Een nieuwsgierig makende titel, op wat op het eerste gezicht een doorsnee prentenboek over een olifant lijkt. Wanneer je echter verder kijkt en je je als lezer verdiept in de afbeelding, spat de zorg en precisie er vanaf.
Jip, het jongetje dat in de schoolbus zit, hoort buschauffeur Jan plots iets roepen en je ziet dat alle passagiers verbaasd zijn dat er een olifant bij de halte staat te wachten. Jan roept dat er geen beesten in zijn bus mogen. Jip vindt dat niet eerlijk. De hond in het gangpad mag wel mee en de olifant geeft ook aan dat hij net als anderen een OV-chipkaart heeft. Wat je al kan verwachten, het binnenwurmen gaat niet vanzelf en de wachtende rij wordt ongeduldig. Schrikken, duwen, trekken, klem zitten, de brandweer wordt gebeld.
Op dat moment zie je ook een maatschappij geëngageerde afbeelding. Iedereen heeft namelijk direct zijn of haar telefoon vast om het tafereel vast te leggen. Men zit vastgekleefd aan het mobiel. Zelfs de buschauffeur legt vast wanneer de brandweermannen de olifant komen bevrijden! Spuiten, zeepsmeren, zagen, alles wordt geprobeerd om de olifant te bevrijden. Komt Jip nog op tijd op school?
Vele details vallen op als je wat langer in het boek kijkt, bepaalde dieren komen vaker terug, of let eens op de bushalte! Steeds zijn dezelfde cijfers van de buslijnen opnieuw opgeplakt. En heb je ook de linker achterpoot van de olifant al gezien? Of het ‘doorzichtige’ water?
Het gebruik van verschillende technieken is fabuleus. Je ziet verf op de olifant en papier waarmee de figuren in elkaar zijn geplakt waardoor diepte ontstaat. De afbeeldingen doen denken aan de illustraties van Fiep Westendorp. Ze zijn fris, grappig en er gebeurt veel, héél veel.
De olifant is herkenbaar en Jip is een jongetje van de basisschoolleeftijd. Het lijkt net alsof een dergelijke situatie zich echt voor kan doen, vanwege de realistische situatieschets!
Er is zoveel te zien dat je bijna vergeet de tekst te lezen. Door de vlot lopende humoristische rijm lees je de per twee bladzijden tweeregelige tekst op verschillende manieren voor:
‘Ben ik te dik?’ vroeg Olifant. ‘Welnee, uw deuren knellen.’
Jan schudde met zijn hoofd en zei: ‘Ik ga de brandweer bellen.’
Als laatste: vergeet niet de schutbladen te checken! Deze bieden ook hier een leuke toevoeging aan het verhaal waarbij een kind zelf kan kijken wat de uiteindelijke oplossing voor zowel de olifant als de buschauffeur is.
Een geslaagd vrolijk prentenboek met thema’s als samenwerken, uitsluiting en oplossingsgericht.
Een prentenboek om vaak voor te lezen en natuurlijk een aanrader.
Marjet Huiberts, Een olifant in de bus, illustrator Barbara de Wolf, Gottmer, 2019, 32 blz., 9789025771393