Dit deel uit de tijdlijnserie ‘Duik in de tijd van’ gaat over Pieter in het jaar 1900. Een tijd waarin het normaal werd gevonden dat kinderen werkten en niet naar school gingen of vrije tijd hadden.
Pier werkt met zijn broer op het land voor een boer. Hij woont samen met hem en zijn moeder en zieke zusje in een huisje op een plattelandsdorp. Ze hebben het geld hard nodig. Zijn vader leeft niet meer en geld voor medicijnen voor zijn zusje is er niet.
Zoals toen vaker gebeurde werden er kinderen ‘gekocht’ om in fabrieken te komen werken. Pier overkomt dit ook. Zijn moeder krijgt geld en hij wordt van alles beloofd in de grote stad om te kunnen doen en zien. Helaas is dat te mooi om waar te zijn.
Er is nauwelijks eten en drinken, slapen op een beetje stro en alle dagen van de week werken is het nieuwe leven van Pier. Daglicht ziet hij nauwelijks meer en hij begrijpt als hij zich in een lege stoomketel moet laten zakken om kalksteen weg te bikken waarom hij werd gekozen en niet zijn oudere broer. Pier is lang en vooral dun.
Pier leeft met een stel andere jongens die ook zijn geronseld voor ‘Baas’. Er lijkt geen ontsnappen mogelijk aan zijn bevelen. Johan, één van de jongens die ook sinds kort daar moet werken, doet een ontsnappingspoging maar helaas, Baas laat hem niet gaan en al snel hoort Pier dat hij ‘een molletje’ is geworden. Pier blijft nadenken en zijn meegenomen schetsboek bij zich dragen. Hij grijpt een kans die bijna verkeerd afloopt, maar in dit verhaal goed uitpakt. En uiteindelijk voor heel veel kinderen in het land.
In dit deeltje gaat het over hoe men leefde in de tijd van de stoommachines en is kinderarbeid en de toen nieuwe Wet op de kinderarbeid van Samuel van Houten een hoofdonderwerp. Toen die wet werd aangenomen was niet ineens alle kinderarbeid verdwenen. Seizoensarbeid bleef lange tijd toegestaan ondanks de Leerplichtwet tot 12 jaar die later werd ingevoerd.
Vlot geschreven verhaal door Ruben Prins en is goed te lezen door kinderen vanaf ong. 8 jaar. Prima te gebruiken om een geschiedenisles mee in te leiden. Ook in dit deel komt de verzorgde vormgeving, de uitleg vooraf en de tips voor een boekbespreking terug.
De passende mooie illustraties in kleur zijn van toegevoegde waarde en geven een goed beeld van die tijd. Juliette de Wit neemt je met de illustraties vanzelf mee in het verhaal van Pier of zou zij veel hebben geleerd van ene mevrouw Mesdag? Wie dat is en wie graaf Schimmelpenninck is mag je graag zelf lezen in dit deel van ‘Duik in de tijd van’.
Ruben Prins, Laat me gaan!, illustrator Juliette de Wit, Zwijsen, 2020, 80 blz., 9789048738410
Eén gedachte over “Ruben Prins – Laat me gaan!”