‘Lang, lang geleden, toen alle schepen nog zeilen hadden…’ en je zit in het verhaal over Doenja en Jorkas die een spannend sprookavontuur beleven op zoek naar hun vader.
Vader is houthakker en komt op een avond niet terug naar hun huis aan de bosrand. Ze willen gaan zoeken, maar volgens moeder zullen ze in het grote bos verdwalen. Het bos waar vader de goede stammen voor de scheepsmasten vindt en het bos waarover hij zegt: ‘Het is er zo stil als de nacht en wanneer het waait dan zingen de bomen mooier dan het mooiste koor.’
Doenja heeft een bijzondere droom waarin haar de weg wordt gewezen naar deze bijzondere ‘rechte-bomen-plek’. Stilletjes verlaten ze het huis en komen in een andere wereld terecht als in een zaal vol pilaren. Zachtjes horen ze van heel hoog een lied:
‘woei-waai, woei-waai,
zoek de veren
zeven veren
van de bonte papegaai.’
Ze ontdekken de bijl van hun vader met daarop een wonderlijk mannetje van wolk. Hij zal helpen hun vader te vinden zegt hij. Het tweetal moet zeven gekleurde veren van die ene papegaai verzamelen voordat de Nevelkoningin hun vader zal vrijlaten. Voordat zij antwoord kunnen krijgen op de vraag wat zij met de veren gaat doen is het mannetje als nevel opgelost. Een sprookjesavontuur vol ontmoetingen en bijzondere gebeurtenissen die elkaar opvolgen.
Met fantastische illustraties van Linde Faas omgeven worden een witte, rode, oranje, blauwe, groene, gele en zwarte veer bijeengesprokkeld. Bergen met pieken als tanden, een verraderlijk moeras met wuivend riet, een wit berkenbos, een woestijn waar een oude vrouw vertelt over toverkracht, een drukker dan drukke stad of een toverkasteel, Faas leidt als vanzelf via paginagrote rake details en panorama’s langs de kleurrijke ontmoetingen op hun zoektocht naar de zeven veren tot ook de allerlaatste is gevonden.
Dit niet te missen Biegelverhaal is eerst ooit als feuilleton in een damesblad verschenen waarop het in 1975 in boekvorm verscheen met illustraties van Carl Hollander, later in 1998 in een kleiner formaat boek met illustraties van Annet Schaap. Deze uitgave met tot de verbeelding sprekende illustraties van Linde Faas is prachtig uitgegeven in zowel formaat als vormgeving: een aanwinst in de boekenkast. Het verhaal is bij uitstek geschikt om voor te lezen door opbouw, de lengte van de hoofdstukken met een afgerond geheel rondom één verenkleur. Absoluut voor thuis, maar ook voorlezen op school in groep 3 en 4 of leerjaar 1 en 2. De taal is rijk zoals een Biegelverhaal betaamt. De mogelijkheden om door te spreken ook: over missen, doorzetten, durven, geloven in iets, samenwerken, avontuur, landschappen, het weer en voor nog meer verdieping over welke eigenschappen de personages hebben of zelfs de reden waarom ze helpen.
Tijdloos sprookjesverhaal waarmee een wondermooie Biegelcollectie van heruitgaven gestart kan worden! Voorlezen vanaf 6 jaar, zelf lezen ong. 8 jaar. Woei-waai, woei waai, de bonte papegaai laat je betoverend lezen tot aan de laatste, rode veer.
Paul Biegel, De zeven veren van de papegaai, illustrator Linde Faas, Gottmer, heruitgave 2023, 64 blz., 9789025776824
2 gedachten over “Paul Biegel – De zeven veren van de papegaai”