Vorige week zondag las ik deze oorlogsnovelle met aandacht en plezier.
Een boek over de Grote Oorlog trekt altijd, een Tijsmans ook. Een jeugdboek voor ook volwassenen wil ik benadrukken. Met regelmaat in weinig woorden een beeld schetsen uit de geschiedenis met emoties die ook in deze tijd kunnen voorkomen.
‘Pas een paar weken later
vonden ze papa onder het puin.
Het was gevaarlijk om lang te zoeken.
Door die bommen die maar bleven vallen.’
Dit citaat staat in één van de eerste hoofdstukken. Inderdaad korte zinnen en dat stoort totaal niet, het geeft een effect van verbeelding en binnenkomen.
Jefke woont sinds een bombardement met zijn moeder op de hereboerderij van oom, tante en neef Viktor. Viktor die school niets vindt (meester Piet is weg), niet kan schrijven en door de dorpelingen meewarig wordt bekeken. Jefke is een lezer, wil wel leren en wordt door Viktor met wat bravour ‘onderdeur’ genoemd.
Toch zijn de neefjes op elkaar gesteld en weten veel van elkaar. Niet alles. Jefke krijgt een vermoeden als er een colonne Engelsen door het dorp en langs school trekt. Waar is Viktor ’s nachts als hij alleen op zolder in het tweepersoons van wijlen bompa ligt?
Er is herhaling in zinnen. Bijv. ‘het zondagse pak’, als je het hebt gelezen zal je het herkennen.
De heilige Apollonia en de ogen van een lievelingskoe zorgen ervoor dat Viktor geen misdienaar meer is. Jefke wel en moet zich blijvend tonen aan meneer pastoor of hij proper is. Hij vangt veel op. Herr Hauptmann is op bezoek. Hij legt verbanden.
In Krombeke, een dorp als ieder ander met roddel en achterklap, wordt een spion gezocht.
Wie zegt dat jongens van elf jaar alleen nog kinderen zijn? Juist of ook in die tijd?
Een bijzondere oorlogsnovelle met plezier gelezen in gekozen taal. Ook in een dorp als Krombeke was toen humor, gewone mensen die moeten omgaan met situaties waarin de neuzen niet dezelfde kant op staan. De goeien, kwaaien, meelopers, verzetters, verraders. Wat is het fort? 1916, middenin de Grote Oorlog. Wie is de baas, wie maakt echt de dienst uit?
‘Viktor is Viktor.’ Jefke: een lezer die woorden kent uit een boek: collaboratie.
Om te onthouden:
‘Daarna trok ik mij terug op zolder.
Ik las een boek over dappere ridders
die elkaar de kop insloegen.
Maar het was niet erg, want de goeien
wonnen natuurlijk.
Net zoals de ontelbare keren daarvoor
toen ik het boek gelezen had.
De goeien wonnen.
En de slechten gingen dood.
Zo ging het altijd.
In boeken…’
Mark Tijsmans, Fort Fiktori, Pelckmans, 2020, 108 blz., 9789463832137