door BAM! vliegt daar zomaar een bal naar binnen. Oké een boek dan – maar het is wel een Strasser!
Eenzelfde formaat als ‘Vos gaat een stukje rijden’ en bijv. ‘Kom, we gaan een boek lezen!’, met kartonbladen en een stapelverhaal.
In ‘Pak de bal!’ staat, de titel zegt het al, een bal centraal. Eend speelt met de bal en probeert ‘m in het doel te schieten. Maar erin wordt erover en hij vraagt zich af waar de bal naartoe vliegt. Hup erachteraan.
De bal heeft zijn doel nog niet bereikt, want botst tegen de boom en stuitert zo in een web om vervolgens op de kop van een teckel te botsen. Het is een stevige kopbal want platsj ‘klets-klodder’ de bal vliegt in een plas met veel modder. Precies op de plek bij een vuilnisbak waar een rat zijn maal bij elkaar aan het scharrelen is.
De eindspurt wordt ingezet door de bal. Rolt onderdoor een bankje, stuitert van een trap en plonst de vijver in. Maar dan zwemt daar een gevaarlijk dier, ze zien twee ogen. De dieren drommen geschrokken bijeen. Is het echt wat ze zien zwemmen? En dan duikt ook het kind op en…. schiet de bal!
Het verhaal over het achterna rennen van een bal die overal tegenaan stuitert, onderdoor rolt, hobbelt, op een kop ploft of door de lucht vliegt, speelt zich af in een park waardoor daarin aanwezig straatmeubilair kan worden herkend en benoemd. De dieren in dit stapelverhaal kunnen er voorkomen en hun verblijfplaats hebben. De uil woont in een boom, de spin in een web tussen de struiken, de hond wandelt of speelt er graag en de rat houdt zich regelmatig op bij een plaats waar etensresten te vinden zijn. De eend heeft een vijver tot de beschikking maar zien we als enige er niet in.
De herhaling zit in het stapelen van de dieren en de terugkerende bal op iedere spread waarbij wordt opgemerkt dat de volgorde van de dieren steeds wisselt. Intussen worden allerlei voorzetsels aangereikt door de route die de bal neemt. Dit zowel in illustratie als in tekst.
Verschillende begrippen zijn in dit verhaal te vinden en te bedenken: vliegen, springen, rennen, hollen, schieten, ploffen, plonsen om de bal te pakken krijgen waarbij alle dieren helpen.
De opsomming in taal wordt eerst per dier gegeven om af te sluiten met begrip en bijwoord: ‘Allemaal erachteraan’. Diverse (fantasie)woorden geven uitdrukking aan het vrij abstracte begrip ‘beweging’, de beweging is ook in de illustratie te zien. Volg bijv. Uil in de achtervolging en let op mimiek, de snellende korte pootjes en het vleugelgefladder om evenwicht te bewaren.
Een ander abstract begrip dat je tegenkomt is ‘tijd’. De bal vliegt al het water in voordat ze ‘m kunnen pakken. Ze zijn te laat en doel niet bereikt.
Hun race heeft vast een tijd geduurd, de slak heeft tijdens de achtervolging een hele afstand afgelegd. Een doordenker: het kind schiet die bal naar het beginpunt. Zijn de dieren in rechte lijn geracet of hebben ze een rondje rond de vijver gelopen?
Geweldige illustraties waarop in alle eenvoud veel gebeurt, met volop beweging en humor getekend en een ‘Pak de bal!’ die ook fijn is door alle mogelijkheden m.b.t. taal. Hoe gezellig is het om na alle inspanning samen te voetballen en de bal in het doel te schieten! Samen spelen is veel leuker dan in je ‘eendje’!
Susanne Strasser, Pak de bal!, vertaler Berd Ruttenberg, Hoogland & Van Klaveren, 2024, 26 blz., 9789089674418
Meer van Susanne Strasser op Lezersgoud:
Wasbeer doet de was
Kom, we gaan een boek lezen!
Vos gaat een stukje rijden
De walvis gaat in bad
De soep is klaar!
