8 maart 2024

Racheda Kooijman over Vossenjacht

‘Ga door op je eigen pad’

De debuutroman Vossenjacht ziet er opvallend uit: donkerblauw met dikke rode letters. De hoofdpersoon in het boek schreeuwt ook om aandacht en liefde, maar heeft eerst niet door dat ze grotendeels zichzelf in de weg zit. Een gesprek met Racheda Kooijman (uitspraak: Rashieda) over schrijven en het vinden van je eigen weg. 

De Amsterdamse Nadia Smits (uitspraak: Nadzja) is opgegroeid zonder vader, van wie ze anderen altijd vertelde dat hij Spaans was. Liever dat zeggen dan aangezien te worden voor Marokkaan. Door zijn afwezigheid heeft ze altijd gedacht dat ze maar half was. Dat nare gevoel verstopt Nadia achter een losbandige levensstijl. Aangespoord door Reyn, huisgenoot en liefdesmaatje, zoekt ze haar vader in dezelfde stad op en gaat ze op reis naar Marokko.  

Als ik Racheda spreek, merk ik op dat ik het boek ervaren heb als een soort storm: gedurende Nadia’s zoektocht naar haar identiteit komt ze gehaast over en naarmate het verhaal vordert, komt er een kalmte over de lezer heen. Kooijman: ‘Zo had ik het nog niet gehoord, maar het klopt dat Nadia grip en begrip krijgt op en voor haarzelf en haar familie. Ze is aan het eind geen ongeleid projectiel meer.’  

Wat me eveneens opviel, is dat het hoofdpersonage 25 jaar oud is. Vaak gaat een zoektocht over 20-jarigen die zichzelf moeten uitvinden en daarna ineens goed in het leven staan. ‘Ikzelf heb zeker tot mijn dertigste lopen zoeken. We denken allemaal: “Zodra je 24 bent, heb je een opleiding afgemaakt en rol je in een baan die bij je past en heb je woonruimte,” maar zo is het allang niet meer. Dat Nadia deze leeftijd heeft, is geen hele bewuste keuze geweest, het klopte gewoon. Op je 25e heb je een bepaalde wijsheid of rijpheid die je een paar jaar eerder nog niet hebt. Midden twintig wordt er al veel van je verwacht, maar je bent er gewoon nog niet. Ik hoop dat lezers uit Vossenjacht meenemen dat ze hun eigen koers moeten volgenHoeveel tegenwerking je ook krijgt of wat anderen van je vinden, je moet doorgaan op je eigen pad.’  

Frequentieknop 
Vossenjacht gaat ook over jezelf aanpassen aan andermans frequentie. Nadia zegt: ‘Alleen ik ben in staat om aan de frequentieknop te draaien. Te vaak draai ik eraan om de frequentie te laten samenvallen met die van anderen, maar ik moet op mijn eigen frequentie blijven en op de uitkijk staan om mensen op diezelfde hoogte te spotten.’ Wat wil Kooijman hierover meegeven? ‘Ik geloof niet in megalomaan alleen aan jezelf denken en doen wat goed is voor jou. Je hebt andere mensen nodig en omdat zij betrokken raken in je leven, wordt het vanzelf een samenspel. Als ik voor mezelf spreek, heeft het te lang geduurd voordat ik echt in mezelf geloofde.  
‘Nadia heeft verschillende overlevingsmechanismen, ze liegt zichzelf bijvoorbeeld voor over haar afkomst en het al dan niet missen van een vader. Op het moment dat ze door Reyn wordt gedwongen haar waarheid onder ogen te zien, wordt het leven voor haar al makkelijker. Geen enkele ontwikkeling gaat zonder kleerscheuren, maar juist dat maakt je een mens. Door je eigen fouten kom je verder in het leven en soms is het erg fijn om daarbij door anderen geprikkeld te worden. Daar word je een leuker mens door: je bent in staat anderen te helpen en te begrijpen waarom iemand tot bepaalde keuzes komt.’  

Wanneer Nadia voor het eerst het gezin van haar vader ontmoet, zit ze op de weg ernaartoe vol vooroordelen. Ze schaaft op den duur haar mening bij. Kooijman zegt hierover: ‘We zijn al zo voorzichtig aan het worden. Dat we moeten nadenken over elk woord – je mag er toch mee spelen? Niet alles kan te keurig zijn. We krijgen tegenwoordig erg veel regels hoe we met elkaar moeten omgaan, dat wordt niet meer werkbaar. Overigens worden in mijn boek geen heilige huisjes omver geschopt.’  

Debuteren 
De debutant heeft tot nu toe in haar loopbaan gewerkt als journalist, copywriter en bladenmaker. Hoe bevalt het schrijven van een roman haar? ‘Ik heb eerst flink gepuzzeld op de lengte van het manuscript en het houden van overzicht. Mijn langste artikel daarvoor was pakweg 4000 woorden, een stuk korter dus! Het is een kwestie van doorgaan, blijven lezen, inconsequenties eruit halen… Het hele proces was echter heerlijk. Er is veel meer vrijheid: ik bepaalde hoe het verder ging. Als journalist moet je je houden aan wat een interviewkandidaat je vertelt. Ook met het copywriten sta je in dienst van een opdrachtgever. Dit schrijfproces smaakt dus naar meer. Ik heb zelf iets gemaakt waar ik heel blij mee ben, dan is het fijn als het de wereld in gaat en doet wat ik hoopte: andere mensen bereiken. Enkele maanden geleden hoorde ik over een manuscriptenstop bij een literair agentschap en het is net alsof ik me toen pas realiseerde dat het eigenlijk best bijzonder is dat ik bij een uitgever zit.’ 

Racheda Kooijman, Vossenjacht, Orlando, 2021, 240 blz., 9789083146850.

Het interview is eerder verschenen in de Boekenkrant.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *