‘Waar begint een verhaal? Bij je geboorte? […] Of misschien is een verhaal rond als een bal, en heeft het in werkelijkheid geen begin of eind?’
Lida Dijkstra had niet passender kunnen beginnen. Er zijn meerdere Griekse mythen die niet uit één verhaal bestaan, maar verweven zijn met andere en zo een verhalencluster vormen. Zo ook ‘Theseus en de Minotauros’: het verhaal van Theseus die met de hulp van Ariadnes draad de Minotauros verslaat, is verbonden aan Daidalos en Ikaros en Medea.
Lida Dijkstra kiest ervoor haar vertelling van het verhaal te beginnen met het moment dat veertien kinderen in een luchtkoker worden neergelaten. Ze komen allemaal uit Athene en dienen als offer voor het beest dat in het labyrint op het eiland Kreta gevangen wordt gehouden. Elke negen jaar is dit een gruwelijke verplichting van de Atheense koning aan de Kretenzische koning Minos, als vergelding voor de moord op diens zoon. (van een vicieuze cirkel gesproken!)
Het bijzondere en leuke aan Het beest met de kracht van tien paarden is dat het strikt genomen maar deels een hervertelling is, want de tijd die De Veertien doorbrengen in de ondergrondse ruimtes staat in geen enkele overlevering beschreven. Dijkstra maakt er een levendig geheel van met bijvoorbeeld fresco’s die de eerder genoemde verwante verhalen verbeelden, zodat ook die op een soepele manier in het boek verteld worden. De groep kinderen is een bont geheel, die samenwerkt en zelfs grapjes maakt.
En passant is meer in het verhaal verwerkt: het Klassieke wereldbeeld, Minoïsche beschaving, gulden middenweg, de positie van meisjes in de Klassieke tijd (en een deels feministische Theseus), net als het verschil tussen labyrinten en doolhoven.
De illustraties van Djenné Fila passen ontzettend goed bij de tekst. Kleurrijk waar ze de fresco’s weergeven, donker als het een scène in het doolhof bevat. Ook het verschil tussen enerzijds het beestachtige en het intelligente in de Minotauros anderzijds brengt ze treffend over.
Andere details die ik opvallend/fijn vond: Dijkstra houdt de Griekse spellingswijze aan (Daidalos, Ikaros) en sommige namen staan in de tekst een keer in het Grieks geschreven; het gebed van koning Minos, aan de goden gericht in de hoop dat ze zijn zoon Androgeos zullen wreken, is op papier gezet in de vorm van een zwaard. (Zeus vindt het “vlijmscherp”.) Achterin het boek vind je een verklarende woorden- en persoonslijst en landkaart.
Het is een verhaal dat tevens uitnodigt tot voorlezen. Je zou er zelfs een toneelstuk van kunnen maken. Lida Dijkstra hoort in iedere kast naast Imme Dros en Simone Kramer.
Ik zou bijna zeggen: een vorm van klassieke receptie zoals het hoort! Maar dat laat ik graag aan iedere andere individuele lezer over.
‘Waar eindigt een verhaal? Met het einde van een opdracht of reis? Rolt de bal eindeloos door […]? Eindigt een verhaal ooit?’
Lida Dijkstra, Het beest met de kracht van tien paarden, illustraties: Djenné Fila, Luitingh-Sijthoff, 2019, 168 pagina’s, 9789024587346.