratenverhaal nu werkelijk over? Een tipje van het mistige woordenwoud: over een voormalige bende die ‘De 5 slangen’ heet en op De Cobra voer of misschien toch De Zilte Zeef? Een bende waarvan één van de leden, Ramon, iets vreselijks heeft gedaan. Een geheim dat Mus ter ore is gekomen door een geheimzinnige stem. De inwoners van haar dorp Zeeburgerdam zijn in gevaar. Inderdaad een piratenbende is binnengevallen. Met één bijzonder belangrijk persoon. En daarom begint dit boek met een tocht naar ‘Café De Afgrond’ waar ene Kapitein Kwaadbaard overreden moet worden. Met een ketting, een bedeltje als bewijs.
Halverwege wil je niet meer weten wat die piratenterm is, dat lees je later misschien wel achterin, daar bij dat handige landkaartje. Je wil weten of dat dappere meisje met al die ruwe bolsters de voettocht volbrengt. Een tocht waarin die blanke pit ruimte geeft aan een mooie vlinder-emotie en oog voor elkaar. En dan moet de meest spannende passage nog beginnen. Scannend lezen voor de 8- of 9-jarige! Een geruststelling: net als in een tv-serie komen de hoofdrolspelers terug in het vervolg. Maar toch, wat zou je graag eens rondkijken in het land van Mus & Kapitein Kwaadbaard!
Een schitterend omslag, zeer verzorgde uitvoering met handig leeslint en een verfijnd detail boven ieder hoofdstuk. Voor de oplettende lezer is er een goed verweven hint naar het volgende deel. Voor wie ook nieuwsgierig is naar deel 2: er is een boomhuis waar je tree voor tree, voor tree, voor tree naar een prachtige leesplek kan klimmen! Wie komt er meelezen? Of komt de auteur dan zelf voorlezen? Dé aanrader die je als kind zelf had willen lezen, voor mussen j/m en stoere watjes. Lees en geniet!
Kevin Hassing, Mus en Kapitein Kwaadbaard en de 5 slangen, illustrator Linde Faas, Luitingh-Sijthoff, 2020, 256 blz., 9789024589609
