Van dienstbaar schrijven naar zelf meer sturing geven
Koen Caris, toneelschrijver en hoorspelschrijver, vestigt met Stenen eten zijn naam als romanschrijver. In dit debuut staat een dorp en specifiek de 17-jarige Ben centraal, wiens zus drie jaar eerder na haar eindexamens een eind aan haar leven maakte. Nu bereidt Ben zich in een broeierige hitte voor op zíjn examens en pleegt een leeftijdsgenoot zelfmoord. Welke gevolgen heeft dit voor hemzelf en zijn relaties met de andere jongeren?
Koen, je bent theater- en hoorspelschrijver en nu heb je ook een roman op je naam staan. Wat is het verschil in schrijven?
‘Ik ben opgeleid als theaterschrijver. Ik geniet echt van dat werk! Met een paar andere collega’s hadden we een prozaclub opgericht. We stuurden elkaar foto’s en daagden elkaar uit om daar een verhaal bij te schrijven. Een van die verhalen had ik naar Atlas Contact gestuurd met de vraag of er “iets in zat”. Het verhaal dat uiteindelijk dit boek is geworden, heeft zich een beetje aan me opgedrongen.
‘Binnen theater en hoorspel lever je een product af dat eigenlijk half af is. Een tekst heeft al wel betekenis, maar de precieze betekenis wordt mede door de regisseur bepaald. De accenten worden door de acteurs gelegd in combinatie met technici en musici, de samenwerking is erg leuk. Als schrijver heb je minder de eindverantwoordelijkheid.
‘Bij een boek heb je ineens zelf alle vrijheid: je mag zelf beslissen hoe je het gaat doen, waarover het gaat. Dat brengt natuurlijk juist ook veel verantwoordelijkheid met zich mee, dat voelde ik wel. Je moet meer sturing geven aan personages, meer achtergrond invullen… In een toneelmanuscript moet je het per scène zo schrijven dat er ruimte is voor leuke vondsten op de vloer. In het schrijfproces van Stenen eten kreeg ik dan ook te horen van mijn redacteur dat ik zelf scherper mocht kiezen wat het hoofddoel was. Het was soms niet in één keer duidelijk waar een scène over ging. Ik moest dus meer lef leren tonen voor wat ík in het verhaal wilde!’
Een boek wordt soms pas “af” in de hoofden van lezers. In vergelijking met theater zou je kunnen stellen dat de lezer nu meer dienstbaar is aan jouw werk dan andersom.
‘Klopt. De combinatie van deze manieren van schrijven maakt het schrijfvak voor mij nog leuker. De roman is mijn speeltuin en ik merk dat ik me in het theater nu flexibeler kan opstellen. Volgens mij werd ik een leukere samenwerkingspartner in het theater toen ik met het boek aan de slag ging.’
Wat mij opviel in het verhaal was dat je met een paar zinnen een sfeer kunt schetsen, waarbij je let op andere details dan je meestal tegenkomt. “Meer nog dan wát ze zeggen is het hun alledaagse toon waarvan ik de zenuwen krijg.”
‘Formuleren hoe iets klinkt is inderdaad de ervaring die ik uit de hoorspelwereld meeneem. Theaterschrijvers hebben veel ervaring met dialogen. Bij sommige boeken denk ik wel eens “Volgens mij heb je dit gesprek niet hardop voorgelezen”. Ook de briljantste prozaschrijvers schrijven niet altijd de beste dialogen. Hier heb ik dan ook (automatisch) extra op gelet.’
Hoe kwam de wereld in Stenen eten tot stand?
‘Ik heb een wereld gecreëerd die lijkt op de wereld die we kennen maar het net niet is; die niet geheel onrealistisch is maar een verhevigde versie van onze wereld is. Een hittegolf die een hele zomer duurt bijvoorbeeld, of mensen die altijd in het dorp blijven wonen óf juist weggaan en nooit meer terugkeren. Je zou het subtiel overdreven kunnen noemen. Stenen eten gaat onder meer over anders-zijn, in een dorp, in een jongerengroep. Ben is bezig met de ontdekking van zijn seksualiteit. Of dat anders zou zijn in een stad? Ik denk het niet, de omgeving speelt daarin wel een rol, maar jijzelf hebt het grootste aandeel erin. Ikzelf heb tijdens de adolescentie ook de vraag in gedachten gehad of ik wel ‘klopte’, maar ik weet niet in hoeverre het heeft uitgemaakt waar ik opgegroeid ben. Als je afwijkt van de norm, heb je daar een interne strijd over.’
In het verhaal komt de goede band die Ben met zijn zus Kim had duidelijk naar voren. Het voelde zo natuurlijk aan, is dit een autobiografisch element?
‘Jazeker, ik heb een zus met wie ik een hele goede band heb. Toch heb ik dit er niet eens bewust in gestopt, het voelde gewoon heel natuurlijk om dit fijne element in het verhaal te verwerken. Dan is het ook niet geforceerd. Er is een scène waarin Ben zijn matras naar Kims kamer heeft gesleept en bij haar uit logeren gaat, dat is een fijne herinnering die nu voortleeft op papier.’
Het moge duidelijk zijn: er leven genoeg verhalen in Koens hoofd. Hopelijk zien we in de toekomst meer werk van hem verschijnen!
Neem ook eens een kijkje op www.koencaris.nl!
Koen Caris, Stenen eten, Atlas Contact, 2021, 272 blz., 9789025454876.
Toevoeging september 2022: Deze roman stond op de shortlist voor het Beste Boek voor Jongeren 2022.
Eén gedachte over “Koen Caris over Stenen eten”