Het kan je zomaar overkomen, werkelijk, lezen als een kind. Verdwijnen in een Biegel.
Zo’n vreemd bos had hij nog nooit gezien: de bomen waren helgroen, hadden helemaal geen takken en stonden zo dicht op elkaar dat je er nauwelijks tussendoor kon. Of je in een bos van Hockney dwaalt.
Of Whoesjj! komt daar Windekind langs gedwarreld? Nee, het is Biegels‘ Veertje in haar witte japonnetje en bonten pantoffeltjes aan haar voeten. Het meisje dat weet waar de Grote Tovenaar is. Alleen hij kan Anders’ wens uitvoeren en zorgen dat hij ‘anders’ wordt. Een Robert zonder bril, groter, sterker en vooral slimmer is de wens.
De gewraakte tafel van zeven moet stap voor stap worden geleerd op de tocht waarin Anders is beland nadat hij heeft begrepen wat er is gebeurd.
Daar op de vensterbank was alles niet gróót geworden, maar hijzelf heel klein. – Daar lag hij nu, niet in een bos met vreemde bomen, maar in het gras tussen de sprieten.
Nauwelijks is hij tot dat besef gekomen als meneer Podzak met zijn enorme mierenkaken voor hem opduikt. Dat hij anders is wordt er telkens fijntjes ingewreven: vier poten i.p.v. zes! De tafel van zes kan hij leren in de klas bij juffrouw Zwoen en anders niet. Toch komt hij de mierenberg van koningin Ziwiera uit met de goede oplossing voor drie maal zeven.
Tal van insecten ontmoet hij op zijn tocht in grote kleine dieren- en plantenrijk, dit mier-klein betoverd jongetje. De dames slak H., hommel Huug, monsterrupsen, kikker Kwork, webben vol spinnen en je zou bijna verwachten dat een ‘Erik’ ook nog verscheen. Maar nee dit is een echte Biegel met Biegelwoorden en mooie zinnen.
Een eindje boven de horizon was de zon al begonnen de gordijnen dicht te trekken.
Het zwiebelt en het kwarkt, knikkels en knakkels, er wordt geleerd over de Slag bij Habberdasser en al eens van een kelderworm gehoord? Met rijke fantasie en heerlijke dialogen wordt een sprookje verteld waarvan reeds in 1967 de eerste druk verscheen. Aan de genoemde liedjes bij het geweldige zomer-afscheidsconcert is te merken dat het boek niet nieuw is, maar de uitgave kent wel een huidige koningin.
De fantastische illustraties van Marieke Nelissen die deze heruitgave magisch sieren laten je met Anders verdwijnen in een avontuur dat zich geweldig leent tot voorlezen. De illustraties gaan van realistisch tot dromerig en grappig tot bijna eng waarbij het kleiner-groot perspectief treffend is.
Prachtig zijn de klaproos, de vlinder of spinnen, je neemt seizoenwisseling waar, op knappen staande kwaakblazen, je voelt het benauwende van de cocon en het lichte wegzweven van een veertje op een zuchtje wind. De illustrator heeft enorm goed sfeer en verhaallijn getroffen tot in ieder detail en gekozen kleur. Niet alleen verhaal maar ook natuur komt tot leven.
Als de tafel, die door het gehele verhaal belangrijk blijft, bijna compleet is en de moed Anders in de schoenen zakt, lijkt gewoon anders ook anders gewoon te kunnen zijn. Of moet je dan in sprookjes geloven en een of dé wonderdokter ontmoeten?
Paul Biegel, Ik wou dat ik anders was, illustrator Marieke Nelissen, Gottmer, heruitgave 2022, 176 blz., 9789025775148
Eén gedachte over “Paul Biegel – Ik wou dat ik anders was”