Over vrouwen in de natuurwetenschap die over het hoofd werden gezien
‘Ongekend!’ roept men soms, als er iets bijzonders gebeurt. Ongekend, letterlijk: we kennen het niet. Dit is ook de gedachte achter de columns en nu de bundel van Margriet van der Heijden. Een boek over vrouwelijke wetenschappers, specifiek de natuurwetenschap, die wel veel bereikt hebben en doorbraken maakten, maar die toegeschreven werden aan mannen. Maar vooral ook: de huidige visie op vrouwen in de natuurwetenschap, hoe op de middelbare school meisjes al een bètaprofiel afgeraden wordt, afhaakten op studies en hoe een vrouw vaak als buitenbeentje wordt gezien en daarom een ander vakgebied kiest.
Het boek begint met een hoofdstuk over bijvoorbeeld de studiekeuze van vrouwen toen ze net mochten studeren. Het gros van de vrouwen koos toen een studie zoals farmacie, natuurkunde, scheikunde, wiskunde of biologie. Een studie zoals farmacie gaf een vrouw de keuze en vrijheid om een apotheek te runnen, maar na het Koninklijk Besluit in 1924 waardoor getrouwde vrouwen geen baan in overheidsdienst meer mochten vervullen werden studies zoals letteren populairder, of, na de oorlog, juist geen studie, omdat verwacht werd dat een vrouw slechts werkte tot ze trouwde.
In de kringen waarin Van der Heijden zich bevond, merkte ze zelf ook altijd één van de weinige vrouwen te zijn, maar besefte later ook dat ze helemaal geen pionier is, maar in een traditie van vrouwen zit die zich een plek in de natuurwetenschap vechten. In gesprek met mannen, waarbij de gesprekspartner uitgaat van het feit dat de vrouw niet degene is die de technische aspecten begrijpt. ‘Doe niet zo gevoelig,’ ‘Het valt toch wel mee?’ of ‘Noem eens één belangrijke ontdekking die door een vrouw is gedaan?’ Daar gaan we en lees mee:
De basis van het opwarmingseffect van de aarde bijvoorbeeld, is ontdekt door een vrouw. Eunice Newton Foote ontdekte dat koolstofdioxide, destijds aangeduid met koolzuur, warmte van zonnestralen veel meer vasthoudt dan andere chemische stoffen. Of, een ander actueel begrip, de naam corona ontstond nadat een vrouw, June Almeida, voor het eerst virusdeeltjes met een krans scherp vast kon leggen in de jaren ‘60. Ook maakte zij in de jaren ’80 voor het eerst scherpe opnames van het hiv-virus.
Tevens hebben we natuurlijk Marie Curie, de enige die eigenlijk écht bekend is geworden met haar uitvinding. Maar haar dochter, Irène Juliot Curie, deed ook een baanbrekende uitvinding en vond een kortlevende radioactieve vorm van fosfor uit. Hiermee ontstond het enige vader-dochter én moeder-dochter paar dat de Nobelprijs won tot op heden, naast zes vader-zoonparen.
Ook hebben vrouwen zeer baanbrekende bijdrages geleverd. Zo ontdekte Maria Mitchell een komeet en was Mary Anning een belangrijke fossielenontdekker. Wat bij ieder verhaal naar boven komt, was dat er een stimulans was om in de natuurwetenschappen te belanden, een financiële prikkel, maar vooral: alles begint bij onderwijs en gelijkwaardigheid. Of de ouders van de vrouwen vonden het belangrijk hun kinderen te onderwijzen, of een partner, of de vrouwen kwamen uit een cultuur waarbij ze gelijk of in ieder geval bijna gelijk stonden aan de mannen en hiermee dezelfde dingen leerden of taken hadden waarbij ze in contact kwamen met de natuurwetenschap.
De schetsen van Van der Heijden worden chronologisch verwerkt in het boek en de vloeiende schrijfstijl maakt dat ze vlot weglezen. Tevens verwerkte Van der Heijden er een uitgebreide bronvermelding in, waarmee de lezer alles zelf nog na kan lezen. Een mooie en goede bundeling met een belangrijke boodschap: Vrouwen waren er altijd, bereiken belangrijke mijlpalen en: goed onderwijs en kansen voor iedereen, dat maakt deze mijlpalen bereikbaar!
Margriet van der Heijden, Ongekend, Nieuwezijds Uitgeverij, 2022, 206 blz., 9789057125683